nr. 2
VOORSTEL VAN RIJKSWET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 23 maart 2001 te
Londen tot stand gekomen Internationaal verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid
voor schade door verontreiniging door bunkerolie, 2001, ingevolge artikel
91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft
alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden;
Zo is het dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met
gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut van het
Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk
Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
Het op 23 maart 2001 te Londen tot stand gekomen Internationaal verdrag
inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door
bunkerolie, 2001, waarvan de Engelse en Franse tekst en de vertaling in het
Nederlands zijn geplaatst in Tractatenblad 2005, 329, wordt goedgekeurd voor
het gehele Koninkrijk.
Artikel 2
Deze rijkswet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van
de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,
De Minister van Buitenlandse Zaken,
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,