31 934 Douane

Nr. 19 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 22 januari 2019

De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over de brief van 26 november 2018 inzake het EY Rapport Voorbereiding Douane Brexit (Kamerstuk 31 934, nr. 17).

De Staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 21 januari 2019. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Anne Mulder

Adjunct-griffier van de commissie, Freriks

Vraag 1

Wat is er ondernomen om de procesmatige «witte vlekken» binnen het Programmabureau brexit te verhelpen?

Antwoord

Op de vijf door EY benoemde procesmatige witte vlekken zijn acties in gang gezet. EY adviseerde om drie van de vijf witte vlekken op korte termijn aan te pakken en twee witte vlekken in ogenschouw te houden voor de lange termijn. De Douane heeft ten eerste een masterplanning gemaakt, waarin de voortgang van het gehele traject intensief wordt gemonitord. Ten tweede constateert EY dat er geen terugvalscenario’s bestaan. De Douane heeft voor de zes processen procescoördinatoren aangesteld die de integraliteit en de voortgang bewaken, rapporteren en waar nodig escaleren. Zij hebben de opdracht gekregen om terugvalscenario’s in kaart te brengen. Ten derde is de actie om met praktijkoefeningen te werken in gang gezet.

De twee witte vlekken die na 30 maart aandacht behoeven zijn de impact op de cultuur van de Douane en ontbreken van plannen na de terugtrekking. Voor deze twee witte vlekken worden op dit moment voorstellen ontwikkeld.

Vraag 2

Zijn er naar aanleiding van het rapport van Ernst & Young (EY) extra maatregelen genomen om de risico’s zoveel mogelijk weg te nemen? Zo ja, sluiten die aan bij de aanbevelingen die gedaan zijn door EY of zijn er andere maatregelen getroffen en welke dan?

Antwoord

Voorafgaand aan het EY onderzoek zijn er intern verbeterpunten benoemd. Voorbeelden hiervan zijn het op orde brengen van een crisisorganisatie, het verbeteren van de algehele sturing en het werven van procescoördinatoren voor het programmateam. Het belang van deze acties is met het rapport van EY bevestigd, en de aanbevelingen op dit gebied worden daarmee geïmplementeerd.

Naast de aanbevelingen die intern in beeld waren, kwam EY met aanvullende aanbevelingen. Voorbeelden van acties die zijn ondernomen zijn het prioriteren van de terugtrekking van het VK op de uitvoeringsagenda van de Douane, het maken van de masterplanning en het versneld uitgeven van EORI-nummers aan ondernemers.

Vraag 3

In hoeverre gaan er extra wachttijden ontstaan door langere doorlooptijden bij het aanvragen van vergunningen en het aangifteproces? Betekent dit concreet dat er vrachtwagens langer langs de kant van de weg zullen staan?

Antwoord

De Douane en bedrijven moeten allebei stevig aan de slag. Het bedrijfsleven is gebaat bij een goed voorbereide Douane en andersom is ook de Douane gebaat bij een goed voorbereid bedrijfsleven, zodat de onvermijdelijke douaneformaliteiten en controles zo soepel mogelijk kunnen verlopen.

Het blijft natuurlijk spannend of alle voorbereidingen voldoende zullen zijn. Dat is pas achteraf volledig helder. Of er vrachtwagens langer langs de kant van de weg komen te staan is verder onder andere afhankelijk van de voorbereiding van het bedrijfsleven, de verkeerscirculatie en de voorbereidingen van het VK. De Douane stelt alles in het werk om de continuïteit van het aangifteproces en het afgeven van vergunningen te waarborgen en het bedrijfsleven voor te lichten over de veranderingen.

Dit betekent dat een bedrijf tijdig aan de hand van zijn specifieke handelsrelatie nagaat welke wettelijke verplichtingen er gelden en welke douaneformaliteiten moeten worden vervuld, zoals het doen van een aangifte, of dat een vergunning moet worden aangevraagd.

Zo moet een uitvoeraangifte gedaan worden voordat de vrachtwagen gaat rijden in het land van vertrek. De ferrymaatschappijen voeren overleg binnen de logistieke sector om te komen tot een systematiek waarbij de vrachtauto’s niet naar het ferryterrein afreizen voordat de douaneformaliteiten zijn afgerond. Een dergelijke systematiek is al staande praktijk op Maasvlakte 2. Het heeft daar zijn meerwaarde bewezen maar de ervaring is ook dat het niet van de ene op de andere dag is geregeld en dat alle betrokken partijen mee moeten doen.

Het bedrijfsleven speelt dus een cruciale rol als het gaat om het voorkomen van vertragingen.

Op dit moment heeft de Douane geen aanwijzingen dat het afhandelen van ingediende aangiften en vergunningaanvragen tot onnodig oponthoud gaat leiden. Toch kan ik de kans op verstoring ergens in het proces niet uit te sluiten. Ondanks alle voorbereidingen van Douane en bedrijfsleven kunnen er gezien de onzekerheden, complexiteit en korte tijdspanne fricties in de logistieke keten ontstaan die er niet zouden zijn geweest als het VK lid zou zijn gebleven van de douane-unie en de interne markt.

Vraag 4

Op welke wijze gebruikt de Douane de aanbevelingen bij de verdere voorbereidingen op de brexit? Kan dit per afzonderlijke aanbeveling uiteengezet worden?

