31 924 XVIII
Slotwet en jaarverslag Wonen, Wijken en Integratie 2008

nr. 7
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 9 juni 2009

De commissie voor Wonen, Wijken en Integratie1 heeft de navolgende vragen over het Rapport van de Algemene Rekenkamer bij het jaarverslag van Wonen, Wijken en Integratie (XVIII) (31 924 XVIII, nr. 4) aan de regering voorgelegd.

De regering heeft deze vragen beantwoord bij brief van 4 juni 2009.

De vragen en antwoorden zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Van Gent

De griffier van de commissie,

Van der Leeden

Algemene Rekenkamer

1

De Algemene Rekenkamer stelt vast dat een bedrag van € 43,2 in de verplichtingen onrechtmatig is. Over € 17,5 miljoen is ten aanzien van de rechtmatigheid onzekerheid. Hoe verhoudt zich deze kanttekening met de genoemde bedragen op blz. 34 van het jaarverslag WWI onder het kopje «Huursubsidie en huurtoeslag»?

De genoemde bedragen in het jaarverslag WWI betreffen wijzigingen ten opzichte van eerder in de begroting opgenomen bedragen. De overschrijding kan verschillende oorzaken hebben. Zoals bij het antwoord op vraag 49 (zie 31 924 XVIII, nr. 3) is aangegeven is daar na afronding van het proces van definitief toekennen meer zicht op. Bij definitief toekennen zal ook blijken of ten opzichte van de door de ARK als onrechtmatig beoordeelde voorlopige toekenningen bijstellingen plaatsvinden, wat een deel van de verklaring van de genoemde overschrijdingen zou kunnen zijn.

2

Welke gemeenten hebben hun exploitatieverliezen als gevolg van de stagnerende inburgering in 2007 niet geverifieerd bij taalaanbieders? Wat is de laatste stand van zaken ten aanzien van de afhandeling van de compensatie van het exploitatieverlies van taalaanbieders in 2007?

De gemeenten Utrecht en Amsterdam hebben aangegeven dat zij de opgaven van taalaanbieders en de daarbij behorende accountantsverklaringen niet hebben geverifieerd. De volgende samenwerkingsverbanden en gemeenten hebben de opgaven zonder opmerkingen doorgestuurd aan het ministerie van VROM: Aalburg/Werkendam/Woudrichem, Beek, Bollenstreek, Den Helder, Heerlen, Kop van Noord Holland, Noord Kennemerland, Son en Breugel. In hoeverre deze gemeenten de opgaven hebben geverifieerd is onbekend. Alle opgaven van aanbieders van inburgeringscursussen zijn overigens wel voorzien van accountantsverklaringen. Een steekproef van deze verklaringen wordt gereviewed door de Rijksauditdienst.

Het Rijksdeel van de compensatie is overgemaakt aan de betrokken gemeenten, ten behoeve van de aanbieders van inburgeringscursussen. In afwachting van de uitkomsten van de reviews door de Rijksauditdienst worden de bedragen in juni definitief vastgesteld. Voor wat betreft het gemeentelijk deel hebben alleen de gemeente Amsterdam en Den Haag nog geen overeenstemming bereikt met al haar aanbieders van inburgeringscursussen.

3

Welk toetsingskader wordt door de directie Inburgering en Integratie gehanteerd voor subsidieverzoeken? Hoe wordt deze toegepast bij concrete subsidieverzoeken?

Sommige subsidies zoals die aan de LOM-organisaties zijn gebaseerd op eigenstandige wetten en regelingen. In die wetten en regelingen is het toetskader beschreven.

Incidentele subsidies werden door de directie I&I bij het ministerie van Justitie gebaseerd op de Wet Justitiesubsidies, waarin een toetsingskader beschreven is. Dit werd aangevuld met specifieke criteria in beleidskaders voor specifieke dossiers. Overigens worden doorgaans die activiteiten gesubsidieerd die gericht zijn op het slaan van bruggen tussen de verschillende groepen in de samenleving, het wegnemen van taboes en op contact en ontmoeting.

Bij de overgang van de directie I&I van het ministerie van Justitie naar het ministerie van VROM bleek dat het ministerie van VROM niet beschikt over een algemeen VROM-subsidiekader. Daarom is bij de overgang vastgelegd dat in afwachting van het VROM-brede subsidiekader de Wet Justitiesubsidies, aangevuld met de de criteria uit de beleidskaders de basis zou blijven voor de incidentele subsidies van I&I. Inmiddels wordt er gewerkt aan een VROM/WWI subsidiekader. Het is de bedoeling dat dit in het najaar 2009 gereed zal zijn.

4

Kunt u uw bezwaren m.b.t. het subsidiebeheer bij de directie Inburgering en Integratie uitgebreid toelichten? Kunt u een aantal voorbeelden geven van het niet toepassen van het toetsingskader, het niet goed boeken van voorschotten en de onvoldoende dossiervorming?

De bezwaren m.b.t. het subsidiebeheer richten zich onder andere op het ontbreken van een toetsingskader. Bij vraag 3 is hier al op ingegaan.

