Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1
In het in artikel I, onderdeel B, voorgestelde artikel 15a wordt in het tweede lid
«biedt de Sociale verzekeringsbank bij dit verzoek aan» vervangen door: kan de Sociale
verzekeringsbank bij dit verzoek aanbieden.
2
In het in artikel II, onderdeel B, voorgestelde artikel 35a wordt in de laatste zin
«biedt de Sociale verzekeringsbank bij die verzoeken aan» vervangen door: kan de Sociale
verzekeringsbank bij die verzoeken aanbieden.
3
In het in artikel III, onderdeel D, voorgestelde artikel 50 wordt in de laatste zin
«biedt de Sociale verzekeringsbank bij die verzoeken aan» vervangen door: kan de
Sociale verzekeringsbank bij die verzoeken aanbieden.
4
In het in artikel IV, onderdeel A, voorgestelde artikel 12a, eerste lid, wordt in
de laatste zin «biedt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bij die verzoeken
aan» vervangen door: kan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bij die
verzoeken aanbieden.
5
In het in artikel V, onderdeel A, voorgestelde artikel 14, tweede lid, wordt in de
laatste zin «biedt het college bij die verzoeken de belanghebbende aan» vervangen
door: kan het college bij die verzoeken de belanghebbende aanbieden.
6
In het in artikel VI, onderdeel A, voorgestelde artikel 14, tweede lid, wordt in de
laatste zin «biedt het college bij die verzoeken de belanghebbende aan» vervangen
door: kan het college bij die verzoeken de belanghebbende aanbieden.
7
In het in artikel VIA, onderdeel B, voorgestelde artikel 46, tweede lid, wordt in
de laatste zin «biedt het college bij die verzoeken de jongere aan» vervangen door:
kan het college bij die verzoeken de jongere aanbieden.
8
In het in artikel VII, onderdeel C, voorgestelde artikel 53a, tweede lid, wordt in
de laatste zin «biedt het college bij die verzoeken de belanghebbende aan» vervangen
door: kan het college bij die verzoeken de belanghebbende aanbieden.
Toelichting
Bij de plenaire behandeling van het wetsvoorstel is gebleken dat de oorspronkelijke
tekst van het in artikel I, onderdeel B, voorgestelde artikel 15a, tweede lid, artikel
II, onderdeel B, voorgestelde artikel 35a, laatste zin en de overeenkomstige zin in
de artikelen III, IV, V, VI, VIA en VII kennelijk kan leiden tot een onjuiste interpretatie
van de bedoeling van de regering. Zoals aangegeven tijdens de plenaire behandeling
bedoelt de regering dat het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, de Sociale
Verzekeringsbank en het college de mogelijkheid hebben om een huisbezoek aan te bieden
en geen verplichting. Dat het geen verplichting is, blijkt ook uit het feit dat de
belanghebbende zijn leefsituatie ook op een andere, minder belastende wijze kan aantonen.
In dat geval is een huisbezoek niet noodzakelijk. De regering wil mogelijke onduidelijkheden
wegnemen. Met deze technische nota van wijziging wordt daarom verduidelijkt dat bij
het verzoek aan de belanghebbende om zijn leefsituatie aan te tonen de uitvoeringsinstelling
het aanbod tot een huisbezoek kan doen.
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
P. de Krom