31 904
Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten

nr. 59
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID JANSEN C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 51

Ontvangen 5 februari 2010

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel II, onderdeel K, artikel 24a, eerste lid, wordt de zinsnede «tenzij de gevolgen van het toepassen hiervan niet redelijk en proportioneel zijn» vervangen door: tenzij de netbeheerder met het toepassen hiervan de veiligheid en betrouwbaarheid van de netten en van het transport van elektriciteit over de netten niet op de meest doelmatige wijze kan waarborgen.

II

In artikel II, onderdeel K, artikel 24a, tweede lid, wordt de zinsnede «tenzij de gevolgen van het toepassen hiervan niet redelijk en proportioneel zijn» vervangen door: tenzij de netbeheerder met het toepassen hiervan de veiligheid en betrouwbaarheid van de netten en van het transport van elektriciteit over de netten niet op de meest doelmatige wijze kan waarborgen.

III

Artikel II, onderdeel K, artikel 24a, achtste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel c vervalt.

2. Onderdeel d wordt verletterd tot onderdeel c.

Toelichting

In artikel 24a, eerste lid van de Elektriciteitswet wordt een de voorrang voor duurzaam en WKK ingeperkt, op basis van de ruime begrippen «... niet redelijk en proportioneel».

Op grond van artikel 8 van Richtlijn 2004/8/EG en artikel 16, tweede lid, van Richtlijn 2009/28/EG moeten transport en distributie van elektriciteit opgewekt met hernieuwbare bronnen of hoogrenderende WKK gegarandeerd worden. De richtlijnen laten alleen ruimte voor een beperking van dit uitgangspunt op grond van de betrouwbaarheid en veiligheid van het net.

Inperking van de voorrang op grond van de overwegingen «... niet redelijk en proportioneel» is te breed geformuleerd en daarom in strijd met dit uitgangspunt. Het amendement verwijst naar de nauwkeuriger formulering in artikel 16, onder 1b, van de Elektriciteitswet 1998: «de veiligheid en betrouwbaarheid van de netten en van het transport van elektriciteit over de netten op de meest doelmatige wijze te waarborgen;».

Deze formulering biedt de netbeheerder de ruimte om in situaties waarin er sprake is van congestie, en een structurele oplossing op korte termijn mogelijk is, te kiezen voor een investering in deze structurele oplossing in plaats van in tijdelijke voorzieningen die slechts zeer kort benut zullen worden.

Jansen

Samsom

Wiegman-Van Meppelen Scheppink

Spies

Naar boven