31 874
Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een herziening van het stelsel van gastouderopvang

nr. 23
AMENDEMENT VAN HET LID LANGKAMP

Ontvangen 2 juni 2009

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel G, word in artikel 45, derde lid, de zinsnede «Een kindercentrum, een gastouderbureau of een voorziening voor gastouderopvang» door een zinsnede, luidende: Een kindercentrum of een gastouderbureau.

II

In artikel I, onderdeel G, komt artikel 46, tweede lid, te luiden:

2. Na een aanvraag als bedoeld in artikel 45, eerste of tweede lid, draagt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente van vestiging zorg voor de onverwijlde inschrijving van het kindercentrum, het gastouderbureau of de voorziening voor gastouderopvang in het register kinderopvang, tenzij uit het onderzoek, bedoeld in artikel 62, is gebleken dat de exploitatie van het kindercentrum of het gastouderbureau redelijkerwijs niet zal plaatsvinden in overeenstemming met het bepaalde bij of krachtens de paragrafen 2 en 3 van dit hoofdstuk.

III

Artikel I, onderdeel V, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder 1 vervalt de zinsnede «of tweede».

2. Het tweede punt wordt vervangen door: In het derde lid worden de woorden «Naast het onderzoek, bedoeld in het eerste en tweede lid, kan de toezichthouder» vervangen door: De toezichthouder kan.

IV

In artikel I, onderdeel AE, wordt in artikel 91, eerste lid, de zinsnede «indien op het moment van inschrijving na een aanvraag als bedoeld in artikel 45, tweede lid, uit het onderzoek, bedoeld in artikel 62, eerste lid, is gebleken dat exploitatie van de voorziening voor gastouderopvang redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met het bepaalde bij of krachtens de paragrafen 2 en 3 van hoofdstuk 3» vervangen door een zinsnede, luidende: na een aanvraag als bedoeld in artikel 45, tweede lid.

V

In artikel IA, onderdeel AE, wordt in artikel 91, eerste lid, de zinsnede «indien op het moment van inschrijving na een aanvraag als bedoeld in artikel 45, tweede lid, uit het onderzoek, bedoeld in artikel 62, eerste lid, is gebleken dat exploitatie van de voorziening voor gastouderopvang redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met het bepaalde bij of krachtens de paragrafen 2 en 3 van hoofdstuk 3» vervangen door een zinsnede, luidende: na een aanvraag als bedoeld in artikel 45, tweede lid.

Toelichting

In het wetsvoorstel worden gastouders aangemerkt als «houders» van een voorziening voor gastouderopvang. Op grond daarvan worden alle gastouders jaarlijks en voor aanvang van de opvang door de GGD bezocht. Dit lijkt niet haalbaar, gelet op het feit dat de GGD in 2007 slechts in staat was om maar 63% van de gastouderbureaus te bezoeken. Er zijn momenteel 700 gastouderbureaus en naar verwachting zullen er straks 80 000 gastouders zijn. Het voorstel om alle gastouders te bezoeken is dus niet haalbaar en het toezichtsysteem en registratie in het register zullen waarschijnlijk vastlopen.

Toezicht door de GGD bij alle gastouders is niet nodig. Het volstaat om alle gastouderbureaus te controleren en steekproefsgewijs inspectie op opvangadressen uit te voeren.

Langkamp

Naar boven