Antwoord

De Douane herkent de aanbevelingen die EY in het rapport heeft gedaan en deelt de voorgestelde aanpak van EY. De Douane heeft alle aanbevelingen overgenomen. Een groot deel daarvan is in gang gezet. Zowel de inhoudelijke als de procesmatige aanbevelingen zijn opgenomen in de masterplanning en die gebruikt de Douane in de voorbereidingen. De Douane monitort de voortgang van de voorbereidingsactiviteiten via de masterplanning, één van de belangrijkste aanbevelingen.

Vraag 5

Hoeveel conceptversies zijn er besproken voordat de eindversie werd vastgesteld?

Antwoord

De onderzoekers hebben een presentatie over de bevindingen gegeven en door hen is een concept rapport beschikbaar gesteld.

Vraag 6

Kunnen de conceptversies naar de Kamer worden gezonden?

Antwoord

Het is staand beleid dat interne documenten, zoals concepten, geen onderwerp worden gemaakt van het politieke debat. De Kamer is geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek. Zowel de volledige als een verkorte versie van het eindrapport zijn gedeeld.

Vraag 7

Waarom is ervoor gekozen om dit onderzoek door EY te laten doen?

Antwoord

Binnen de Rijksbrede raamovereenkomst Auditdiensten zijn verschillende partijen gevraagd een onderzoeksvoorstel te doen. Alle onderzoeksvoorstellen zijn door een selectiecommissie beoordeeld. Het voorstel van EY past het best bij de uitvraag.

Vraag 8

Hoeveel heeft dit onderzoek gekost?

Antwoord

De kosten van het onderzoek van EY bedragen € 191.128,21 inclusief BTW.

Vraag 9

Hoe verklaart u het verschil in de conclusies van EY en de Algemene Rekenkamer over de voorbereiding van de Nederlandse Douane op de brexit?

Antwoord

Het verschil in conclusies wordt verklaard door het verschil in onderzoeksvraag. Het onderzoek van de Algemene Rekenkamer (AR)(Kamerstuk 31 934, nr. 18) heeft zich gericht op de vraag hoe het kabinet, bij verschillende terugtrekkingsscenario’s, zich voorbereidt op de gevolgen van de terugtrekking en hoe het parlement daarover wordt geïnformeerd. De peildatum voor dit onderzoek was 31 juli 2018. De AR heeft daarvoor de organisatie van de voorbereiding, de financiële en economische gevolgen en de voorbereidende werkzaamheden van de Douane onderzocht en in kaart gebracht. Daarbij heeft de AR ook aandacht geschonken aan de vraag hoe het parlement wordt geïnformeerd over de status van de voorbereidingen. De Douane was in het onderzoek van de AR dus een onderdeel van een breder onderzoek naar de voorbereidingen van het kabinet op de gevolgen van terugtrekking. De AR stelt ten aanzien van de Douane dat, ondanks de grote inzet, de periode tot 29 maart 2019 te kort is om volledig te zijn toegerust om alle mogelijke gevolgen van de terugtrekking op te vangen in het geval van een no deal scenario. Deze constatering is op zichzelf terecht, want niet alle benodigde 928 fte’s zijn op die datum inzetbaar. Wel heeft Douane op die datum ten minste 500 fte geworven, waarvan ruim 300 fte inzetbaar zijn, zoals eerder aan uw Kamer is gemeld.

Op verzoek van de Belastingdienst heeft EY onderzocht of de Douane volledig is in haar voorbereidingen. De hoofdvraag van het EY onderzoek was dan ook «Wat is de mate van voorbereiding van de Douane op een Brexit per 29 maart 2019?». Het onderzoek van EY is daarmee meer operationeel van aard. EY heeft gekeken of de Douane volledig is in haar voorbereidingen en constateert dat dit in ruime mate het geval is. Het meetmoment van dit onderzoek was half oktober 2018.

Vraag 10

Is er tijdig een keurpunt voor levend vee in de Rotterdamse haven? Zo ja, waar en door wie wordt het opgezet?

Antwoord

Op dit punt verwijs ik naar de beantwoording van de vragen van de leden Lodders en Weverling (beiden VVD) aan de Minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit over de voorbereiding op de brexit door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) die uw Kamer spoedig toekomen.

Vraag 11

Wat is de stand van zaken en voortgang sinds de publicatie van dit rapport, aangaande de algemene doelstelling op de acht ferrylocaties?

Antwoord

De Douane stelt alles in het werk om de gevolgen van de terugtrekking op te vangen. Een van de activiteiten is erop gericht een eenduidig operationeel noodzakelijk toezichtsproces te implementeren op de acht ferry locaties. Daarbij is de Douane afhankelijk van de voorbereidingen van de ferryterminals. Bijvoorbeeld als het gaat om de aanpassingen die in de gebouwen moeten plaatsvinden. De kans op verstoring is niet uit te sluiten. Het inrichten van het douaneproces voor de ferryterminals is van belang voor de continuïteit en heeft daarmee prioriteit.

Ferryterminals hebben een vergunning RTO (Ruimte Tijdelijke Opslag) nodig om te kunnen voldoen aan de douaneformaliteiten en om douaneprocessen aan te kunnen. Alle ferryterminals hebben inmiddels een aanvraag voor een dergelijke vergunning ingediend. De verwachting is dat deze vergunningen voor 30 maart 2019 worden afgegeven.

Daarnaast hebben nog niet alle terminals al die douanevergunningen aangevraagd die kunnen bijdragen aan het zo veel mogelijk beperken van het logistiek oponthoud.