Voor wat betreft het voorschottenbeheer is de onvolledigheid met name veroorzaakt is door de overgang van het ministerie Justitie naar het ministerie VROM: Bij Justitie werden voor materiële kosten en externe inhuur betalingen op deelfacturen inzake contracten niet als voorschot vastgelegd; bij VROM wel. Hierdoor waren niet alle deelfacturen uit de Justitietijd als voorschot vastgelegd. De onvolledigheid is nog tijdens de jaarafsluiting 2008 opgelost met een correctieboeking.

Met onvoldoende dossiervorming werd bedoeld dat de directie niet alle dossiers zelf fysiek binnen de directie bewaarde. De directie had bewust gekozen voor fysieke onderbrenging bij de centrale archief van VROM om dubbele dossiervorming en daarmee het gevaar van fouten te voorkomen. Een andere opmerking was dat de dossiers niet altijd tussenrapportages bevatten. Deze zullen voortaan ook in het dossier worden opgeborgen.

5

Wat is de oorzaak van de niet tijdige invoering van gegevens in het ISI? Kunt u actuele informatie verstrekken? Waarom wel of waarom niet?

Uit een ketenbrede analyse uitgevoerd in het najaar van 2008, kwam naar voren dat de achterstand met betrekking tot de registratie bepaald wordt door verschillende factoren. Er blijkt niet alleen sprake te zijn van problemen van technische aard. De knelpunten liggen ook op het gemeentelijk organisatorische vlak, zoals beperkte afstemming tussen afdelingen en de lage prioriteit die registratie krijgt. Daarnaast is er na oplevering van een nieuwe release van het ISI door de IB-groep, sprake van relatief lange doorlooptijden voor het aanpassen van clientvolgsystemen door de leveranciers hiervan, alsmede het herinrichten van werkprocessen door gemeenten.

U vraagt naar de actualiteit van de informatie. De huidige gegevens uit het ISI over 2008 wijken niet substantieel af van de gegevens zoals opgenomen in het Jaarverslag (TK, vergaderjaar 2009–2009, 31 924 XVIII, nr. 3) over 2008. Uit informatie van het aanjaagteam komt naar voren dat de verschillen tussen de gemeentelijke gegevens en het ISI afnemen.

Zoals ik eerder heb aangegeven in de Kamer, hecht ik veel belang aan een goede informatievoorziening ten aanzien van inburgering. Het feit dat nog niet alle gemeenten bij zijn met de registratie is zorgelijk en heeft mijn aandacht. Ik heb dan ook op centraal niveau een aantal acties in gang gezet die er op zijn gericht de randvoorwaarden voor een adequate informatievoorziening te optimaliseren. Deze acties hebben ondermeer betrekking op een verbeterd kwaliteitsbeheer ten aanzien van het systeem, het verbeteren van de gebruikersvriendelijkheid en het faciliteren van de aansluiting van de gemeentelijke clientvolgsystemen op de systemen van de IB-groep.

Om tijdige registratie van gemeenten verder te bewerkstelligen zullen de voorwaarden in het Besluit inburgering waaronder gemeenten gegevens moeten aanleveren verder worden aangescherpt. Het aanjaagteam heeft uitdrukkelijk de opdracht om het belang van registratie voortdurend bij gemeenten onder de aandacht brengen.

6

De Algemene Rekenkamer maakt opmerkingen over de prestatie-indicatoren die worden gebruikt om de kwaliteitsverbetering van de inburgering te meten. Feitelijk is de prestatie-indicator die inzicht geeft in de kwaliteit van de inburgeringstrajecten niet in de begroting opgenomen. Hierover wordt louter gerapporteerd aan de hand van het percentage duale trajecten. Wat zou daarnaast kunnen worden gebruikt en ingezet om de kwaliteit te meten respectievelijk verder te verbeteren?

In de WWI-begroting over 2009 is als indicator het aantal duale trajecten als percentage van het totaal aantal aangeboden voorzieningen opgenomen. Dit was nog niet het geval in de WWI-begroting voor 2008. Als verdere duiding van kwaliteit van de inburgering is in de WWI-begroting 2009 ook het slagingspercentage opgenomen.

7

Kunt u nader definiëren wat u en dus ook gemeenten onder een duaal traject verstaan?

Artikel 1.1, onder p, van het Besluit inburgering verstaat onder een duale inburgeringsvoorziening: een inburgeringsvoorziening die met het oog op de actieve deelname van de inburgeringsplichtige aan de Nederlandse samenleving mede voorziet in activiteiten die in samenhang, en ten minste voor een deel gelijktijdig, met het verwerven van mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving worden uitgevoerd.

In de toelichting bij de wijziging van het Besluit inburgering d.d. 29 december 2008 (Stb. 2008, 605) is een en ander verder uitgewerkt. De activiteiten kunnen betrekking hebben op – maar zijn niet beperkt tot – de volgende gebieden: betaald werk, voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling, voorbereiding op het zelfstandig ondernemerschap, vrijwilligerswerk, maatschappelijke activering en opvoedingsondersteuning. Essentieel is dat de inburgeringscomponent en de participatiecomponent in samenhang worden vormgegeven en uitgevoerd: de taalverwerving heeft betrekking op de participatiecomponent en de participatiecomponent heeft een expliciete rol in het stimuleren, ondersteunen en faciliteren van het taalverwervingsproces.

