31 904
Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten

nr. 29
DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 19 januari 2010

Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel I, onderdeel A, onder 3, wordt als volgt gewijzigd:

de aanduiding «y.» voor «programmaverantwoordelijkheid:» wordt vervangen door «w.», de aanduiding «z.» voor «programmaverantwoordelijke:» door: »x.», de aanduiding «aa.» voor »continentaal plat» door «y.», de aanduiding «ab.» voor «landsgrensoverschrijdend gastransportnet» door «z.», en de aanduiding «ac.» voor «aansluitpunt» door: aa..

B

Artikel I, onderdeel F, komt te luiden:

F

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid vervalt aan het slot van onderdeel a «en».

2. Aan het tweede lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b, door «en» een onderdeel toegevoegd, luidende:

c. de netbeheerder van het landelijk gastransportnet informatie over de actuele gasstromen op zijn net.

3. Na het vierde lid worden twee leden toegevoegd, luidende:

5. Een netbeheerder heeft, in aanvulling op de in het eerste en derde lid genoemde taken, in het voor hem krachtens artikel 12f vastgestelde gebied tevens tot taak om:

a. een ieder die verzoekt om een aansluiting die een doorlaatwaarde heeft kleiner dan 40 m3 per uur te voorzien van deze aansluiting, tenzij de verzoeker aangesloten is of aangesloten wordt op een warmtenet als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Warmtewet;

b. een ieder die verzoekt om een aansluitpunt ten behoeve van een aansluiting die een doorlaatwaarde heeft groter dan 40 m3 per uur te voorzien van dit aansluitpunt.

6. Het is anderen dan de desbetreffende netbeheerder verboden een taak uit te voeren als bedoeld in het vijfde lid.

C

Artikel I, onderdeel I, wordt als volgt gewijzigd:

Onder vernummering van het vierde tot het vijfde onderdeel, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

4. Het tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. toedeling van de transportcapaciteit, de bepaling van de omvang van de capaciteit voor het transport van gas over een landsgrensoverschrijdend gastransportnet, het toewijzen van de beschikbare capaciteit daarop en de wijze van toewijzen van capaciteit op een landsgrensoverschrijdend gastransportnet die een netgebruiker niet gebruikt, welke wijze kan inhouden het veilen of het op een andere marktconforme methode toewijzen van die capaciteit;.

D

Artikel II, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 1 wordt de aanduiding «ad.» voor «productie-installatie:» vervangen door «ae.» en de aanduiding «ae» voor «operationele netwerkveiligheid:» door: af..

2. In onderdeel 2 wordt de aanduiding «ai.» voor «congestie:» vervangen door «ag.», de aanduiding «aj.» voor «congestiegebied:» door «ah.» en de aanduiding «ak.» voor «congestiemanagement:« door: ai..

E

Artikel II, onderdeel K, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid komt te luiden:

4. Een producent ten aanzien van wiens opgewekte elektriciteit de netbeheerder op grond van het eerste of tweede lid congestiemanagement toepast, betaalt een bedrag aan de netbeheerder in verband met de vergoeding bedoeld in het zesde lid. Het bedrag kan verschillen voor verschillende producenten in het congestiegebied.

2. Het vijfde lid komt te luiden:

5. Een producent in een congestiegebied die zijn voorgenomen productiehoeveelheid niet of niet geheel mag produceren, is verplicht zijn productie in het congestiegebied te beperken tot de door de netbeheerder opgegeven hoeveelheid.

3. Het zesde lid komt te luiden:

6. Een producent buiten een congestiegebied is verplicht op verzoek van een netbeheerder die congestiemanagement toepast, de productie met de door de netbeheerder opgegeven hoeveelheid te verhogen. De netbeheerder betaalt hiervoor een vergoeding.

4. Het achtste lid vervalt.

5. Het negende en tiende lid worden vernummerd tot het achtste en negende lid.

6. In het negende lid wordt de zinsnede «het achtste en negende lid» vervangen door: het achtste lid.

F

In artikel II, onderdeel V, wordt in onderdeel 3 de zinsnede «negende lid» vervangen door: achtste lid.