In de gesprekken met de terminals komt aan de orde wat de voordelen van bepaalde vergunning zijn.

Vraag 12

Het projectplan ferry's was nog niet gereed terwijl de voorbereidingen wel waren gestart; verloopt de planning en voorbereiding nu wel volgens plan? In hoeverre zijn er in deze onnodige activiteiten ontplooid? En heeft deze volgorde der dingen het proces van voorbereidingen vertraagd?

Antwoord

Het projectplan ferry’s is op dit moment gereed. Er zijn geen onnodige activiteiten ontplooid en de gekozen volgorde heeft de uitvoering niet vertraagd.

Zie verder het antwoord op vraag 11.

Vraag 13

Kunt u een toelichting geven op de manier waarop Schiphol de toename van 48% op de 95.500 commerciële vliegbewegingen van en naar het Verenigd Koninkrijk zal gaan managen? Kunt u in detail aangeven welke praktische gevolgen dit de Douane treft?

Antwoord

Voor de wijze waarop Schiphol de gevolgen van de terugtrekking opvangt verwijs ik naar de verantwoordelijk Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Voor wat betreft de Douane wordt, op het moment dat het VK de EU verlaat en daarmee uit de interne markt en de douane-unie stapt, het VK voor de lidstaten van de EU een derde land en wordt het volledige formaliteitenstelsel van het Douanewetboek van de Unie (DWU) van toepassing op goederenstromen van en naar het VK. Zoals aangegeven heeft de continuïteit van het douaneproces de hoogste prioriteit en dat geldt ook voor de werkzaamheden op Schiphol. Vanaf dat moment moeten aangiften worden ingediend bij in- uit en doorvoer van goederen. Daarnaast zijn de tarifaire en non-tarifaire bepalingen van toepassing die gelden voor landen die geen deel uitmaken van de douane unie en de interne markt van de EU. Dat geldt dus ook voor het luchtvaartverkeer tussen Nederland en het VK hetgeen betekent dat op dit goederenverkeer, ook voor wat betreft goederen meegenomen door reizigers – het DWU van toepassing is en onder douanetoezicht valt.

Deze douanewerkzaamheden, zoals het controleren van de reizigersbagage, zijn meegenomen in de voorbereidingen, en er worden nieuwe douaniers voor geworven en waar nodig extra controle faciliteiten voor ingericht.

Vraag 14

Bedrijven moeten bewogen worden om een keuze te maken tussen het zelf verrichten van douaneformaliteiten of het uitbesteden hiervan aan een douane-expediteur; wat is de stand van zaken in het bewegen van de bedrijven hiertoe? Hoeveel bedrijven van de doelgroepen zijn bereikt en welk deel neemt de nodige voorzorgsmaatregelen?

Antwoord

Bedrijven bereiden zich in wisselende mate voor op de gevolgen van de terugtrekking. Zoals aangegeven heeft de mate van voorbereiding van het bedrijfsleven gevolgen voor de douaneprocessen. Een beperkte voorbereiding vergroot de kans op verstoring.

Uit onderzoek uitgevoerd door Kantar Public afgelopen zomer blijkt dat destijds de helft van de ondernemers met een economische relatie met het VK zich in meer of mindere mate voorbereidt op de terugtrekking; 18% doet dat goed, 32% in mindere mate. In het eerste kwartaal van 2019 wordt een vervolgonderzoek gedaan. Daarnaast is er intensief contact tussen het kabinet en het Nederlandse bedrijfsleven met de oproep: «Prepare for the worst, hope for the best». In dit kader zijn diverse voorlichtingsinitiatieven ontplooid. Zo is het Brexitloket opgericht en onder beheer gebracht bij RVO en KvK. In maart jl. is de Brexit Impact Scan gelanceerd en sinds eind mei jl. wordt er campagne gevoerd om ondernemers te wijzen op deze en overige instrumentarium. Dit heeft geleid tot bijna 65.000 bezoeken aan het Brexitloket (www.brexitloket.nl) en 36.000 ingevulde Brexit Impact Scans. Wij zien op maandbasis een stijging van het aantal bezoeken: in juli waren ongeveer 2.500, in september steeg dit naar 4.000 en in november tot ruim 6.000 ingevulde scans per maand. Verder zijn er verschillende stakeholdersbijeenkomst georganiseerd sinds het referendum deze bijeenkomsten hebben meer dan 7.500 bezoekers getrokken. De kentering die het kabinet meent te registeren heeft enerzijds te maken dat 29 maart dichterbij komt en anderzijds dat het kabinet op nieuwe en intensievere wijze de ondernemer lijkt te bereiken.

Vraag 15

Er zou nog geen procescoördinator beleid en uitvoering zijn benoemd; is dat inmiddels gebeurd?

Antwoord

Ja, de procescoördinator beleid en uitvoering is per 1 januari 2019 gestart.

Vraag 16

Er zijn 40 huisvestingsprojecten. Hierbij horen twee nieuwe locaties; welke zijn dit en waar dienen deze locaties voor?

Antwoord

De twee nieuwe locaties zijn burgemeester van Lierplein in Vlaardingen en Wetstraat in IJmuiden. Deze dienen als start- en eindlocaties voor medewerkers van fysiek toezicht die de ferrylocaties moeten bedienen. Daarnaast worden de locaties gebruikt voor onder andere werkoverleggen en verrichten van administratieve werkzaamheden.

Vraag 17

Projectplanning en tijdsplanning van activiteiten kunnen verbeterd worden; wat is de stand van zaken aangaande de verbetering van deze planning? Welke gevolgen heeft het als dit niet gebeurt?

