31 929 Een regeling in de sociale zekerheid van de rechtsgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatie na het aanbod van een huisbezoek

Nr. 15 AMENDEMENT VAN HET LID KARABULUT

Ontvangen 24 januari 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 15a, tweede lid, na de zinsnede «waar het kind woont binnen te treden» een zinsnede ingevoegd, luidende:

, indien het in het eerste lid onder a en b genoemde, niet op een andere wijze kan worden vastgesteld.

II

In artikel II, onderdeel B, wordt in artikel 35a na de zinsnede «respectievelijk het ouderloos kind binnen te treden» een zinsnede ingevoegd, luidende:, indien het onder a, b en c genoemde niet op een andere wijze kan worden vastgesteld.

III

In artikel III, onderdeel D, wordt in artikel 50 na de zinsnede «de woning van de pensioengerechtigde binnen te treden» een zinsnede ingevoegd, luidende:, indien het onder a en b genoemde niet op een andere wijze kan worden vastgesteld.

IV

In artikel IV, onderdeel A, wordt in artikel 12a, eerste lid, na de zinsnede «toeslag binnen te treden» een zinsnede ingevoegd, luidende:, indien het onder a en b genoemde niet op een andere wijze kan worden vastgesteld.

V

In artikel V, onderdeel A, eerste onderdeel, wordt in het tweede lid van artikel 14 na de zinsnede «zijn woning binnen te treden» een zinsnede ingevoegd, luidende:, indien het onder a en b genoemde niet op een andere wijze kan worden vastgesteld.

VI

In artikel VI, onderdeel A, eerste onderdeel, wordt in het tweede lid van artikel 14 na de zinsnede «zijn woning binnen te treden» een zinsnede ingevoegd, luidende:, indien het onder a en b genoemde niet op een andere wijze kan worden vastgesteld.

VII

In artikel VII, onderdeel C, wordt in het tweede lid van artikel 53a na de zinsnede «zijn woning binnen te treden» een zinsnede ingevoegd, luidende:, indien het onder a, b en c genoemde niet op een andere wijze kan worden vastgesteld.

Toelichting

Het inzetten van huisbezoeken als controlemiddel bij mensen waarbij geen vermoeden van fraude bestaat is een zeer vergaand middel waarmee zeer behoudend zou moeten worden omgegaan. Immers, inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van burgers moet proportioneel en subsidiair zijn. Dit amendement regelt dat het huisbezoek als ultimum remedium wordt ingezet. Geregeld wordt dat huisbezoek slechts mogelijk is wanneer de gegevens – die nodig zijn om te controleren of de uitkering rechtmatig wordt verstrekt – niet op een andere wijze kunnen worden vastgesteld.

Karabulut

Naar boven