nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in de Algemene
wet bestuursrecht regels op te nemen over het elektronisch verkeer met de
bestuursrechter;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt
gewijzigd:
A
In artikel 2:17, eerste lid, wordt «waarover het bestuursorgaan
geen controle heeft» vervangen door: waarvoor het bestuursorgaan geen
verantwoordelijkheid draagt.
B
Na artikel 8:40 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8:40a
1. Afdeling 2.3 is van overeenkomstige toepassing op het verkeer
met de bestuursrechter.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere
regels worden gesteld over het elektronisch verkeer met de bestuursrechter.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere
regels worden gesteld over de toepassing van videoconferentie.
ARTIKEL II
In artikel 29 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt «8:31 tot en met 8:40» vervangen door: 8:31 tot
en met 8:40a.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
ARTIKEL IV
Deze wet wordt aangehaald als: Wet elektronisch verkeer met de bestuursrechter.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,