Antwoord

De aanbeveling om een masterplanning op te zetten, is direct uitgevoerd. Alle bestaande projectplannen en deadlines zijn samengevoegd in één overkoepelende masterplanning. Deze masterplanning is opgeleverd in december en is nu leidend in de voorbereidingen.

Vraag 18

De communicatielijnen met betrekking tot de statusupdate van het deelproject werving, selectie en opleiden zijn niet helder waardoor niet kan worden opgemaakt of op tijd kan worden geanticipeerd op veranderingen; wat is de stand van zaken? Kan dit met spoed worden aangepast of is het daar te laat voor?

Antwoord

Het is aangepast: om de interne communicatie over de werving van medewerkers te verbeteren, is een procescoördinator op dat deelterrein aangesteld die bijvoorbeeld informatievoorziening over de instroom van nieuwe douaniers heeft verbeterd.

Vraag 19

Targets voor werving en selectie op microniveau worden niet gehaald; waarom niet? Vindt er ook werving en selectie plaats in het buitenland?

Antwoord

Wanneer targets op micro-niveau niet worden gehaald, bijvoorbeeld door een gebrek aan geschikte kandidaten, wordt in samenwerking met het Employability Center van de Belastingdienst bezien of gerichter kan worden geworven. Bijvoorbeeld door teksten nog specifieker te maken of door andere (sociale) mediakanalen in te zetten.

Er wordt niet geworven in het buitenland. Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat er problemen zijn met de werving. Tegelijkertijd geldt dat de werving voor de Douane in het kader van de Brexit een grote opgave is. Uw Kamer wordt in de reguliere rapportage geïnformeerd over de laatste stand van zaken.

Vraag 20

Er is een mismatch tussen vraag (standplaats) en aanbod van personeel; hoe kan dit verholpen worden? is hierbij te leren van andere sectoren?

Antwoord

Op basis van de uitkomsten van de eerste wervingsrondes is gekozen voor een meer gerichte vacatureopstelling, toegesneden op standplaats en functie. Dit heeft een positief effect gehad. Zo bleef in de eerste twee tranches de instroom voor de regio Rotterdam achter bij de planning, in de derde tranche is het tekort voor een aanzienlijk deel ingelopen. Op macro-niveau verloopt de werving inmiddels volgens schema.

Vraag 21

De Douane doet momenteel onderzoek naar de consequenties voor de rechtspositie van het verkorten van de startopleiding; kunt u een precies overzicht geven van de consequenties welke dit onderzoek kan hebben?

Antwoord

De Douane voert momenteel een onderzoek uit naar de rechtspositie van medewerkers bij het volgen van een taakgerichte opleiding. Daarbij het bijvoorbeeld om het moment van benoeming, inschaling en vaste aanstelling van de medewerkers die deze opleidingen volgen. Afhankelijk daarvan worden de taakgerichte opleidingen binnen de Douane herzien. Daarbij staat voorop dat er niets verandert voor de medewerkers die in de looptijd van het onderzoek een taakgerichte opleiding volgen. De uitkomsten van dit interne onderzoek worden afgewacht.

Vraag 22

Zijn er aanbestedingstrajecten die lopen en zorgen voor vertraging in de voorbereidingen?

Antwoord

Er lopen aanbestedingstrajecten tot na 29 maart. Zo is de verwachting dat de mobiele containerscan vanwege de aanbesteding in augustus beschikbaar komt. Daarvoor is een oplossing gevonden in het tijdelijk schuiven in de inzet van de huidige middelen.

Hoofddoel is het waarborgen van de continuïteit van de huidige processen.

Vraag 23

Aan wie rapporteert de programmadirecteur brexit?

Antwoord

De programmadirecteur Brexit rapporteert direct aan de Algemeen directeur Douane.

Vraag 24

Het informatiesysteem van de Douane wordt door de brexit zwaar overbelast; heeft dit negatieve gevolgen voor andere activiteiten dan de Douane?

Antwoord

De informatie systemen van de Douane krijgen te maken met een enorme toename van het berichtenverkeer. De Douane heeft zo nauwkeurig mogelijk in beeld gebracht welke impact dat heeft op de nationale en de Europese douane systemen. De huidige verwachting, op basis van uitvoerige tests die de afgelopen tijd zijn uitgevoerd, is dat de systemen die toename kunnen verwerken en dat er geen gevolgen zijn voorzien voor de andere activiteiten van de Douane (zie ook de beantwoording van vraag 39).

Vraag 25

Er wordt gewaarschuwd voor reputatierisico's in media en politiek; wat is de stand van zaken om dit te voorkomen?

Antwoord

Door zowel interne voorbereiding binnen de Douane als het gezamenlijk optrekken met andere overheidsinstanties – o.a. door overheidsbrede voorlichting zoals de Brexit Impact Scan – en het bedrijfsleven bereidt de Nederlandse Douane zich voor op hetno deal scenario. Door deze samenwerking wordt het risico op reputatieschade – voor zover hier al sprake van zal zijn – zoveel mogelijk beperkt. Zoals aangegeven sluit een adequate voorbereiding niet uit dat er verstoringen ontstaan. Het zo goed als mogelijk opvangen van de gevolgen van de terugtrekking hangt daarnaast af van de voorbereidingen van het bedrijfsleven en het VK. Ook de verkeerssituaties hebben ook een aandeel.

