31 935 Beleidsdoorlichting Financiën

Nr. 57 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2019

Hierbij beantwoord ik de vragen die uw vaste commissie voor Financiën in haar procedurevergadering van 25 september 2019 heeft gesteld over de opzet van de beleidsdoorlichting Deelnemingenbeleid (Kamerstuk 31 935, nr. 54). De antwoorden op de vragen over de beleidsdoorlichting Douane (Kamerstuk 31 935, nr. 55) en de beleidsdoorlichting Dienstverlening Belastingdienst (Kamerstuk 31 935, nr. 56) worden door de Staatssecretaris van Financiën beantwoord in een separate brief.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Vraag

Kunt u aangeven waarom de centrale vraag in de beleidsdoorlichting Deelnemingenbeleid louter gericht is op de toegevoegde waarde van het borgen van de publieke belangen en niet op de twee andere genoemde onderwerpen «behoud van financiële waarde» en «goed ondernemingsbestuur»?

Antwoord

Het staatsaandeelhouderschap begint bij het publieke belang: staatsdeelnemingen zijn private ondernemingen die een publiek belang dienen waarvan de staat heeft besloten dat het voor de borging van dat publieke belang gewenst is om risicodragend te investeren in de bewuste onderneming. Met deze beleidsdoorlichting wordt beoogd de toegevoegde waarde van het instrument «staatsaandeelhouderschap» aan het publieke belang te onderzoeken. Als die toegevoegde waarde er immers niet blijkt te zijn, hoeft de staat ook niet risicodragend te investeren.

De beleidsdoorlichting richt zich op het beheren, aangaan en afstoten van deelnemingen. Het beheren van staatsdeelnemingen is opgedeeld in drie onderwerpen: de borging van publieke belangen, het behoud van financiële waarde en goed ondernemingsbestuur. Deze drie onderwerpen komen alle drie uitgebreid aan bod in de beleidsdoorlichting.

Vraag

Kunt u aan de opzet beleidsdoorlichting Deelnemingenbeleid, conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek, een beschrijving toevoegen van beleidsopties indien er significant minder middelen (-/- 20%) beschikbaar zijn?

Antwoord

In de beleidsdoorlichting worden alle vragen die de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek voorschrijft beantwoord, inclusief de vraag om een beschrijving te geven van beleidsopties indien er significant minder middelen (-/- 20%) beschikbaar zijn.

Naar boven