31 930
Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur in de Successiewet 1956, alsmede introductie van een regeling voor afgezonderd particulier vermogen in de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Successiewet 1956)

nr. 23
AMENDEMENT VAN HET LID REMKES

Ontvangen 8 oktober 2009

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel AC, onder 3, komt te luiden:

3. Het eerste lid, onder 4°, komt te luiden:

4°. door de hierna genoemde personen tot de daarachter vermelde bedragen:

a. partner: € 600 000;

b. kinderen tot 23 jaar die grotendeels op kosten van de overledene werden onderhouden en hetzij ten gevolge van ziekte of gebreken vermoedelijk in de eerstkomende drie jaren buiten staat zullen zijn om met arbeid die voor hun kracht berekend is, de helft te verdienen van hetgeen lichamelijk en geestelijk gezonde personen van gelijke leeftijd in staat zijn aan inkomen uit arbeid te verwerven: € 4 556 voor ieder jaar dat de verkrijger jonger is dan 23 jaar, met dien verstande dat een gedeelte van een jaar voor een vol jaar wordt gerekend en de vrijstelling ten minste € 19 000 bedraagt;

c. kinderen voor wie de onder b bedoelde vrijstelling niet van toepassing is: € 19 000;

d. kleinkinderen: € 19 000;

e. overige verkrijgers: € 2 000;.

Toelichting

Op grond van de voorgestelde wijziging van artikel 32, eerste lid, onder 4°, van de Successiewet 1956 komen zieke of gehandicapte kinderen tot 23 jaar die grotendeels op kosten van de overledene werden onderhouden in aanmerking voor een specifieke vrijstelling die ten minste € 19 000 bedraagt. Voor de zieke of gehandicapte kinderen uit deze groep die jonger zijn dan 19 jaar bedraagt de vrijstelling meer dan € 19 000 en is dus gunstiger dan de algemene vrijstelling voor kinderen. De vrijstelling voor zieke of gehandicapte kinderen is – als dit hoger is dan € 19 000 – namelijk € 4 556 voor ieder jaar dat de verkrijger jonger is dan 23 jaar, met dien verstande dat een gedeelte van een jaar voor een vol jaar wordt gerekend. Door deze wijziging en de wijzigingen in het wetsvoorstel komen feitelijk alle zieke en gehandicapte kinderen in aanmerking voor een ruimere vrijstelling dan de vrijstelling, die in de huidige Successiewet 1956 geldt.

Remkes

Naar boven