Vraag 26

Is de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) betrokken bij het deelonderzoek aangaande het informeren van het bedrijfsleven?

Antwoord

De Douane-campagne richting het bedrijfsleven is onderdeel van de overheidsbrede voorlichting aan het bedrijfsleven. Aan deze overheidsbrede voorlichting neemt ook de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland deel. Er worden roadshows georganiseerd samen met brancheverenigingen, de Kamer van Koophandel, RVO, banken. Daarnaast is er contact met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland aangaande het informeren van het bedrijfsleven om te kijken wat er nog meer aan (gezamenlijke) activiteiten kan worden ingezet.

Vraag 27

Het ontbreekt aan een tijdsplanning voor zowel de interne als externe communicatiestrategie; is die er nu wel?

Antwoord

Voor zowel de interne als de externe communicatie is een strategie opgesteld met een aantal concrete acties. Hier is per actie een tijdsplanning aan gekoppeld. Voor zowel de interne als de externe communicatiestrategie geldt overigens dat deze flexibel zijn, in die betekenis dat er tussentijds geanticipeerd kan worden op ontwikkelingen in het onderhandelingsproces. De strategieën kennen een aantal ijkpunten, maar zijn zo opgezet dat er meebewogen kan worden met de actualiteiten en de activiteiten van andere organisaties. Deze planningen zijn ook opgenomen in de masterplanning.

Vraag 28

Er is geen integrale brexit-masterplanning beschikbaar; is dat nu wel het geval? Of is deze in de maak?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 17. De Douane werkt met een masterplanning.

Vraag 29

Onderzoekers hebben een beperkt aantal witte vlekken geïdentificeerd; onderscheidt u dezelfde witte vlekken?

Antwoord

Zie het antwoord op de vragen 1 en 2.

Vraag 30

Brexit heeft een grote impact op de cultuur van de Douane; hoe kan volgens de onderzoekers blijvende schade aan de Douane-organisatie beperkt blijven?

Antwoord

Als gevolg van de Brexit worden in zeer korte tijd veel nieuwe medewerkers geworven. Daar is vanzelfsprekend een risico aan verbonden. EY concludeert dat ook. In het rapport (blz. 40) benoemen de onderzoekers van EY bij het risico «Extra druk op integriteitstoetsing (en risico op ondermijning) en -borging door de uitzonderlijke hoeveelheid nieuw personeel in een relatief korte periode» de volgende mitigerende maatregelen:

  • «Teamleiders moeten van tevoren goed worden geïnstrueerd over hoe om te gaan met een hoge instroom van medewerkers;

  • Ervaren medewerkers kunnen betrokken worden bij de cultuurverandering en ingezet worden om de integriteit te waarborgen;

Mogelijk verdere versterking van de signaleringsstructuur binnen teams waarbij ervaren medewerkers maandelijks rapporteren aan de teamleider.»Deze maatregelen zijn door de Douane overgenomen om de risico’s waar mogelijk te mitigeren.

Vraag 31

Er is een te lichte sturing door het programmabureau brexit op de integraliteit; aanbevolen wordt een integraal overzicht van alle projecten incl. mijlpalen, afhankelijkheden en tijdspaden; kan dit nog gerealiseerd worden? Wat is de stand van zaken hierin?

Antwoord

Zie hiervoor het antwoord op de vragen 1 en 2.

Vraag 32

De Douane is niet in staat alle vergunningaanvragen te behandelen voor 29 maart 2019; hoeveel aanvragen zijn er gedaan? Hoeveel aanvragen zijn er nog te verwachten?

Antwoord

De onderzoekers benoemen het niet tijdig kunnen behandelen van alle vergunningsaanvragen als een risico. Of een bedrijf een bepaalde vergunning nodig heeft, is afhankelijk van de individuele situatie. Bedrijven moeten zelf tijdig een vergunning aanvragen. Afhankelijk van het soort vergunning, gelden verschillende termijnen voor de afhandeling daarvan.

Of dit risico op vertraging in de afhandeling van vergunningen gaat optreden, is afhankelijk van hoeveel bedrijven binnen welke termijn een aanvraag gaan indienen. Daarnaast is de doorlooptijd afhankelijk van het soort vergunning en de voorbereiding van het bedrijf. Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat de Douane toekomstige aanvragen niet binnen de gebruikelijke termijnen zal kunnen afhandelen. Op dit moment kan de Douane het aantal vergunningsaanvragen aan. Bij een piekbelasting bestaat de kans dat de reguliere doorlooptijden niet kunnen worden gerealiseerd. Het verstrekken van vergunningen heeft prioriteit en de Douane geeft om die reden in 2019 voorrang aan het verwerken van de vergunningsaanvragen boven bepaalde administratieve controles. De Douane monitort de stand van zaken ten aanzien van de vergunningaanvragen en neemt waar nodig maatregelen.

Vraag 33

Hoe verklaart u dat EY zegt dat de Douane in voldoende mate is voorbereid op de Brexit, terwijl de Algemene Rekenkamer in haar rapport concludeert dat de Douane niet volledig klaar is?

Antwoord

Zie antwoord op vraag 9.

Vraag 34

Hoe wordt er door de Douane gehandeld en door het ministerie (en overige actoren) gehandeld op de niet-beïnvloedbare thema’s voor wat betreft het risicoregister?

Antwoord

Niet beïnvloedbare risico’s worden waar mogelijk ondervangen met mitigerende maatregelen.

