31 865 Verbetering verantwoording en begroting

Nr. 259 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 september 2024

In het Wetgevingsoverleg van 21 juni 2016 nam de Tweede Kamer de motie Smaling c.s. aan (Kamerstukken 34 475-XVII,nr. 8). In deze motie verzoekt de Tweede Kamer de regering zo kwantitatief mogelijk inzichtelijk te maken welke resultaten zijn behaald en welke factoren daar een rol bij hebben gespeeld. Sindsdien zijn in de Jaarverslagen over mijn begroting indicatoren en streefwaarden opgenomen.

In het schriftelijk overleg van 28 juni 2024 stellen de rapporteurs van de Vaste Commissie Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp dat de resultaatmeting aandacht behoeft. De rapporteurs concluderen dat indicatoren weliswaar een kwantitatieve indicatie van de resultaten geven, maar niet het hele verhaal vertellen. De rapporteurs suggereren bovendien dat er bij de verantwoording in het Jaarverslag meer samenhang zou kunnen zijn met andere instrumenten, zoals de Strategische Evaluatieagenda. De rapporteurs geven vijf verbetervoorstellen en verzoeken de Minister om een plan van aanpak voor herziening van de systematiek.

Deze bevindingen volgen op recente aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer (AR) en de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB). Net als de rapporteurs concluderen zij dat bij het ophalen van resultateninformatie een grotere nadruk moet liggen op het leren van lessen en sturen.

In antwoord op bovengenoemd verzoek zet ik u in deze brief mijn plan van aanpak uiteen om in samenspraak met uw Kamer te komen tot een aanpassing van de verantwoordingssystematiek.

Kaders

  • 1. Het belang van externe verantwoording blijft vanzelfsprekend onverminderd. De herziene systematiek moet daarnaast maximaal faciliteren dat het meten van resultaten wordt gericht op sturen op de uitvoering van beleid en aanpassing van beleid op basis van lessen en opgedane inzichten.

  • 2. De systematiek moet de belasting op beleid en uitvoering, inclusief de ketenpartners in de uitvoering, verminderen. Met de recente apparaatstaakstelling en bezuiniging op de begroting moet alles in het werk worden gesteld om uitvoeringslasten te verminderen. De verantwoordingssystematiek put uit bestaande informatie, waaronder evaluaties, verslaglegging door uitvoeringspartners en andere beschikbare data die relevant zijn.

  • 3. Het jaarverslag is de plek voor verantwoordingsinformatie over het afgelopen jaar. In het jaarverslag wordt toegelicht hoe de verantwoordelijkheid van de Minister is waargemaakt en tot welke resultaten dat heeft geleid.

  • 4. Indicatoren worden hierbij genoemd, voor zover ze relevant zijn voor verslaglegging van de behaalde resultaten op specifieke thema’s, als onderdeel van – het «hele verhaal» van – de artikelsgewijze verantwoording. Het huidige systeem van kwantitatieve indicatoren met streefwaarden over alle artikelen wordt niet meer opgenomen in de Begroting 2025, om plaats te maken voor de nieuwe systematiek per Jaarverslag 2025.

  • 5. Aanvullend wordt voorgesteld jaarlijks over één beleidsthema een verdiepende verantwoording aan te bieden met een meerjarig karakter, waarbij de samenhang met de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) zal worden overwogen.

Plan

  • 6. De aanpak zal verder worden uitgewerkt met de IOB, de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) en AR, rekening houdend met de rollen die deze instanties hebben. De rapporteurs blijven betrokken bij het ontwikkeltraject. Dit zal worden afgestemd met de ambtelijke ondersteuning van de Vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp.

  • 7. Vóór de aanbieding van het Jaarverslag 2024 in mei 2025, zal het definitieve voorstel voor een nieuwe verantwoordingssystematiek met de Kamer worden gedeeld. Het jaarverslag 2024 volgt nog de oude systematiek met twintig BHO indicatoren conform de begroting 2024.

  • 8. Het jaar daarop, in mei 2026, zal voor het eerst volgens de nieuwe systematiek worden gerapporteerd. Als logisch gevolg van dat voornemen is de tabel met begrotingsindicatoren en streefwaarden niet in de begroting BHO 2025 opgenomen.

Ik zie uit naar voortzetting van de constructieve samenwerking op dit onderwerp met uw Kamer.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, R.J. Klever

Naar boven