G

Artikel II, onderdeel Wa, vervalt.

H

Na artikel IIB, worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIC

Indien het bij koninklijke boodschap van 3 maart 2008 ingediende voorstel van wet tot Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt (Kamerstukken 31 374) tot wet is verheven en artikel II, onderdeel A, van die wet eerder in werking treedt dan artikel I, onderdeel A, van deze wet, dan komt artikel I, onderdeel A, onder 3, als volgt te luiden:

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel x, door een puntkomma, worden vijf onderdelen toegevoegd, luidende:

y. programmaverantwoordelijkheid: de verantwoordelijkheid voor het opstellen van een programma als bedoeld in artikel 17b, eerste of tweede lid;

z. programmaverantwoordelijke: degene op wie programmaverantwoordelijkheid rust;

aa. continentaal plat: het onder de Noordzee gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond daarvan, waarop het Koninkrijk mede overeenkomstig het op 10 december 1982 te Montego-Bay gesloten Verdrag inzake het recht van de zee (Trb. 1983, 83) soevereine rechten heeft en welke is gelegen aan de zeezijde van de in artikel 1, eerste lid, van de Wet grenzen Nederlandse territoriale zee bedoelde lijn;

ab. landsgrensoverschrijdend gastransportnet: een gastransportnet dat de grens van tenminste twee landen overschrijdt en dat uitsluitend als doel heeft de gastransportnetten van die landen onderling te koppelen;

ac. aansluitpunt: het deel van de aansluiting vanaf het gastransportnet tot en met de eerste afsluiter.

ARTIKEL IID

Indien het bij koninklijke boodschap van 3 maart 2008 ingediende voorstel van wet tot Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt (Kamerstukken 31 374), tot wet is verheven, en artikel II, onderdeel C, van die wet eerder in werking treedt dan artikel I, onderdeel F, van deze wet, dan komt artikel I, onderdeel F, als volgt te luiden:

F

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid vervalt aan het slot van onderdeel a «en».

2. Aan het tweede lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b, door «en» een onderdeel toegevoegd, luidende:

c. de netbeheerder van het landelijk gastransportnet informatie over de actuele gasstromen op zijn net.

3. Het zesde lid wordt vernummerd tot zevende lid.

4. Na het vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

6. Een netbeheerder heeft, in aanvulling op de in het eerste, derde en vijfde lid genoemde taken, in het voor hem krachtens artikel 12f vastgestelde gebied tevens tot taak om:

a. een ieder die verzoekt om een aansluiting die een doorlaatwaarde heeft kleiner dan 40 m3 per uur te voorzien van deze aansluiting, tenzij de verzoeker aangesloten is of aangesloten wordt op een warmtenet als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Warmtewet;

b. een ieder die verzoekt om een aansluitpunt ten behoeve van een aansluiting die een doorlaatwaarde heeft groter dan 40 m3 per uur te voorzien van dit aansluitpunt.

5. In het zevende lid (nieuw) wordt «het vijfde lid» vervangen door: het vijfde en zesde lid.

I

In artikel IV vervalt de zinsnede: op het tijdstip waarop.

Toelichting

1. Technische aanpassing

Het onderhavige wetsvoorstel houdt in technische zin rekening met en is afgestemd op het voorstel van wet tot Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt (Kamerstukken I 2007/2008, 31 374, A). De behandeling van laatstgenoemd wetsvoorstel is nog niet afgerond. Het is daardoor naar de huidige stand van zaken niet met volledige zekerheid vast te stellen dat laatstgenoemd wetsvoorstel eerder tot wet wordt verheven en in werking zal treden dan het onderhavige wetsvoorstel. Dat is afhankelijk van het verdere verloop van de behandeling van beide wetsvoorstellen. De voorgestelde wijzigingen in de onderdelen A, B en D voorkomen samenloopproblemen tussen beide wetsvoorstellen, indien onderhavig wetsvoorstel inderdaad eerder tot wet zou worden verheven en in werking zou treden dan dat andere wetsvoorstel. Onderdeel H bevat vervolgens de wijzigingen die noodzakelijk zijn, indien het wetsvoorstel Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt eerder tot wet wordt verheven en in werking treedt.

