nr. 26
AMENDEMENT VAN HET LID ZIJLSTRA
Ontvangen 13 januari 2010
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel X, artikel 66d, vervalt het tweede lid.
II
In artikel I, onderdeel X, artikel 66d, vervalt het vierde lid.
Toelichting
Het Wetsvoorstel verbetering gasmarkt voorziet in de toevoeging van artikel
66d aan de Gaswet. In dit artikel is voor de verkoper van gas de verplichting
opgenomen om de overname van de programmaverantwoordelijkheid separaat van
de verkoop van gas aan de koper aan te bieden. Daarbij is het de verkoper
van gas niet toegestaan te eisen dat de koper van gas de programmaverantwoordelijkheid
overdraagt (artikel 66d, lid 1, sub b van de Gaswet). Dit verbod geldt echter
niet indien de koper van gas met de verkoper van gas is overeengekomen dat
de hoeveelheid te kopen gas wordt bepaald door de feitelijke onttrekking van
gas aan het gastransportnet op één of meer aansluitingen (artikel
66d, lid 2 Gaswet). Dit zijn de zogenaamde exclusieve «all-in contracten»
(transport, gas en flexibiliteit), zoals die vaak worden aangeboden door de
partij zoals genoemd in artikel 54 van de gaswet. Artikel 66d, lid 4 is een
spiegeling van artikel 66 d lid 2, waarmee de koper van gas in het kader van
het kleine velden beleid (GasTerra) de programmaverantwoordelijkheid kan opeisen
van producenten van gas.
De uitzonderingen in artikel 66d, lid 2 en 4 zorgen ervoor dat de keuzevrijheid
van afnemers en leveranciers wordt beperkt en dat de huidige dominante positie
van GasTerra in stand wordt gehouden, dan wel wordt verstrekt. Het behouden
van de PV biedt voor GasTerra aanzienlijke waarde. In de Memorie van Toelichting
staat dat deze uitzondering (de opeisbaarheid van de programmaverantwoordelijkheid)
de huidige, veel bestaande praktijk, waarbij gas niet kan worden doorverkocht,
in stand wordt gehouden. Het laten voortbestaan van de huidige situatie
zorgt ervoor dat concurrentie voor leveranciers aan kleinverbruikers niet
echt van de grond komt. Het overgrote deel van deze leveranciers koopt in
bij GasTerra en biedt dus gas aan onder dezelfde voorwaarden. Een leverancier
kan niet een keer gas doorverkopen of goedkoper elders inkopen in dit systeem.
De mogelijkheid om door handig te handelen voordeel aan de klant te bieden
is dus beperkt.
Bovendien zijn de uitzonderingen in artikel 66d, lid 2 en 4 niet in lijn
met de motie Crone c.s. die de regering verzocht heeft om de liquiditeit en
de transparantie van gasmarkt (TTF) te versterken. Het volume op de TTF is
de laatste jaren gegroeid, maar de mate van verhandelbaarheid van gas is gedaald.
Ook de NMa geeft in haar jaarlijkse marktmonitor aan dat op de gasmarkt meeste
energieleveranciers voor de inkoop van gas alleen terecht kunnen bij Gasterra
(tegen de voorwaarden van Gasterra). Hierdoor zijn er volgens de NMa nog onvoldoende
mogelijkheden voor concurrentie tussen de leveranciers. Met name nieuwe toetreders
kunnen moeilijk een marktaandeel verwerven.
De Nederlandse regering mag geen maatregelen nemen die in strijd zijn
met de regels van het EG-Verdrag, met name de mededingingsregels. Er zijn
goede argumenten om te stellen dat artikel 66d, lid 2 en lid 4 van de Gaswet
kwalificeren als een bijzonder recht in de zin van artikel 86, lid 1, EG-Verdrag.
Het voorgestelde artikel 66d, lid 2 en 4 van de Gaswet houden namelijk een
wettelijke maatregel in, die bescherming biedt aan een klein aantal gasleveranciers,
dat in staat is gas op basis van flexibele contracten aan te bieden. Door
dit bijzondere recht raakt GasTerra in de positie haar machtspositie op de
markt voor het aanbieden van flexibiliteit te gebruiken om ook een sterke
positie te verkrijgen op de (toekomstige) markt voor het aanbieden van programmaverantwoordelijkheid.
Artikel 66d, lid 2, Gaswet zet GasTerra er aldus toe aan misbruik te maken
van haar machtspositie. Bovendien leidt artikel 66d, lid 2, Gaswet ertoe dat
de leveranciers van gas door middel van flexibele contracten ertoe aangezet
worden in strijd met het kartelverbod van artikel 81, lid 1, EG-Verdrag te
handelen doordat het overdragen van de programmaverantwoordelijkheid afnemers,
beperken in de doorverkoop van gas aan andere partijen.Dit betekent dat het
voorgestelde artikel 66d, lid 2, Gaswet in strijd is met artikel 86, lid 1,
EG-Verdrag en dus niet in stand kan blijven.
Door het schrappen van artikel 66d, lid 2 en 4 wordt de voortzetting van
de huidige praktijk géén automatisme en zal de keuzevrijheid
en de marktwerking op de gasmarkt worden versterkt. Pas dan wordt de gasmarkt
echt versterkt. Nu lopen er wel leveringen over TTF, maar die kunnen niet
worden doorverkocht, waardoor de gasmarkt er niet bij gebaat is. Door het
schrappen van de leden 2 en 4 van artikel 66d wordt de vrijheid voor zowel
afnemers als producenten vergroot. Zij kunnen er nog steeds voor kiezen om
de programmaverantwoordelijkheid over te dragen. Sterker nog, veel partijen,
zoals midden- en kleinbedrijven zullen dat graag willen doen, zodat zij hun
gaslevering zo snel en simpel mogelijk kunnen afhandelen. Andere partijen
zullen echter graag de vrijheid willen hebben om soms iets door te verkopen,
of iets extra in te kopen via TTF. Met hun verschillende leveranciers van
gas kunnen zij dan afspraken maken over de bandbreedte van afname. Of zij
kunnen standaardproducten op TTF kopen, waarmee zij zelf een eigen portfolio
kunnen samenstellen. Het schrappen van artikel 66d:2 en 4 biedt daarmee meer
ruimte om te gaan handelen en zal daarmee TTF kunnen versterken.
Zijlstra