Daar waar bijvoorbeeld piekbelasting wordt verwacht, kunnen op specifieke onderdelen, extra medewerkers worden ingezet. Het waarborgen van de continuïteit van de douaneprocessen en het toezicht op de douaneformaliteiten vormen de grootste prioriteit. Als daar problemen ontstaan zal de Douane daar intern capaciteit voor vrijmaken door te herprioriteren.

Vraag 35

Wat is de stand van zaken per thema aangaande de door de onderzoekers voorgestelde mitigerende maatregelen?

Antwoord

De mitigerende maatregelen zijn opgenomen in de masterplanning en worden meegenomen in de verdere voorbereiding. De risico’s met de hoogste score zijn het eerst opgepakt en geïmplementeerd. Verder wordt verwezen naar de in eerdere antwoorden genoemde afhankelijkheden van het bedrijfsleven zoals die ten aanzien van de ferry’s (zie het antwoord op vraag 3).

Vraag 36

Betreffende het handhavingsniveau zal geprioriteerd moeten worden vanwege een tekort aan personeel; hoe moet die prioritering plaatsvinden? Op basis van welke criteria? Betreft dit een steekproef?

Antwoord

De Douane zal in het geval van een no deal scenario, vanaf de terugtrekking op de goederenstroom tussen het VK en Nederland gaan handhaven op de naleving van alle wettelijke verplichtingen. Het gaat dan om de naleving van de douaneformaliteiten en de fiscale en niet fiscale bepalingen. Omdat nog niet alle voor de terugtrekking benodigde douaniers in 2019 inzetbaar zijn, kiest de Douane in overleg met de opdrachtgevende beleidsdepartementen ervoor om de handhaving geleidelijk aan op te bouwen. Het jaar 2019 wordt gebruikt om beter zicht te krijgen op de risico’s in de goederenstroom VK – Nederland en om een gerichte handhaving geleidelijk aan op te bouwen naar de mate waarin meer douaniers inzetbaar worden. Uiteindelijk zijn alle extra 928 fte’s nodig om op de lange termijn een goede douaneorganisatie te houden.

Concreet betekent dit dat de Douane in geval van een no deal scenario vanaf de terugtrekking van het VK uit de EU op alle ferryterminals aanwezig zal zijn en er op toe ziet dat douaneformaliteiten worden nageleefd. Gerichte handhaving op nakomen van fiscale en niet fiscale verplichtingen wordt opgebouwd aan de hand van bevonden risico’s en naar de mate waarin er meer douaniers beschikbaar komen. De Douane zal vanaf de terugtrekking meer toezicht houden op kleine (lucht)havens. Ook dit toezicht wordt in de loop van 2019 verder uitgebreid rekening houdend met bevonden risico’s en naar de mate waarin er meer douaniers beschikbaar komen. Het voor 2019 door Douane wenselijk geachte aantal administratieve controles bij bedrijven kan slechts gedeeltelijk worden uitgevoerd. De keuze wordt hier gemaakt om voorrang te geven aan de verwerking en afgifte van vergunningen in het kader van de terugtrekking en de door de EU verplichte herbeoordeling van alle onder het oude Douanewetboek van de Unie afgegeven vergunningen voor 1 mei 2019. Door de keuze om de handhaving op de goederenstroom tussen het VK en Nederland geleidelijk aan op te bouwen, kunnen de handhavingsinspanningen van 2018 ook in 2019 worden voortgezet.

De hierboven genoemde keuzes zijn opgenomen in de planningen van de Douane voor 2019. De Douane is een risicogerichte handhavingsorganisatie, die werkt in de actualiteit. Dit betekent dat wanneer risico’s veranderen de Douane de handhaving en planningen daarop aanpast. Dit geschiedt in overleg met de opdrachtgevende beleidsdepartementen. Uitgangspunt is daarbij dat de grootste risico’s de meeste aandacht krijgen. Indien er bijvoorbeeld onverwachte grote risico’s zijn in de goederenstroom tussen het VK en Nederland, dan zal de Douane in overleg met de opdrachtgevende beleidsdepartementen bespreken tot welke andere keuzes in de handhaving dit moet leiden.

Vraag 37

Ontstaan er juridische problemen met de EU vanwege het niet naleven van EU-regelgeving?

Antwoord

De bedrijven en particulieren zullen de wettelijke verplichtingen moeten nakomen en de Douane handhaaft daarop. Daarbij zijn op dit moment geen juridische problemen voorzien.

Vraag 38

Kunt u aangeven op welke manier de IT onderdeel van het onderzoek is geweest?

Antwoord

IT is opgenomen als onderdeel van het onderzoek, wat is uitgevoerd op basis van een studie op de onderzoeksdocumentatie en interviews met interne- en externe stakeholders.

Vraag 39

Zijn er risico’s in aanschaf (bijvoorbeeld aanbesteding), implementeren, testen en daadwerkelijk operationeel maken van IT-structuren en welke risico’s zijn dat?

Antwoord

De verwachting is dat de nationale en Europese douane systemen vanaf 30 maart 2019 in staat zijn om het douane formaliteitenstelsel op het goederenverkeer met het VK te ondersteunen.

Douane heeft een zo nauwkeurig mogelijke inschatting gemaakt van de aantallen te verwachten extra aangiften. Er is getest of de systemen die aantallen extra aangiften kunnen verwerken.

Per systeem is dat positief getest. Er worden nu testen uitgevoerd of de systemen ook in onderlinge verbindingen (via de koppelvlakken) de hogere aantallen kunnen verwerken. De eerste resultaten daarvan zijn positief. Voor de zekerheid laat de Douane nog de komende weken een externe validatie hierop uitvoeren.

