nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel II wordt voor onderdeel A een onderdeel Ao ingevoegd, luidend:
Ao
Artikel 1.1.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «8.1.4 tot en met 8.2.1»
ingevoegd: 8.4.1, 8.4.2.
2. In het tweede lid wordt na «8.1.3 tot en met 8.2.1»
ingevoegd: 8.4.1, 8.4.2.
B
In artikel II, onderdeel A, vervallen in het voorgestelde derde lid van
artikel 7.4.4a de woorden «van de wet».
C
In artikel III wordt voor de punt ingevoegd:, en kunnen terugwerken tot
en met een in dat besluit te bepalen tijdstip.
Toelichting
Deze nota van wijziging bevat enkele technische verbeteringen.
Onderdeel A voorziet alsnog in aanpassing van artikel 1.1.3 van de Wet
educatie en beroepsonderwijs (WEB). De in dit wetsvoorstel voorgestelde voorschriften
voor de bve-sector moeten regels zijn voor het openbaar onderwijs en bekostigingsvoorwaarden
voor het bijzonder onderwijs. Die duiding moet plaatsvinden door expliciete
vermelding van de nieuwe voorschriften in artikel 1.1.3. Omdat
dit destijds ook niet is gebeurd voor artikel 8.4.1 van de WEB, wordt voorgesteld,
nu zowel artikel 8.4.1 als artikel 8.4.2 te vermelden in artikel 1.1.3. Voor
het nieuwe derde lid van artikel 7.4.4a van de WEB hoeft dat niet, want artikel
7.4.4.a als geheel loopt al mee in artikel 1.1.3.
Onderdeel B schrapt de uit wetssystematisch oogpunt overbodige woorden «van
de wet» uit artikel 7.4.4a, derde lid.
Onderdeel C is opgenomen om rekening te houden met de eventualiteit dat
het eenmaal tot wet verheven wetsvoorstel niet met ingang van 1 augustus
2009 in werking treedt maar op een later tijdstip. Omdat de huidige experimenten
niet langer kunnen duren dan tot die datum en ook niet meer verlengd kunnen
worden, zou er formeel een gat vallen bij een latere inwerkingtreding van
dit eenmaal tot wet verheven wetsvoorstel. De voorgestelde toevoeging aan
artikel III voorkomt zo een juridische lacune.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart