31 904
Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten

nr. 34
AMENDEMENT VAN HET LID ZIJLSTRA

Ontvangen 21 januari 2010

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In Artikel II wordt na onderdeel K een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ka

Artikel 27, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel d wordt na de woorden «iedere afnemer» ingevoegd: , niet zijnde een producent,.

2. Na onderdeel d wordt onder vernummering van de onderdelen e, f en g tot de onderdelen f, g en h een onderdeel ingevoegd, luidende:

e. iedere producent wordt aangesloten op het dichtstbijzijnde punt in het net waar voldoende netcapaciteit beschikbaar is, met dien verstande dat bij ministeriële regeling soorten productie-installaties of gebieden kunnen worden aangewezen, waarbij onderscheidenlijk waarin een producent recht heeft te worden aangesloten op het dichtstbijzijnde punt in het net met een bij zijn aansluiting behorend spanningsniveau;.

Toelichting

Momenteel moeten producenten met een aansluiting van maximaal 10 MVA worden aangesloten op het dichtstbijzijnde punt in het net met een bij de aansluiting behorend spanningsniveau, ongeacht of er ter plaatse voldoende netcapaciteit beschikbaar is. Indien het net ter zake verzwaard moet worden, komen de netverzwaringskosten geheel ten laste van de netbeheerder en worden dan via de transporttarieven gesocialiseerd over alle afnemers in het gebied van die netbeheerder. Er is voor dergelijke producenten geen enkele prikkel om bij het kiezen van een locatie rekening te houden met deze kosten. Integendeel, uit door de NMa beslechte geschillen blijkt dat producenten hun WOZ-object en hun installatie splitsen om onder de grens van 10 MVA te komen/blijven.

Om te voorkomen dat onevenredig hoge, te socialiseren kosten moeten worden gemaakt voor de aansluiting van één of enkele producenten wordt volgens het onderhavige amendement iedere producent aangesloten op het dichtstbijzijnde punt in het net waar voldoende netcapaciteit beschikbaar is. Bij ministeriële regeling kunnen voor bepaalde soorten productie-installaties en/of voor bepaalde gebieden, waarvoor dit maatschappelijk gewenst wordt geacht, uitzonderingen worden gemaakt, i.c. het huidige regime worden hersteld. Eenmaal gemaakte keuzes kunnen aldus ook zonder wetswijziging aangepast worden indien de ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.

Daarnaast kan de Minister met deze ministeriële regeling bepaalde gebieden aantrekkelijker maken en daarmee andere gebieden minder aantrekkelijk maken voor producenten om zich te vestigen. Daarmee heeft zij een instrument dat kan bijdragen aan een vanuit maatschappelijk oogpunt efficiënte energie-infrastructuur.

Zijlstra

Naar boven