Douane heeft vastgesteld welke wijzigingen moeten worden aangebracht in de nationale douane systemen en ontvangt aanwijzingen van de EU (DG TAXUD) welke aanpassingen moeten worden aangebracht in de Europese douane systemen.

Bij de Europese douane systemen is het van belang dat alle lidstaten van de EU de aanpassingen op identieke wijze en op hetzelfde moment verwerken. Er wordt door «Brussel» een strak schema gehanteerd, omdat alle aanpassingen op hetzelfde moment door alle lidstaten moeten worden gerealiseerd. Het schema voorziet in concrete aanwijzingen voor de lidstaten, voor testslots en data waarop voorbereidingen moeten zijn afgerond. «Brussel» vraagt de lidstaten middels surveys om de voortgang aan te geven, en houdt webinars per Europees IT systeem.

Omdat al het elektronische berichtenverkeer tussen het bedrijfsleven en de Douane via Digipoort van Logius (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) loopt, is, samen met medewerkers van Logius, een analyse gemaakt van de capaciteit van Digipoort. Daaruit is gebleken dat door het bijplaatsen van schijfruimte bij Logius, de aantallen extra aangiften verwerkt kunnen worden. De opdracht tot realisatie van de extra schijfruimte is gegeven en zal per 1 februari 2019 zijn afgerond. Douane en Logius treffen nu voorbereidingen om ketentesten tussen de douane systemen en de Digipoort te houden.

Vraag 40

Welke procesmatige onvolledigheden zijn geconstateerd?

Antwoord

Op pagina 31 en 32 van het volledige eindrapport is een overzicht met procesmatige onvolledigheden (ook wel witte vlekken genoemd) opgenomen.

Vraag 41

Op basis van welke informatie is de conclusie getrokken dat met additionele inspanningen, versnelling en focus de witte vlekken en geïdentificeerde risico’s beheersbaar zijn?

Antwoord

De onderzoekers hebben het onderzoek uitgevoerd op basis van een studie op de onderzoeksdocumentatie en er zijn interviews afgenomen met interne- en externe stakeholders

Vraag 42

Hoe staat deze conclusie in verhouding tot de «dagelijkse» werkload?

Antwoord

De aanbevelingen van EY, evenals de totale voorbereidingen op de terugtrekking betekenen extra werk voor de Douane bovenop het primaire proces. Zoals bekend zijn niet alle 928 fte's op 30 maart aanstaande geworven, opgeleid en inzetbaar. Dat betekent dat er keuzes moeten worden gemaakt. De Douane heeft vanaf 30 maart voldoende medewerkers in huis om eerste gevolgen van de terugtrekking op te vangen. Daarbij staan het waarborgen van continuïteit en toezicht op de douaneformaliteiten voorop.

Vraag 43

Welke meetbare afrekendoelen worden gehanteerd om te bepalen dat de Douane voldoende is voorbereid?

Antwoord

Zoals bekend zijn niet alle benodigde 928 fte's op 30 maart as. geworven, opgeleid en inzetbaar. De inzet van Douane is er daarom vooreerst op gericht om bij een no deal scenario de directe gevolgen daarvan op te kunnen vangen. Dit houdt in het zo veel mogelijk kunnen borgen van de continuïteit van de bestaande douaneprocessen en kunnen voorkomen van onnodig economisch oponthoud. De voorbereidingen van de Douane liggen daarvoor op schema, waarbij opgemerkt wordt dat de mate van adequate voorbereiding door het bedrijfsleven, waaronder de ferrymaatschappijen, effecten voor het gehele douaneproces met zich brengen.

De interne doelstellingen ten behoeve van de terugtrekking van de Douane zijn:

  • Per 29 maart 2019: is de continuïteit van alle douane processen geborgd;

  • Per 29 maart 2019: is er geen onnodig economisch oponthoud;

  • Lange termijn: zijn de toenames in werkzaamheden en nieuwe werkzaamheden als gevolg van de Brexit structureel en duurzaam ingebed in de organisatie.

Deze kpi’s en mijlpalen zijn ook opgenomen in de masterplanning. Het behalen van deze interne doelstellingen is afhankelijk van onder andere de voorbereidingen van het bedrijfsleven en van het VK.

Vraag 44

Welke verdere verbetering en implementatie van duurzame oplossingen zijn nodig om op een adequaat niveau te komen?

Antwoord

Zie de aanbevelingen in het rapport op bladzijde 45.

Vraag 45

Wanneer kan dat doel op zijn vroegst na 29 maart 2019 behaald worden?

Antwoord

De inzet is erop gericht om deze zogenaamde fasen 2 en 3 waarin de structurele inbedding van duurzame oplossingen verder wordtingevoerd, eind 2020 ingericht te hebben. De verwachting is dat op dat moment alle nieuwe douaniers zijn opgeleid en inzetbaar zijn.

Vraag 46

Wat betekent «voldoende voorbereid» voor het bedrijfsleven, met welke doorlooptijden in vergunningaanvragen moeten zij bijvoorbeeld rekening houden?

Antwoord

De Douane heeft een toolkit voor ondernemers ontwikkeld om hen bij de voorbereiding te ondersteunen. De doorlooptijd van de voorbereiding is afhankelijk van de specifieke situatie van het bedrijf en van de wijze waarop het bedrijf zich voorbereidt.

