nr. 61
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID SAP TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT
ONDER NR. 49
Ontvangen 29 oktober 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel AC, onder 3, komt te luiden:
3. Het eerste lid, onder 4°, komt te luiden:
4°. door de hierna genoemde personen tot de daarachter vermelde
bedragen:
a. partner: € 600 000;
b. kinderen: € 25 000;
c. kleinkinderen: € 25 000;
d. overige verkrijgers: € 25 000; met dien verstande
dat deze bedragen worden verminderd, maar niet verder dan tot nihil, met de
rendementsgrondslag, bedoeld in artikel 5.3, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting
2001, van de verkrijger in het aan het jaar van overlijden van de erflater
voorafgaande kalenderjaar.
Toelichting
Voorgesteld wordt de bedragen van de vrijstellingen in de erfbelasting
aan te passen in die zin dat het bedrag van de vrijstelling verminderd wordt
met het bedrag van het vermogen dat in de inkomstenbelasting in box 3 in aanmerking
wordt genomen als rendementsgrondslag, bedoeld in artikel 5.3, eerste lid,
van de Wet inkomstenbelasting 2001. Uitgegaan wordt van de rendementsgrondslag
in het jaar voorafgaand aan het overlijden van de erflater.
Verkrijgers met een rendementsgrondslag van ten minste het in artikel
32, eerste lid, onder 4°, letter a tot en met d, van de Successiewet 1956
vermelde bedrag van de vrijstelling erfbelasting worden voor het volledige
bedrag van de verkrijging belast. Het bedrag van de vrijstelling kan niet
tot een negatief bedrag leiden; het bedrag van de vrijstelling wordt op grond
van de voorgestelde wettekst niet verder verminderd dan tot nihil.
Met de opbrengst van de vermindering van de vrijstellingen met de rendementsgrondslag
worden de bedragen van de vrijstellingen voor alle andere verkrijgers
dan partners – vóór toepassing van de hiervoor bedoelde
vermindering – verhoogd naar € 25 000.
Sap