nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 augustus 2009
Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van het lid Van
Bommel van 17 juni 2009 met kenmerk 2009Z11 397. Het lid Van Bommel
geeft aan dat hij met zijn gewijzigde motie (Van Bommel en Gill’ard
31 924-V, nr. 10) vraagt om een evaluatie van de werkbezoeken en de rol
van politieke partijen bij het Nederlands Instituut voor Meerpartijendemocratie,
en hij verzoekt de regering aan te geven hoe zij die evaluatie wil laten uitvoeren
en binnen welke termijn de Kamer de resultaten daarvan tegemoet kan zien.
Het NIMD is in 2009 onderwerp van een onafhankelijke evaluatie door IOB,
waarbij de evaluatie van de door het NIMD bereikte resultaten op het gebied
capaciteitsontwikkeling zal worden gecombineerd met een volledige institutionele
evaluatie. Daarnaast zal ik eind 2009 een extern onderzoek laten uitvoeren
naar de financiële en beheersorganisatie van het NIMD. De rol van politieke
partijen bij het NIMD en in het bijzonder de werkbezoeken van Kamerleden,
zullen in beide onderzoeken expliciet en vanuit verschillende invalshoeken
worden geëvalueerd. Bij de IOB-evaluatie gaat het om inhoudelijke en
institutionele aspecten van de rol van bijvoorbeeld de werkbezoeken van Kamerleden,
terwijl financiële en beheersmatige aspecten, zoals rechtmatigheid en
doelmatigheid, centraal zullen staan in het externe beheersonderzoek.
1. Evaluatie capaciteitsontwikkeling en institutionele
evaluatie van het NIMD
Er vindt op dit moment een zelfstandige evaluatie van het NIMD plaats,
als onderdeel van de overkoepelende Evaluation of Dutch
support to capacity development; Evidence based case studies door
de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB). De focus
van deze evaluatie ligt op behaalde resultaten en het identificeren van factoren
die de mate van effectiviteit van de door het NIMD verleende steun aan zuidelijke
partners helpen verklaren. In de subsidiebeschikking aan het NIMD is verder bepaald dat in 2009 een (volgende) institutionele evaluatie
van het instituut zal plaatsvinden. De eerste institutionele evaluatie van
het NIMD in 2005 is uitgevoerd door het European Centre for Development Policy
Management (ECDPM). De opdracht hiervoor is indertijd verstrekt door het NIMD.
De voor 2009 vereiste institutionele evaluatie wordt geïntegreerd in
de evaluatie capaciteitsontwikkeling. Dit betekent dat de zelfstandige deelevaluatie
NIMD, die plaatsvindt onder een algemeen referentiekader capaciteitsontwikkeling
(Terms of Reference), wordt uitgebreid met een volledige institutionele evaluatie.
Dit betekent eveneens dat IOB ook verantwoordelijk is voor de institutionele
evaluatie van het NIMD.
De rol van politieke partijen bij het NIMD, inclusief werkbezoeken van
Kamerleden, is per definitie onderwerp van onderzoek in een institutionele
evaluatie van het NIMD. De effecten van de werkbezoeken van Kamerleden zijn
eveneens per definitie onderwerp van onderzoek bij een evaluatie capaciteitsontwikkeling.
Institutionele en inhoudelijke aspecten van de betrokkenheid van politieke
partijen bij het NIMD en in het bijzonder van werkbezoeken van Kamerleden
zullen dan ook worden onderzocht in de samengevoegde (geïntegreerde)
IOB-evaluatie van het NIMD.
2. Onderzoek naar het beheer door het NIMD
Financieel beheer en daaraan gerelateerde vragen, onder ander gerelateerd
aan de werkbezoeken van Kamerleden, zullen worden geadresseerd in het eveneens
voorziene onafhankelijke onderzoek naar de financiële en beheersorganisatie
van het NIMD.
Naar aanleiding van de tekortkomingen in het beheer door het NIMD, die
ertoe hebben geleid dat ik de subsidie 2003–2006 met 781 227 Euro
lager heb vastgesteld, heb ik een aantal aanvullende maatregelen getroffen.
Onder die maatregelen vallen verscherpt toezicht op het NIMD en, in het kader
van het sanctiebeleid, voorzichtigheid bij de bevoorschotting in de lopende
subsidie 2007–2010. Er zal eveneens een volledig en onafhankelijk onderzoek
komen naar het beheer door het NIMD, zoals dat ook wordt gevraagd in de motie
Van Bommel 31 924-V, nr. 5. Dit onderzoek, dat in november 2009 van start
zal gaan, heeft betrekking op de financiële en beheersorganisatie van
het NIMD en het gebruik van subsidiegelden. In dit onafhankelijke onderzoek
zal onder meer worden gekeken naar de doelmatigheid van de wijze waarop subsidiegeld
thans wordt aangewend voor management en programmabeheer. De besteding van
subsidiegelden aan werkbezoeken van Kamerleden en bredere betrokkenheid van
politieke partijen bij het NIMD, zal in dit onderzoek worden geanalyseerd.
Het verscherpte toezicht en dit onafhankelijke onderzoek samen, zullen bovendien
moeten uitwijzen of het NIMD heeft voldaan aan de door mij gestelde strikte
voorwaarden voor kwijtschelding van de als gevolg van de onrechtmatige uitgaven
in 2006 uitstaande vordering van 402 265 Euro.
Met de IOB-evaluatie en het onderzoek naar de financiële en beheersorganisatie
van het NIMD, zal een volledig beeld worden geschetst van de werkbezoeken
van Kamerleden voor het NIMD, de betrokkenheid van politieke partijen daarbij
en institutionele, inhoudelijke en financiële en beheersmatige aspecten
van de relatie tussen de politieke partijen en het NIMD. Het rapport van de
IOB-evaluatie van het NIMD zal eind maart 2010 gereed zijn. Voor het onafhankelijke
onderzoek naar de financiële en beheersorganisatie van het NIMD zal dezelfde
termijn worden gehanteerd. Beide rapporten zullen samen met de
beleidsreactie binnen de geldende termijn van drie maanden na vaststelling
van de rapporten1 aan uw Kamer worden toegezondenn.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A. G. Koenders