Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 31929 nr. 19 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 31929 nr. 19 |
Ontvangen 10 februari 2012
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 15a na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:
2a. De verzekerde of de persoon aan wie of de instelling waaraan op grond van artikel 21 kinderbijslag wordt betaald, kan de Sociale verzekeringsbank verzoeken de woning van verzekerde onderscheidenlijk de woning waar het kind woont met toestemming van de verzekerde of de bewoner van de woning waar het kind woont binnen te treden, teneinde het in het eerste lid onder a of b genoemde vast te stellen.
II
In artikel I, onderdeel B, komt in artikel 15a het derde lid te luiden:
3. Indien het in het eerste lid onder a en b genoemde niet op een andere wijze kan worden vastgesteld dan door het binnentreden van de woning van verzekerde onderscheidenlijk de woning waar het kind woont en de verzekerde of de bewoner van de woning waar het kind woont geeft hiertoe geen toestemming, heeft dit gevolgen voor het recht op en het geldend maken van het recht op kinderbijslag.
III
In artikel II, onderdeel B, wordt aan artikel 35a een volzin toegevoegd, luidende: Artikel 34, eerste lid, aanhef en onder c, is slechts van toepassing indien het onder a, b of c genoemde niet op een andere wijze kan worden vastgesteld dan door het binnentreden van de woning van de nabestaande respectievelijk het ouderloos kind en de nabestaande, het ouderloos kind dan wel de wettelijke vertegenwoordiger geeft hiertoe geen toestemming.
IV
In artikel II, onderdeel B, wordt in artikel 35a de aanduiding «1.» voor de huidige tekst geplaatst en wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De nabestaande dan wel zijn wettelijke vertegenwoordiger respectievelijk het ouderloos kind dan wel zijn wettelijke vertegenwoordiger kan de Sociale verzekeringsbank verzoeken de woning van de nabestaande respectievelijk het ouderloos kind met toestemming van de nabestaande, het ouderloos kind dan wel de vertegenwoordiger binnen te treden, teneinde het in het eerste lid onder a, b of c genoemde vast te stellen.
V
In artikel III, onderdeel D, wordt aan artikel 50 een volzin toegevoegd, luidende: Artikel 17, vierde lid, is slechts van toepassing indien het onder a of b genoemde niet op een andere wijze kan worden vastgesteld dan door het binnentreden van de woning van de pensioengerechtigde en de pensioengerechtigde dan wel de wettelijke vertegenwoordiger geeft hiertoe geen toestemming.
VI
In artikel III, onderdeel D, wordt in artikel 50 de aanduiding «1.» voor de huidige tekst geplaatst en wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De pensioengerechtigde dan wel zijn wettelijke vertegenwoordiger kan de Sociale verzekeringsbank verzoeken de woning van de pensioengerechtigde met toestemming van de pensioengerechtigde dan wel de vertegenwoordiger binnen te treden, teneinde het in het eerste lid onder a of b genoemde vast te stellen.
VII
In artikel IV, onderdeel A, wordt aan artikel 12a, eerste lid, een volzin toegevoegd, luidende: Artikel 11a, eerste lid, aanhef en onder a en c, is slechts van toepassing indien het onder a of b genoemde niet op een andere wijze kan worden vastgesteld dan door het binnentreden van de woning van degene die aanspraak maakt op toeslag en degene die aanspraak maakt op toeslag dan wel zijn wettelijke vertegenwoordiger geeft hiertoe geen toestemming.
VIII
In artikel IV, onderdeel A, wordt aan artikel 12a een lid toegevoegd, luidende:
3. Degene die aanspraak maakt op toeslag dan wel zijn wettelijke vertegenwoordiger kan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verzoeken de woning van degene die aanspraak maakt op toeslag met toestemming van degene die aanspraak maakt op toeslag of zijn wettelijke vertegenwoordiger binnen te treden, teneinde het in het eerste lid onder a of b genoemde vast te stellen.
IX
In artikel V, onderdeel A, komt in artikel 14 het derde lid, aanhef, als volgt te luiden:
3. Indien het in het tweede lid onder a genoemde niet op een andere wijze kan worden vastgesteld dan door het binnentreden van de woning van de belanghebbende en de belanghebbende geeft hiertoe geen toestemming:.
X
In artikel V, onderdeel A, komt in artikel 14 het vierde lid te luiden:
4. Indien het in het tweede lid onder b genoemde niet op een andere wijze kan worden vastgesteld dan door het binnentreden van de woning van de belanghebbende en de belanghebbende geeft hiertoe geen toestemming, schort het college de betaling van de uitkering op totdat de belanghebbende binnen een door het college gestelde termijn op andere wijze aantoont dat het feitelijke woonadres overeenkomt met het verstrekte adres.
XI
In artikel V, onderdeel A, wordt in artikel 14 na het vierde lid een lid ingevoegd, luidende:
4a. De belanghebbende kan het college verzoeken zijn woning binnen te treden, teneinde het in het eerste lid onder a of b genoemde vast te stellen.
XII
In artikel VI, onderdeel A, komt in artikel 14 het derde lid, aanhef, te luiden:
3. Indien niet op een andere manier kan worden vastgesteld dat de belanghebbende een werkloze werknemer is als bedoeld in artikel 5, vierde lid of vijfde lid, onderdeel a of b, dan door het binnentreden van de woning van belanghebbende en belanghebbende geeft hiertoe geen toestemming:.
XIII
In artikel VI, onderdeel A, komt in artikel 14 het vierde lid, aanhef, te luiden:
4. Indien niet op een andere wijze kan worden aangetoond belanghebbende een woonsituatie heeft als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, dan door het binnentreden van de woning van belanghebbende en belanghebbende geeft hiervoor geen toestemming:.
XIV
In artikel VI, onderdeel A, wordt aan artikel 14 een lid toegevoegd, luidende:
6. De belanghebbende kan het college verzoeken zijn woning binnen te treden, teneinde het in het eerste lid onder a of b genoemde vast te stellen.
XV
In artikel VII, onderdeel C, komt in artikel 53a het derde lid, aanhef, te luiden:
3. Indien niet op een andere wijze kan worden vastgesteld dat de belanghebbende een belanghebbende is als bedoeld in artikel 21, aanhef, en onderdeel a of b, of artikel 22, aanhef en onderdeel a of b, dan door het binnentreden van de woning van de belanghebbende en de belanghebbende geeft hiervoor geen toestemming:.
XVI
In artikel VII, onderdeel C, komt in artikel 53a het vierde lid te luiden:
4. Indien de woonsituatie als bedoeld in het tweede lid niet op een andere wijze kan worden vastgesteld dan door het binnentreden van de woning van de belanghebbende en de belanghebbende geeft hiertoe geen toestemming, schort het college de betaling van de bijstand op totdat de belanghebbende binnen een door het college gestelde termijn op andere wijze aantoont dat het feitelijke woonadres overeenkomst met het verstrekte adres.
XVII
In artikel VII, onderdeel C, wordt aan artikel 53a een lid toegevoegd, luidende:
7. De belanghebbende kan het college verzoeken zijn woning binnen te treden, teneinde het in het eerste lid onder a, b of c genoemde vast te stellen.
Het inzetten van huisbezoeken als controlemiddel bij mensen waarbij geen vermoeden van fraude bestaat is een zeer vergaand middel waarmee zeer terughoudend zou moeten worden omgegaan. Immers, inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van burgers moet proportioneel en subsidiair zijn. Dit amendement regelt dat het verlagen of korten van de uitkering vanwege het weigeren van een huisbezoek als ultimum remedium wordt ingezet. Dit is slechts mogelijk wanneer de gegevens – die nodig zijn om te controleren of de uitkering rechtmatig wordt verstrekt – niet op een andere wijze kunnen worden vastgesteld. Met dit amendement is het nog steeds mogelijk dat een persoon in een eerder stadium zelf verzoekt om een huisbezoek of vrijwillig instemt met het huisbezoek.
Karabulut
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31929-19.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.