Zo kan een bedrijf er voor kiezen om een vergunning aan te vragen voor het met een vereenvoudigde aangifte plaatsen van goederen onder de douaneregelingen invoer en uitvoer.

Vraag 47

Wat wordt verstaan onder onnodig economisch oponthoud?

Antwoord

De continuïteit van de douaneprocessen is geborgd wanneer bedrijven die zaken doen met het VK en burgers die van en naar het VK reizen aan hun douaneverplichtingen kunnen voldoen, zoals het doen van de vereiste aangiften en meldingen en de Douane deze kan verwerken. Als de Douane niet in staat is om aangiften te verwerken, dan ontstaat er onnodig oponthoud. Ondanks alle voorbereidingen van Douane en bedrijfsleven kunnen er gezien de onzekerheden, complexiteit en korte tijdspanne fricties in de logistieke keten ontstaan die er niet zouden zijn geweest als het VK lid zou zijn gebleven van de douane-unie en de interne markt.

Vraag 48

Is in het onderzoek rekening gehouden met «derden» die een rol hebben in de verschillende processen zoals ferry’s die een vergunning moeten aanvragen en rekening moeten houden met een relatief lange doorlooptijd (normaliter een 1 jaar) of Brussel die verantwoordelijk is voor aanpassen van bepaalde IT-systemen?

Antwoord

Ja, daar is rekening mee gehouden, zie het antwoord op vraag 3.

Vraag 49

Waarom wordt in het rapport uitgegaan van 78 miljoen euro aan structureel beschikbare middelen?

Antwoord

Dit bedrag betreft de geraamde extra uitgaven en is structureel toegevoegd aan de begroting van het Ministerie van Financiën ten behoeve van de impact van de terugtrekking op de Douane in de miljoennota van 2019.

Vraag 50

Klopt het dat er in 2018 19 miljoen euro extra is uitgetrokken voor de voorbereiding op de brexit? Waarom is deze niet meegenomen?

Antwoord

Het klopt dat er voor het jaar 2018 ruim 19 miljoen euro is begroot voor de voorbereidingen op de Brexit. Dit bedrag loopt tot 2022 op tot structureel 78 miljoen.

Vraag 51

Is de Douane voorbereid om op de acht ferrylocaties eenduidig en operationeel noodzakelijk toezicht te houden? Zo ja, aan welke minimale vormen van handhaving zal dit voldoen?

Antwoord

Vanaf 30 maart is de Douane op alle ferryterminals aanwezig om ervoor te zorgen dat de douaneformaliteiten worden nageleefd. Wel schuilt er een tijdelijk extra risico in de naleving. Zoals bekend zijn niet alle 928 fte's op 30 maart aanstaande geworven, opgeleid en inzetbaar. Dat betekent dat er keuzes moeten worden gemaakt. De Douane handhaaft risicogericht en kan daarin keuzes maken. In overleg met opdrachtgevers kiest de Douane voor de opbouw van een gerichte handhaving op het nakomen van fiscale en niet fiscale verplichtingen op de goederenstroom tussen Nederland en het VK. Dit betekent bijvoorbeeld dat de Douane vanaf 30 maart in eerste instantie nog niet op volle sterkte is om vrachtauto’s en passagiers te controleren. Ook is de Douane nog niet volledig op sterke op dit kleine luchthavens en kleine havens. De Douane stelt de behandeling van vergunningsaanvragen voorop. Daardoor wordt er tijdelijk minder capaciteit ingezet op administratieve controles. Indien gaandeweg het jaar de risicoprofielen worden bijgesteld, wordt de inzet van douaniers hierop aangepast.

Vraag 52

Is de IT, zowel hardware als software, op orde om de (controle-)activiteiten uit te voeren, zoals het invoeren, doorvoeren en uitvoeren van producten en het berichtenverkeer/ gebruik van data en informatie met Brussel?

Antwoord

Op basis van de huidige inzichten is de verwachting dat de nationale en Europese douane systemen op 30 maart 2019 in staat zijn om het douane formaliteitenstelsel op het goederenverkeer met het VK te ondersteunen (zie tevens het antwoord op vraag 39).

Vraag 53

Op basis van welke informatie wordt geconcludeerd dat er aantoonbare voortgang is terwijl deze niet in alle gevallen af te meten is aan een planning en heldere tussenresultaten?

Antwoord

Het onderzoek is uitgevoerd op basis van een studie op de onderzoeksdocumentatie en er zijn interviews afgenomen met interne- en externe stakeholders. Ten tijde van het onderzoek bestond de masterplanning nog niet, wel waren er voor veel deelprocessen al tussenresultaten gedefinieerd. Deze zijn verder uitgewerkt in de masterplaning.

Vraag 54

Is een integrale masterplanning een belangrijk onderdeel van de voorbereiding op de brexit?

Antwoord

Ja, deze planning is opgeleverd en richtinggevend voor de programmasturing

Vraag 55

Zijn in een integrale masterplanning tussentijdse deadlines en kritische paden opgenomen? Zo ja, op basis van welke informatie kan u de conclusie trekken dat de voorbereiding op orde is?

Antwoord

Ja, de masterplanning is een overzicht van activiteiten, mijlpalen en deadlines die behaald moeten worden. De voorbereidingsactiviteiten zijn daarmee goed in beeld en zijn in lijn met de planning. Daarnaast wordt verwezen naar de conclusies in het EY rapport en naar de in eerdere antwoorden geschetste afhankelijkheden van de voorbereidingen van het bedrijfsleven.

Naar boven