nr. 21
AMENDEMENT VAN DE LEDEN SAMSOM EN WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPPINK
Ontvangen 13 januari 2010
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel II, onderdeel K, artikel 24a, eerste lid, vervalt de zinsnede «,
tenzij de gevolgen van het toepassen hiervan niet redelijk en proportioneel
zijn».
II
In artikel II, onderdeel K, artikel 24a, tweede lid, vervalt de zinsnede «,
tenzij de gevolgen van het toepassen hiervan niet redelijk en proportioneel
zijn».
Toelichting
In artikel 24a, eerste lid van de Elektriciteitswet wordt een belangrijk
voorbehoud gemaakt, waardoor voorrang voor duurzaam en WKK niet gegarandeerd
is. Als de gevolgen «niet redelijk en proportioneel zijn» zou
geen voorrang gegeven hoeven worden. De termen «redelijk en proportioneel»
zijn zeer ruime begrippen, waardoor in veel gevallen feitelijk geen voorrang
tot stand komt. Met deze formulering zou een netbeheerder aan het geven van
voorrang kunnen ontkomen, bijvoorbeeld met een beroep op ondoelmatigheid,
het ontbreken van technische regelsystemen of de doorlooptijd van de benodigde
maatregelen.
Daarnaast is de «tenzij-clausule» in artikel 24a, eerste lid
strijdig met het Europees recht, dat een dergelijk voorbehoud niet toestaat.
Volgens artikel 8 van de Richtlijn 2004/8/EG en artikel 16, tweede lid van
de Richtlijn 2009/28/EG moeten transport en distributie van elektriciteit
opgewekt met WKK of hernieuwbare bronnen gegarandeerd worden. De Richtlijnen
laten alleen ruimte voor beperking van dit recht op grond van de betrouwbaarheid
en de veiligheid van het net. Door een beperking van dit recht mogelijk
te maken indien voorrang «niet redelijk en proportioneel» is,
wordt de garantie op transport en distributie verder uitgehold dan op grond
van de genoemde Richtlijnen mogelijk is.
Samsom
Wiegman-van Meppelen Scheppink