nr. 36
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN SAMSOM EN ZIJLSTRA TER
VERVANGING VAN DE AMENDMENTEN OP NRS. 27 EN 33
Ontvangen 21 januari 2010
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel F, derde onderdeel, wordt in het vijfde lid, onder
a, «, tenzij de verzoeker aangesloten is of aangesloten wordt op een
warmtenet als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Warmtewet;»
vervangen door een punt.
II
In artikel I, onderdeel I, derde onderdeel, komt onderdeel f te luiden:
f. de gebiedsindeling van de netbeheerders ten behoeve van de uitvoering
van de taak, genoemd in artikel 10, vijfde lid, waarbij bepaalde gebieden
kunnen worden uitgezonderd indien zich in dat gebied een warmtenet als bedoeld
in artikel 1, onderdeel c, van de Warmtewet bevindt of gaat bevinden of indien
het een gebied betreft waar een netbeheerder niet op economische voorwaarden
een gastransportnet in werking kan hebben, onderhouden of ontwikkelen.
Toelichting
Het wetsvoorstel kent geen uitzondering op de aansluitplicht voor de zogeheten
onrendabele gebieden (natuurgebieden en andere dunbevolkte gebieden) Tot nu
toe is geoordeeld dat het aanleggen van een gastransportnet respectievelijk
van een of meer aansluitingen in deze gebieden vanwege de hoge maatschappelijke
kosten en de aanwezigheid van alternatieven achterwege kan blijven. Het amendement
beoogt de huidige praktijk te continueren en voor deze gebieden een uitzondering
op de aansluitplicht op te nemen.
De kosten van een aansluitplicht in onrendabele gebieden, daar waar een
gastransportnet aanlegt dient te worden, zouden in de gereguleerde transporttarieven
verdisconteerd moeten worden en dan tot een stijging van deze tarieven voor
alle overige afnemers leiden gedurende de periode van de afschrijving
van de investeringen. Te meer daar er praktische en duurzame alternatieven
voor gas zijn, is een dergelijke stijging niet aanvaardbaar. Voorts is het
ongewenst dat gastransportnetten moeten worden aangelegd in natuurgebieden.
De tekst van het wetsvoorstel sluit verder niet uit dat iemand in een
stadsverwarmingsgebied zijn aansluiting op het warmtenet opzegt en daarna
door de gasnetbeheerder moet worden aangesloten. Aangenomen dat dit niet de
bedoeling is, wordt deze omissie tevens bij dit amendement hersteld.
Daarbij wordt gekozen voor een andere systematiek dan die het wetsvoorstel
tot dusver kende. Bij het vaststellen van de gebiedsindeling kunnen gebieden
worden aangewezen waarvoor de aansluitplicht voor de regionale netbeheerders
niet geldt. Na het vaststellen van de gebiedsindeling door de NMa op grond
van artikel 12f ontstaat duidelijkheid over de reikwijdte deze aansluitplicht.
Dit bevordert de handhaving van het betreffende artikel door de NMa. Op
basis van artikel 12 kan bij ministeriële regeling nadere duiding worden
gegeven aan het voorgestelde artikel.
Samsom
Zijlstra