8

Hoe gaat u ervoor zorgen dat de beleidsinformatie die de gemeenten aanleveren wel tijdig en betrouwbaar wordt?

Uit een ketenbrede analyse uitgevoerd in het najaar van 2008, kwam naar voren dat de achterstand met betrekking tot de registratie bepaald wordt door verschillende factoren. Er blijkt niet alleen sprake te zijn van problemen van technische aard. De knelpunten liggen ook op het gemeentelijk organisatorische vlak, zoals beperkte afstemming tussen afdelingen en de lage prioriteit die registratie krijgt. Daarnaast is er na oplevering van een nieuwe release van het ISI door de IB-groep, sprake van relatief lange doorlooptijden voor het aanpassen van clientvolgsystemen door de leveranciers hiervan, alsmede het herinrichten van werkprocessen door gemeenten.

U vraagt naar de actualiteit van de informatie. De huidige gegevens uit het ISI over 2008 wijken niet substantieel af van de gegevens zoals opgenomen in het Jaarverslag (TK, vergaderjaar 2009–2009, 31 924 XVIII, nr. 3) over 2008. Uit informatie van het aanjaagteam komt naar voren dat de verschillen tussen de gemeentelijke gegevens en het ISI afnemen.

Zoals ik eerder heb aangegeven in de Kamer, hecht ik veel belang aan een goede informatievoorziening ten aanzien van inburgering. Het feit dat nog niet alle gemeenten bij zijn met de registratie is zorgelijk en heeft mijn aandacht. Ik heb dan ook op centraal niveau een aantal acties in gang gezet die er op zijn gericht de randvoorwaarden voor een adequate informatievoorziening te optimaliseren. Deze acties hebben ondermeer betrekking op een verbeterd kwaliteitsbeheer ten aanzien van het systeem, het verbeteren van de gebruikersvriendelijkheid en het faciliteren van de aansluiting van de gemeentelijke clientvolgsystemen op de systemen van de IB-groep.

Om tijdige registratie van gemeenten verder te bewerkstelligen zullen de voorwaarden in het Besluit inburgering waaronder gemeenten gegevens moeten aanleveren verder worden aangescherpt. Het aanjaagteam heeft uitdrukkelijk de opdracht om het belang van registratie voortdurend bij gemeenten onder de aandacht brengen.

9

Acht uw uitleg over de beleidsvrijheid van de gemeenten m.b.t. de interpretatie van de definitie van «Duaal traject» voldoende of verwacht u problemen bij toekomstige rapportages?

De definitie van een duale inburgeringsvoorziening is zodanig geformuleerd dat deze recht doet aan de beleidsvrijheid van gemeenten. Gemeenten hebben beleidsvrijheid over de vormgeving van een duale inburgeringsvoorziening, maar expliciet niet over het doel. Daarbij is nadrukkelijk bepaald dat bij een duale inburgeringsvoorziening de verwerving van vaardigheden in de Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving een relatie moet hebben met de op participatie gerichte activiteiten. Om interpretaties door gemeenten te voorkomen worden deze ondersteund door middel van voorlichting en voorbeelden. Overigens zijn de gegevens van gemeenten over duale trajecten onderworpen aan accountantscontrole door de gemeentelijk accountant.

Er is aangegeven dat in de Begroting 2009 WWI het percentage duale trajecten opgenomen zal worden en het slagingspercentage als prestatie-indicatoren die inzicht geven in de kwaliteit van de inburgeringstrajecten. Er worden geen problemen bij toekomstige rapportages verwacht.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van de Camp (CDA), Van Gent (GL), voorzitter, Van der Staaij (SGP), Arib (PvdA), Poppe (SP), Weekers (VVD), ondervoorzitter, Dijsselbloem (PvdA), Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Van der Ham (D66), Sterk (CDA), De Krom (VVD), Verdonk (Verdonk), Jansen (SP), Ortega-Martijn (CU), Wolbert (PvdA), Van der Burg (VVD), Van Heugten (CDA), Bouchibti (PvdA), Van Dijk (SP), Thieme (PvdD), Fritsma (PVV), Van Toorenburg (CDA), Vacature (CDA) en Vacature (SP).

Plv. leden: Bilder (CDA), Dibi (GL), Vacature (SGP), Timmer (PvdA), Kant (SP), Blok (VVD), Bouwmeester (PvdA), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Haverkamp (CDA), Pechtold (D66), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Nicolaï (VVD), Neppérus (VVD), De Wit (SP), Voordewind (CU), Heijnen (PvdA), Zijlstra (VVD), Vietsch (CDA), Leerdam (PvdA), Ulenbelt (SP), Vacature (PvdD), Madlener (PVV), Willemse-van der Ploeg (CDA), Vacature (CDA) en Karabulut (SP).

Naar boven