31 936 Luchtvaartbeleid

Nr. 1045 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 februari 2023

Op 23 januari jl. heeft het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) een brief1 ontvangen van de voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Luchthavens (NVL), met daarin de reactie namens een aantal sectorpartijen op de Kamerbrief2 van 17 januari jl. over een nationaal CO2-plafond voor de internationale luchtvaart vertrekkend uit Nederland. De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft verzocht om de reactie op de brief van NVL te ontvangen. Bijgevoegd vindt u deze reactie.

Op 17 januari is de Kamer geïnformeerd over het pakket van uitkomsten van de effectenstudie, de actualisatie ervan en de juridische beoordeling van het CO2-plafond. Dat pakket dient als basis voor de besluitvorming over het CO2-plafond. Het kabinet is voornemens om de Kamer aan het eind van dit kwartaal te informeren over een principebesluit van de invoering en vormgeving van het CO2-plafond.

In de brief van NVL worden zorgen gedeeld over de invoering van een nationaal CO2-plafond. Deze zorgen (en die van andere stakeholders) worden meegewogen in de besluitvorming over een CO2-plafond. In de aanstaande brief waarin de Kamer wordt geïnformeerd over een principebesluit, zal nader worden ingegaan op de genoemde zorgen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Deze brief is ondertekend door Schiphol, Eindhoven Airport, Groningen Airport Eelde, Lelystad Airport, Maastricht Aachen Airport, Rotterdam The Hague Airport, NVL, ACN, TUI, EasyJet, KLM, Corendon, Transavia en BARIN.

X Noot
2

Kamerstuk 31 936, nr. 1027.

Naar boven