31 910
Buitenlandvergoedingen rijksambtenaren 2002–2008

nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 oktober 2009

Op 1 oktober jl. heeft de commissie voor de Rijksuitgaven mij per brief (2009D47135) een inbreng van feitelijke vragen aangeboden over het rapport van de Algemene Rekenkamer «Buitenlandvergoedingen rijksambtenaren 2002–2008 (deel B)» (Kamerstuk 31 910, nr. 6). Daarbij was het het verzoek aan mij om de coördinatie van de beantwoording te verzorgen, zo nodig vragen door te geleiden naar andere bewindspersonen, en de antwoorden uiterlijk 22 oktober 2009 bij de Kamer aan te bieden.

Gelet op de tijd die beantwoording en interdepartementale afstemming vergen, ben ik niet in staat op de genoemde termijn aan het verzoek te voldoen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Naar boven