31 904
Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten

nr. 55
MOTIE VAN HET LID VAN DER HAM

Voorgesteld 2 februari 2010

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat bij het afregelen op basis van marginale kosten gascentrales met een lagere uitstoot eerder zullen worden afgeregeld dan kolencentrales met een hogere uitstoot;

verzoekt de regering:

– de juridische haalbaarheid van het instellen van een rangorde op basis van CO2 voor het afregelen van niet-duurzame elektriciteitscentrales tijdens het optreden van congestie te onderzoeken;

– zich in te zetten voor een uitzonderingstoepassing voor een dergelijke rangorde in de Europese regelgeving op het moment dat blijkt dat het niet mogelijk is binnen de bestaande regelgeving bovenstaand onderscheid te maken zonder inbreuk te doen op de principes van non-discriminatie,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Ham

Naar boven