31 904 Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten

K BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 november 2010

Op 8 oktober jl. heeft mijn voorganger u in het kader van het bij u voorliggende wetsvoorstel wijziging Elektriciteits- en Gaswet (31904) schriftelijk de suggestie gedaan om het wetsvoorstel te behandelen onder de toezegging dat geen van de artikelen die betrekking hebben op het systeem van voorrang voor duurzaam in werking zouden treden. Op 28 oktober heb ik u vervolgens een afschrift doen toekomen van mijn brief aan de Tweede Kamer in antwoord op vragen hoe ik het vervolgproces zie. Op basis van deze laatste brief heeft u besloten om dit wetsvoorstel in zijn geheel plenair te bespreken op 30 november a.s.

De Tweede Kamer heeft mij op 8 november jl. verzocht om informatie over de voortgang van de behandeling in uw Kamer. Om tegemoet te komen aan dit verzoek, en tegelijkertijd een zorgvuldige voorbereiding van dit debat te faciliteren, geef ik hieronder weer welke route ten aanzien van het onderwerp voorrang voor duurzaam mijn voorkeur heeft.

De inzet van mijn beleid is dat we in Nederland op zo kort mogelijke termijn kunnen zekerstellen dat ook in situaties van transportschaarste duurzaam geproduceerde elektriciteit onbelemmerd getransporteerd kan worden. Er moet dus snel een volwaardig en transparant systeem van congestiemanagement worden gerealiseerd waarbij duurzame energie voorrang krijgt op het net.

Daarom is mijn voorstel dat ik bij aanname van het wetsvoorstel door uw Kamer enkel de voorgestelde bepaling ten aanzien van de kostentoedeling bij congestiemanagement niet in werking laat treden. Dat betekent de facto dat:

  • a) de kosten van het systeem voor congestiemanagement op basis van de geldende tariefregulering in de transporttarieven voor afnemers terecht komen. Dit in tegenstelling tot de nu in het wetsvoorstel opgenomen bepaling dat de kosten worden neergelegd bij de producenten van elektriciteit.

  • b) na aanname van het wetsvoorstel vanaf begin 2011 is verzekerd dat duurzaam geproduceerde stroom voorrang krijgt op het net.

Na de inwerkingtreding van het wetsvoorstel wil ik vervolgens, in overleg met de NMa, betrokken marktpartijen en beide Kamers, zekerstellen dat ook voor de langere termijn een economisch verantwoord systeem kan worden gewaarborgd. Op de korte termijn voorzie ik geen problemen met deze route, omdat op basis van de laatste prognoses van de beheerder van het landelijke hoogspanningsnet TenneT de verwachting is dat er pas in de loop van 2012 kans is op ernstige congestieproblemen (in de Eemshaven). Vóór 2012 zijn situaties van transportschaarste niet uitgesloten, maar de inschatting is dat deze beperkt zullen zijn.

Op de langere termijn geldt echter wel dat ik wil waarborgen dat tegemoet gekomen kan worden aan de eerder met beide Kamers gewisselde zorgen over het effect van het in de transporttarieven van de afnemer meenemen van de kosten op de werking van het systeem, de hoogte van die kosten en het risico van gaming door marktpartijen, en welke maatregelen in dat kader eventueel nog nodig zijn. Daar komt bij dat een meerderheid van de Tweede Kamer een heldere voorkeur heeft uitgesproken voor het voorstel om de kosten bij producenten neer te leggen. In dat kader acht ik het ook gewenst om met de Europese Commissie te overleggen over de ruimte voor het oorspronkelijke voorstel ten aanzien van herverdeling van kosten. Zodra het overleg met de Europese Commissie is afgerond, zal ik bezien of de oorspronkelijk voorgestelde wijze van kostentoedeling moet worden heroverwogen, en zo ja, of dat consequenties heeft voor de inrichting van het systeem van congestiemanagement. Ik verwacht dat dit proces enkele maanden in beslag zal nemen.

Indien u op 30 november kunt instemmen met de hierboven beschreven route, zal ik beide Kamers zo spoedig mogelijk daarna rapporteren over de uitkomsten daarvan en de vervolgstappen.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

Naar boven