nr. 33
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID ZIJLSTRA TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 32
Ontvangen 20 januari 2010
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel F, onder 3, komt het vijfde lid te luiden:
5. Een netbeheerder, niet zijnde de netbeheerder van het landelijk
gastransportnet, heeft, in aanvulling op de in het eerste, derde en vijfde
lid genoemde taken, in het voor hem krachtens artikel 12f vastgestelde gebied
tevens tot taak om:
a. een ieder die verzoekt om een aansluiting die een capaciteit heeft
van maximaal 40 m3 per uur te voorzien van deze aansluiting,
tenzij het gebouw ten behoeve waarvan een aansluiting wordt verzocht zich
bevindt op een locatie:
1°. waar zich geen gastransportnet bevindt en de netbeheerder
niet op economische voorwaarden een gastransportnet in werking kan hebben,
onderhouden of ontwikkelen; of
2°. waar zich een warmtenet als bedoeld in artikel 1, onderdeel
c, van de Warmtewet bevindt of gaat bevinden.
b. een ieder die verzoekt om een aansluitpunt ten behoeve van een
aansluiting die een doorlaatwaarde heeft groter dan 40 m3
per uur te voorzien van dit aansluitpunt.
II
In artikel IID, onderdeel F, onder 4, komt het zesde lid te luiden:
6. Een netbeheerder, niet zijnde de netbeheerder van het landelijk
gastransportnet, heeft, in aanvulling op de in het eerste, derde en vijfde
lid genoemde taken, in het voor hem krachtens artikel 12f vastgestelde gebied
tevens tot taak om:
a. een ieder die verzoekt om een aansluiting die een capaciteit heeft
van maximaal 40 m3 per uur te voorzien van deze aansluiting,
tenzij het gebouw ten behoeve waarvan een aansluiting wordt verzocht zich
bevindt op een locatie:
1°. waar zich geen gastransportnet bevindt en de netbeheerder
niet op economische voorwaarden een gastransportnet in werking
kan hebben, onderhouden of ontwikkelen; of
2°. waar zich een warmtenet als bedoeld in artikel 1, onderdeel
c, van de Warmtewet bevindt of gaat bevinden.
b. een ieder die verzoekt om een aansluitpunt ten behoeve van een
aansluiting die een doorlaatwaarde heeft groter dan 40 m3
per uur te voorzien van dit aansluitpunt.
Toelichting
Het wetsvoorstel kent geen uitzondering op de aansluitplicht voor de zogeheten
onrendabele gebieden (natuurgebieden en andere dunbevolkte gebieden, gebieden
omgeven door snelwegen of «kunstwerken» etc.). Tot nu toe is geoordeeld
dat het aanleggen van een gasnet respectievelijk van een of meer aansluitingen
in deze gebieden vanwege de hoge maatschappelijke kosten en de aanwezigheid
van alternatieven achterwege kan blijven. Het amendement beoogt de huidige
praktijk te continueren en voor deze gebieden een uitzondering op de aansluitplicht
op te nemen.
De kosten van een aansluitplicht in onrendabele gebieden zouden in de
gereguleerde aansluit- of transporttarieven verdisconteerd moeten worden en
dan tot een stijging van deze tarieven voor alle overige afnemers leiden gedurende
de periode van de afschrijving van de investeringen. Te meer daar er praktische
en duurzame alternatieven voor gas zijn, is een dergelijke stijging niet aanvaardbaar.
Voorts is het ongewenst dat gastransportnetten moeten worden aangelegd in
natuurgebieden.
De tekst van het wetsvoorstel sluit verder niet uit dat iemand in een
stadsverwarmingsgebied zijn aansluiting op het warmtenet opzegt en daarna
door de gasnetbeheerder moet worden aangesloten. Aangenomen dat dit niet de
bedoeling is, wordt deze omissie tevens bij dit amendement hersteld.
Zijlstra