31 936 Luchtvaartbeleid

Nr. 1087 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 juni 2023

Met deze brief wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de reactienota over de reikwijdte en het detailniveau van het op te stellen milieueffectrapport (MER) ter voorbereiding op het luchthavenbesluit Rotterdam The Hague Airport. De reactienota is als bijlage bij deze brief opgenomen.

Rotterdam The Hague Airport (RTHA) heeft het voornemen om een aanvraag voor een luchthavenbesluit in te dienen bij de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Ten behoeve hiervan wordt door de luchthaven een milieueffectrapport (MER) voorbereid waarvoor door de initiatiefnemer ook een conceptnotitie voor de reikwijdte en detailniveau (NRD) is opgesteld.

Op basis van de ontvangen zienswijzen tijdens de terinzagelegging van de concept-NRD en het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage1 heeft het ministerie een reactienota opgesteld. De reactienota vormt het advies (in de rol van bevoegd gezag voor deze m.e.r.-procedure) aan de luchthaven over de reikwijdte en het detailniveau van het op te stellen MER. Ook bevat de reactienota de verder te volgen procedure en wat er nodig is om tot een aanvraag voor een luchthavenbesluit te komen, dat volgens planning eind 2024 vastgesteld kan worden.

De belangrijkste wijziging ten opzichte van de concept-NRD is het advies aan RTHA om een breder scala aan alternatieven te onderzoeken. Het gaat om een alternatief met een vermindering van indicatief 25% van het aantal vliegtuigbewegingen en een variant van alternatief 4 uit de concept-NRD (op basis van het Eindproduct Participatietraject, zonder ontwikkelruimte) zonder groei van de passagierscapaciteit.

Parallel aan het onderzoek voor de alternatieven wordt RTHA geadviseerd om de doelen uit de concept-NRD verder te concretiseren waardoor ze kwantificeerbaar en toetsbaar worden. Een nadere specificering van de doelstellingen, in aansluiting op de regionale behoefte, schept duidelijkheid over de reikwijdte aan alternatieven die in het MER onderzocht worden en hoe deze uiteindelijk beoordeeld moeten worden op hun doelbereik.

Vervolg

Op basis van de reactienota zal RTHA de milieuonderzoeken uitvoeren en uiteindelijk het MER opstellen. Ook zal de luchthaven een economische onderbouwing opstellen. Op basis van deze documenten en het eerder doorlopen participatieproces verwacht de luchthaven eind 2023 een aanvraag voor een luchthavenbesluit in te dienen bij het ministerie. Op basis van deze aanvraag zal het ministerie een ontwerpluchthavenbesluit opstellen en in procedure brengen. Dan worden ook de onderbouwende documenten (zoals het MER) gepubliceerd. Het ontwerpluchthavenbesluit wordt met het MER ter inzage gelegd (een ieder kan dan zienswijzen indienen), er wordt advies gevraagd aan de Commissie voor de m.e.r. en de wettelijke adviseurs, en het ontwerpbesluit wordt in voorhang aan de Tweede Kamer aangeboden.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Kamerstuk 31 936, nr. 1057.

Naar boven