31 890 Wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet en de Algemene nabestaandenwet in verband met aanpassing aan de invoering van een kwalificatieplicht in de Leerplichtwet 1969 en het aanbrengen van een aantal vereenvoudigingen in de Algemene Kinderbijslagwet alsmede enkele andere aanpassingen van die wet

Nr. 20 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 mei 2010

De laatste wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) en de Algemene nabestaandenwet (Anw), die gepubliceerd is in het Staatsblad van 2 maart 2010, nr. 74, kan tot gevolg hebben dat de kinderbijslag voor 16- en 17-jarigen wordt ingetrokken.

Wanneer het om het enige ten laste komende kind gaat, kan dit ertoe leiden dat alleenstaande ouders die uitkeringsgerechtigd zijn op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeids-ongeschikte gewezen werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Wet werk en inkomen kunstenaars (Wwik), de Wet investeren in jongeren (WIJ), de Algemene Ouderdomswet (AOW) en de Toeslagenwet (TW) als alleenstaand worden beschouwd. Dit betekent een verlaging van de uitkering die aanzienlijk en niet bedoeld is.

Minister Rouvoet heeft bij de behandeling van het wetsvoorstel tot aanpassing van de AKW en de Anw de Eerste Kamer meegedeeld dat toenmalig staats-secretaris Klijnsma en ik hadden ingestemd dit punt te zullen repareren via wetgeving (Handelingen der Kamer I, vergaderjaar 2009–2010, nr. 16, blz. 688). Minister Rouvoet heeft de Eerste Kamer toegezegd dat op deze reparatiewetgeving geanticipeerd kon worden door de uitvoeringsorganen en gemeenten.

Door middel van deze brief wil ik u melden dat ik de uitvoeringsorganen en gemeenten heb verzocht vooruit te lopen op de wetswijzigingen die hiervoor nodig zijn.

Tevens wil ik u informeren over een eveneens noodzakelijke wijziging van de Algemene nabestaandenwet als gevolg van de laatste wijziging van deze wet. Dit betreft het onbedoelde gevolg dat een wees van 16 of 17 jaar geen recht heeft op een wezenuitkering als hij, na het behalen van een startkwalificatie, hoger onderwijs als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Whw) volgt. Dit is een onbedoelde wijziging ten opzichte van de situatie waarin 16- en 17-jarige wezen die zulk onderwijs volgen, wel een wezenuitkering ontvangen zoals voorheen het geval was. Aan de Sociale Verzekeringsbank heb ik gevraagd om in afwachting van de correctie via wetswijziging te handelen alsof deze al heeft plaatsgevonden. Ook hier zijn de gevolgen voor de uitkering aanzienlijk en niet bedoeld. Op reparatie via een wetswijziging op dit punt kan daarom niet worden gewacht.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Naar boven