2. Gastransportcapaciteit

De voorgestelde wijziging van de Gaswet in onderdeel C heeft een andere achtergrond. Het bevorderen van de beschikbaarheid van grensoverschrijdende transportcapaciteit leidt tot een verbeterde werking van de gasmarkt. De voorgestelde wijziging levert naast andere voorgenomen maatregelen daaraan een bijdrage doordat die beheerders en netgebruikers van landsgrensoverschrijdende gasnetten stimuleert bewuster en efficiënter met beschikbare grensoverschrijdende capaciteit om te gaan. Uit de wijziging volgt dat de voor te stellen en vervolgens vast te stellen voorwaarden betrekking dienen te hebben op het bepalen van de omvang van de grensoverschrijdende gastransportcapaciteit. Daarbij kan gedacht worden aan voorwaarden met betrekking tot de berekeningsmethodiek die wordt gehanteerd om de omvang van de beschikbare capaciteit vast te stellen. Tevens dienen beheerders van landsgrensoverschrijdende gasnetten (interconnectorbeheerders) de beschikbare capaciteit toe te wijzen, waarbij voor ongebruikte capaciteit uitdrukkelijk wordt bepaald dat een marktconforme methode gebruikt dient te worden, zoals veilen. Het alsnog gebruiken van ongebruikte capaciteit bevordert de reductie van congestieproblemen bij contractuele congestie. Door de voorgestelde wijziging uitdrukkelijk in de Gaswet vast te leggen, is er een expliciete basis en verplichting om op grond van artikel 12 van de Gaswet bij ministeriële regeling hierover nadere regels te stellen. Indien die regels tot gevolg hebben dat bestaande rechtsverhoudingen met netgebruikers worden aangetast, zal bij het vaststellen van die regels sprake dienen te zijn van een behoorlijk evenwicht tussen enerzijds het nastreven van de verbeterde werking van de gasmarkt en indirect de leveringszekerheid, en anderzijds de belangen van afzonderlijke netgebruikers. Een ministeriële regeling die op grond van artikel 12 wordt vastgesteld of gewijzigd, wordt bij beide kamers der Staten-Generaal voorgehangen en het ontwerp wordt aan de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit voor advies voorgelegd.

3. Congestiemanagement

Met betrekking tot het onderdeel voorrang voor duurzaam wordt in onderdeel E van deze nota van wijziging het voorgestelde artikel 24a van de Elektriciteitswet 1998 gewijzigd. Daarin wordt nu bepaald dat producenten in een congestiegebied, waarop congestiemanagement wordt toegepast, een bedrag aan de netbeheerder moeten betalen indien dit volgt uit de procedure van congestiemanagement. Dit wordt gewijzigd in een bepaling die deze plicht direct op de producenten in het congestiegebied legt. Het is dus niet meer nodig om bij algemene maatregel van bestuur deze bepaling over de kostentoebedeling van toepassing te verklaren. Hetzelfde geldt voor het vijfde en zesde lid. Ook in deze leden wordt de verwijzing naar de procedures van congestiemanagement geschrapt en daarmee krijgen deze leden een rechtstreekse werking. Tot slot wordt de verwijzing naar de aangewezen beurs (APX) geschrapt. In de antwoorden op de vragen van de Tweede Kamer over de beleidsbrief is aangegeven dat het tot stand komen van de prijs voor op- en afregelen niet via de APX zal plaatsvinden maar via een biedladder bij de netbeheerder. Het achtste lid is daarmee overbodig geworden en komt te vervallen. In onderdeel G komt de voorgestelde wijziging van artikel 86e te vervallen. In artikel II, onderdeel Wa, van het wetsvoorstel, werd de APX verplicht om inlichtingen te verschaffen aan de netbeheerder. Deze plicht hield verband met de taak voor de APX bij congestiemanagement. Omdat deze taak komt te vervallen, kan de inlichtingenplicht ook vervallen.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven