Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juni 2024
Tijdens de begrotingsbehandeling van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
2024 (Kamerstuk 36 410 XVII) is toegezegd de Kamer bij de memorie van toelichting bij de volgende begroting (begroting
BHOS 2025) door middel van factsheets te informeren over revolverende fondsen, onder
meer over de omvang, looptijd en informatie over wie de fondsen beheren en uitvoeren.
Ook is toegezegd dat de Tweede Kamer vóór de eerstvolgende begroting een uitgewerkt
voorstel over de precieze inhoud van de factsheets ontvangt. Verder is toegezegd uw
Kamer te informeren over evaluaties van langlopende revolverende fondsen.
Conform de eerste toezegging stuur ik u een voorstel voor de factsheet. Het betreft
een factsheet die is uitgewerkt voor een van de revolverende fondsen, te weten het
Dutch Good Growth Fund – onderdeel 2 (hierna: DGGF2). De factsheet is voor een groot
deel gebaseerd op de factsheets die door de Algemene Rekenkamer zijn ontwikkeld. Het
bevat onder meer informatie over de werking, omvang, looptijd en uitvoerder van het
fonds, evenals bijdragen door BHOS en het desbetreffende beleidsartikel. In lijn met
de factsheets die door de Algemene Rekenkamer zijn ontwikkeld, is opgenomen of de
uitvoeringskosten worden bekostigd uit de opbrengst van het fonds of uit een aparte
vergoeding. Het opnemen van de concrete uitvoeringskosten is evenwel niet mogelijk
omdat het bedrijfsgevoelige gegevens betreft.
Voorstel is om dit format bij de memorie van toelichting van 2025 te gebruiken voor
alle revolverende fondsen die worden gefinancierd uit de begroting Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingssamenwerking.
Conform de toezegging uw Kamer te informeren over evaluaties van langlopende revolverende
fonden, deel ik hierbij met u de link naar de openbaar toegankelijke mid-term evaluatie
van het Dutch Fund for Climate and Development.1
Daarnaast wees ik in het debat met uw Kamer van 19 juni jl. over de eerste suppletoire
begroting reeds op het grote belang van een oplossing voor de kapitaalbehoefte van
Invest International. Invest International doet het goed en er is veel vraag vanuit
het Nederlandse bedrijfsleven. Ik vind de continuïteit van Invest International daarom
van groot belang en zal dit ook onder de aandacht brengen van mijn opvolger. Een besluit
over additioneel kapitaal is echter aan de Minister van Financiën als verantwoordelijke
voor staatsdeelnemingen.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher