31 865 Verbetering verantwoording en begroting

Nr. 52 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 augustus 2013

Hierbij ontvangt u de eerste evaluatie van de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking1 (hierna: Aanwijzingen) die volgen uit het Uniform Subsidiekader (USK). Per 1 januari 2012 dienden alle rijkssubsidieverstrekkingen te voldoen aan de Aanwijzingen. In de toelichting op de Aanwijzingen is aangegeven dat in 2012 een eerste evaluatie van het USK zou plaatsvinden.

Uniform Subsidiekader

Het USK stroomlijnt en vereenvoudigt de regels voor het verstrekken van en de verantwoording over alle rijkssubsidies.2 Het doel is de complexiteit van het subsidiebeheer en de lasten voor subsidieverstrekkers en ontvangers terug te dringen. Het subsidiekader is gebaseerd op een aantal uitgangspunten: proportionaliteit (sturing op prestaties en hoofdlijnen en verantwoordingslasten); uniformering en vereenvoudiging; en verantwoord vertrouwen en risicoacceptatie.

Op basis van deze uitgangspunten zijn de volgende met elkaar samenhangende maatregelen ontwikkeld:

  • drie standaard uitvoerings- en verantwoordingsarrangementen waarvan de toepassing wordt bepaald door de hoogte van het subsidiebedrag;

  • uniformering en vereenvoudiging van begrippen en verplichtingen in het subsidieproces (o.a. termijnen, voorschotten, rapportages); en

  • rijksbreed beleid om misbruik van subsidies te voorkomen.

Monitoringsrapportage

Gezien het feit dat de Aanwijzingen pas sinds 1 januari 2012 volledig in werking zijn getreden, is het op dit moment te vroeg voor een volwaardige evaluatie. Niettemin vind ik het van belang om het USK tussentijds te monitoren en verslag te doen van tot nu toe opgedane ervaringen met het USK. Om die reden heeft de bijgevoegde rapportage een karakter van een monitor3. De monitor is uitgevoerd door het Ministerie van Financiën in nauwe samenwerking met betrokken departementen.

Hieronder wordt kort ingaan op de conclusies, de aanbevelingen en de actiepunten voortvloeiend uit de monitor. De rapportage, die als bijlage bijgevoegd is, bevat uitgebreide informatie over het onderzoek.

Doelstelling

Het doel van de monitor was het in kaart brengen van de werking van het USK door de werking ervan in de praktijk te onderzoeken en mogelijke hieruit voortkomende aandachtspunten als input voor de toekomstige evaluatie mee te nemen.

Hieraan is nadere invulling gegeven door de beantwoording van een aantal onderzoeksvragen. Deze vragen richtten zich met name gericht op de mate van toepassing van het USK, de werking van het USK, de werking van beschikbare sanctie-instrumentarium en aandachtspunten voor de toekomstige evaluatie.

Conclusies & aanbevelingen

Uit het onderzoek komt naar voren dat:

  • alle departementen het USK toepassen. De ministeries geven aan dat alle subsidieregelingen aan het USK zijn aangepast;

  • in de praktische werking van het USK de volgende zaken opvallen:

    • de nieuwe wijze van verantwoording (drie arrangementen) wordt als duidelijk ervaren. Ook de nieuwe regels rondom vaste termijnen en tussenrapportages worden positief ervaren;

    • de introductie van de nieuwe werkwijze van subsidieverstrekking (op basis van vooraf te bepalen prestaties bij kleine subsidies en niet meer op werkelijke kosten) vergt tijd, omdat het nieuw is. De nieuwe werkwijze dwingt wel tot het beter maken van afwegingen vooraf.

  • genoemde maatregelen en sancties in het USK worden door de departementen toegepast. Voorts heeft het USK het «risico-denken» bewuster heeft gemaakt. Aandachtspunt is wel dat risicoanalyses niet overal expliciet worden vastgelegd. Dit punt is ook al gesignaleerd in het FJR 2013.

Aandachtspunten voor de toekomstige evaluatie van het USK die uit deze rapportage voortkomen zijn: het aspect van lastenverlichting (ervaring subsidieontvangers) meenemen en expliciet aandacht besteden aan onderdelen «het vastleggen van risicoanalyses» en «toepassing van de meldingsplicht4».

Aanbevelingen van de rapportage zijn: meer aandacht van departementen voor (expliciet vastleggen) van risicoanalyse, het begrip «meldingsplicht» verder uitwerken en meer uitwisseling van kennis en expertise op dit gebied tussen deperatementen.

Actiepunten

Actiepunten die in het onderzoek genoemd worden en door het kabinet opgepakt zullen worden zijn:

  • de uit te voeren risicoanalyses moeten, voor zover dit nog niet gebeurt, conform de leidraad M&O subsidies schriftelijk (expliciet) worden vastgelegd;

  • de directie Financieel Economische Zaken (FEZ) van ministeries en de Audit Dienst Rijk (ADR) worden meer betrokken bij de uitvoering van het M&O-beleid. Daarbij kan gedacht worden aan een adviesrol op het gebied van risicoanalyse bij het opstellen van de subsidieregeling of het doen van audits op het proces bij de uitvoering van het M&O-beleid;

  • meer uitwisseling van kennis en expertise op dit gebied tussen departementen;

  • het aanbieden van voorlichting en trainingsessies voor beleidsmedewerkers (onder andere over hoe prestaties vooraf te formuleren en het doen van risicoanalyse). Dit is bij de introductie van het USK ook gedaan; en

  • in de interdepartementale werkgroep USK het begrip «meldingsplicht» verder uitwerken.

Afsluitend

De meer geüniformeerde en vereenvoudigde verstrekking en verantwoording van subsidies wordt als positief ervaren. Uit het onderzoek blijkt dat er op een aantal punten acties nodig zijn, die in gang worden gezet.

Ik ben voornemens om in 2016, wanneer er voldoende praktijkervaring is met toepassing van het USK bij meerjarige subsidies, een volgende evaluatie te doen.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Regeling van de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, van 15 december 2009, nr 3086451, houdende vaststelling van Aanwijzingen voor subsidieverstrekking, Staatscourant 2009 nr. 20306.

X Noot
2

Het USK geldt voor rijkssubsidies en voor subsidies van zbo’s daar waar de Minister het wettelijk heeft bepaald.

X Noot
3

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
4

Meldingsplicht houdt in dat een subsidieontvanger onverwijld moet melden zodra aannemelijk is dat de activiteiten niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht, of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de subsidieverplichtingen zal worden voldaan

Naar boven