31 904
Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten

nr. 25
AMENDEMENT VAN DE LEDEN SPIES EN WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPPINK

Ontvangen 13 januari 2010

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel II, onderdeel N wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel 2 komt te luiden:

2. Het twaalfde lid, komt te luiden:

12. In de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, f en g, wordt vastgelegd dat netten met een spanningsniveau van 110 kV of hoger zodanig zijn ontworpen en in werking zijn dat het transport van elektriciteit, ook indien zich een enkelvoudige storing voordoet, verzekerd is. Het transport van elektriciteit moet ook verzekerd zijn, als zich een enkelvoudige storing voordoet ten tijde van onderhoud.

2. Onderdeel 3 komt te luiden:

3. Na het twaalfde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

13. In afwijking van het twaalfde lid, tweede volzin, wordt voor netten met een spanningsniveau van 110 tot 220 kV in de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, f en g, vastgelegd in welke gevallen deze bepaling niet toegepast hoeft te worden. Daarbij dient een onderbreking van het transport van elektriciteit altijd beperkt te blijven tot ten hoogste zes uren en 100 MW.

Toelichting

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel tot wijzing van de Elektriciteitswet 1998 in verband met de implementatie van richtlijn 2005/89/EG welke tot doel heeft de leveringszekerheid te waarborgen is door het parlement uitdrukkelijk uitgesproken dat aan het belang van een betrouwbare elektriciteitsvoorziening grote waarde moet worden gehecht. In het verlengde hiervan is door het parlement bij amendement (30 934, nr. 7) de betrouwbaarheidsnorm, voor alle netten met een spanningsniveau van 110 kV en hoger, wettelijk verankerd. Netten met een spanningsniveau van 110 kV en hoger hebben een belangrijke betrouwbaarheidsfunctie voor de gehele elektriciteitsvoorziening. De betrouwbaarheidsnorm voor deze netten ondersteunt ook de betrouwbaarheid in netten met een lager spanningsniveau.

De betrouwbaarheidsnorm kan niet duidelijk genoeg in de wet opgenomen worden. De in dit amendement voorgestelde verwoording is een verheldering van de norm «enkelvoudige storingsreserve, ook tijdens onderhoud» (N-2), die het uitgangspunt vormt voor netten van 110 kV en hoger. Deze voor de leveringszekerheid essentiële norm houdt in dat in geval van storing de netbeheerder onmiddellijk een herstelmaatregel kan nemen, opdat het transport van elektriciteit, ook indien er onderhoud plaatsvindt, te allen tijde is gewaarborgd. De in de nota van wijziging opgenomen term «functioneren» draagt niet bij aan de duidelijkheid en is in dit amendement daarom vervangen door de term: «zijn ontworpen en in werking zijn».

Afwijking ten nadele van de betrouwbaarheid van dit uitgangspunt is niet mogelijk voor de netten met een spanningsniveau van 220 kV en hoger. Ten aanzien van de netten met een spanningsniveau van 110 tot 220 kV geldt een uitzondering ten aanzien van de N-2 norm. In lid 13 is opgenomen dat afwijking van de N-2 norm in de voorwaarden als bedoeld in artikel 31 lid 1 Elektriciteitswet 1998 mogelijk is bij netten met een spanningsniveau van 110 tot 220 kV onder de voorwaarde dat een eventueel daaruit voortvloeiende onderbreking van het transport van elektriciteit in alle gevallen beperkt blijft tot ten hoogste zes uren en 100 MW. De N-1 norm blijft evenwel gewaarborgd op de netten met een spanningsniveau van 110 tot 220 kV. Met deze regeling wordt beoogd een hoog niveau van de betrouwbaarheid van de elektriciteitsvoorziening te waarborgen.

Spies

Wiegman-van Meppelen Scheppink

Naar boven