31 896 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de aanpassing van de Vorderingsprocedure en de invoering van het alcoholslotprogramma

E VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 1 juni 2010

De leden van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat hebben kennis genomen van de memorie van antwoord met betrekking tot de Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de aanpassing van de Vorderingsprocedure en de invoering van het alcoholslotprogramma (31 896, C). Na bespreking van deze memorie van antwoord, heeft de commissie eindverslag vastgesteld teneinde het voorstel af te doen als hamerstuk. Wel hebben de leden van de commissie naar aanleiding van de memorie van antwoord nog een opmerking die is opgenomen in de brief aan de minister van Verkeer en Waterstaat van 26 mei 2010.

De minister heeft op 31 mei 2010 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,

Warmolt de Boer

BRIEF AAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Den Haag, 26 mei 2010

Met belangstelling hebben de leden van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat kennis genomen van de memorie van antwoord met betrekking tot de Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de aanpassing van de Vorderingsprocedure en de invoering van het alcoholslotprogramma (31 896, C). Na bespreking van deze memorie van antwoord, heeft de commissie eindverslag vastgesteld teneinde het voorstel af te doen als hamerstuk. Wel wensen de leden van de commissie naar aanleiding van de memorie van antwoord nog het volgende op te merken.

In de memorie van antwoord stelt u naar aanleiding van vragen van de leden van de CDA-fractie dat uit berekeningen van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) blijkt dat het alcoholslotprogramma in potentie kan leiden tot 30 tot 35 verkeersdoden en 300 tot 350 verkeersgewonden per jaar minder. Deze winst kan volgens het SWOV worden geboekt als het alcoholslotprogramma zo snel mogelijk na het begane alcoholdelict zou kunnen worden opgelegd, en er derhalve geen samenloop zal zijn met bijvoorbeeld een strafrechtelijke rijontzegging of, na invoering hiervan, een ongeldigheid van rechtswege in het kader van de recidiveregeling voor ernstige verkeersdelicten. Gezien deze samenloop geeft u aan, gezamenlijk met de Minister van Justitie, een onderzoek te starten naar de gevolgen van de samenloop tussen alle verschillende maatregelen en sancties op het terrein van het rijbewijs en dat u de Tweede Kamer voor het zomerreces zult rapporteren over mogelijke oplossingsrichtingen op basis van de resultaten van dit onderzoek.

De leden van de commissie verzoeken u om ook de Eerste Kamer te rapporten over deze mogelijke oplossingsrichtingen op basis van de resultaten van dit onderzoek. Kunt u dit toezeggen? De leden van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat zien uw reactie graag tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,

A. G. Schouw

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Den Haag, 31 mei 2010

Bij brief van 26 mei 2010, kenmerk 145968.02U, heeft u mij, onder verwijzing naar de desbetreffende passage in de memorie van antwoord bij het voorstel van wet tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de aanpassing van de vorderingsprocedure en de invoering van het alcoholslotprogramma (Kamerstukken I, 2009/10, 31 896, nr. C), verzocht om tegelijk met de rapportage aan de Tweede Kamer, ook aan de Eerste Kamer te rapporteren over het onderzoek naar de gevolgen van de samenloop tussen alle verschillende maatregelen en sancties op het terrein van het rijbewijs.

Uiteraard ben ik gaarne bereid aan uw verzoek te voldoen. Ik zeg u hierbij toe dat ik ook de Eerste Kamer zal informeren over de mogelijke oplossingsrichtingen op basis van de resultaten van het onderzoek.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings

Naar boven