nr. 6
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ontvangen 21 september 2009
Met belangstelling heb ik kennis genomen van het verslag van de algemene
commissie voor Wonen, Wijken en Integratie. In het navolgende ga ik in op
de vragen en opmerkingen uit het verslag waarbij de volgorde van het verslag
is aangehouden.
1. Algemeen
De leden van de VVD-fractie vroegen waarom het wetsvoorstel pas in april
2009 is ingediend en waarom niet kort na de inwerkingtreding van het Besluit
brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid.
Met het indienen van dit wetsvoorstel is gewacht tot het moment dat er
duidelijkheid was over de toekomst van het stedenbeleid vanaf 2010. Met
de brief «Stedenbeleid vanaf 2010» (Kamerstukken II 2008/09,
31 757, nr. 1) van 24 oktober 2008 en met het kabinetsstandpunt
over de bevindingen van de Interbestuurlijke Taakgroep Gemeenten (Taakgroep
d’Hondt) (Kamerstukken II 2008/09, 31 700 VII, nr. 40) van
14 november 2008 is die duidelijkheid er. Het wetsvoorstel sluit aan
bij de lijn die in die brieven is vastgelegd.
2. Artikelsgewijze toelichting
De leden van de VVD-fractie vroegen wanneer de in voorbereiding zijnde
Kaderwet VROM-subsidies naar verwachting bij de Tweede Kamer zal worden ingediend.
De planning voor de Kaderwet VROM en WWI-subsidies is erop gericht dat
dat wetsvoorstel in het voorjaar van 2010 bij de Tweede Kamer zal worden ingediend.
Voorts vroegen de leden van de VVD-fractie hoe de in voorbereiding zijnde
Kaderwet VROM-subsidies zich verhoudt tot het in voorbereiding zijnde rijksbrede
subsidiekader. Deze leden vroegen of het zinvol is om door te gaan met een
Kaderwet VROM-subsidies als er een algemene regeling in voorbereiding is.
Het rijksbrede subsidiekader wordt momenteel uitgewerkt in Aanwijzingen
voor de rijksdienst inzake subsidies. Die aanwijzingen worden naar verwachting
in het derde kwartaal van 2009 vastgesteld. Bij het opstellen en uitvoeren
van subsidieregelgeving dienen genoemde aanwijzingen in acht genomen te worden.
Het rijksbrede subsidiekader krijgt dus niet het karakter van een wet en heeft
geen werking buiten de rijksoverheid. Het voornemen is dan ook om genoemde
aanwijzingen in de in voorbereiding zijnde Kaderwet VROM- en WWI-subsidies
juridisch te vertalen, waardoor de desbetreffende normen wat betreft die subsidies
ook jegens derden gelden.
Voor het reguleren van subsidies op de beleidsterreinen van het ministerie
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is een Kaderwet
VROM- en WWI-subsidies derhalve onverminderd wenselijk. Voorts wordt met genoemde
kaderwet beoogd de bestaande subsidieregelgeving te harmoniseren en te vereenvoudigen.
De minister voor Wonen, Wijken en Integratie,
E. E. van der Laan