Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 mei 2024
Op 24 januari jl. heeft de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (IenW)
vragen gesteld over de evaluatie van «beleidskeuzes uitgelegd» (Kamerstukken 31 865, nr. 231). Meer in het bijzonder is aandacht gevraagd voor het toepassen van het «beleidskeuzes
uitgelegd kader» bij beleidsbrieven met budgettaire effecten boven de € 20 miljoen
en het inzichtelijker maken van de beoogde doelmatigheid en doeltreffendheid. Ook
is aandacht gevraagd voor de toezeggingen die gedaan zijn aan de begrotingsrapporteur
over het inzichtelijker maken aan welke beleidsdoelen uitgavenposten in de begroting
bijdragen.
Uit de evaluatie blijkt dat in de periode 2021 tot 2022 twee van de twaalf beleidsbrieven
met voorstellen boven de € 20 miljoen waren voorzien van het kader beleidskeuzes uitgelegd.
In 2023 is de naleving voor IenW gestegen naar 50 procent. Het nog beperkt toepassen
van het kader in de periode 2021–2022 had te maken met de aanloopfase en de nog relatieve
onbekendheid van het instrument. Ook is in de evaluatie onduidelijkheid gebleken over
het toepassingsbereik van het kader, mede in verband met situaties waarin gerelateerde
beleidsvoorstellen gebundeld worden aangeleverd. Er zal in afstemming met het Ministerie
van Financiën meer duidelijkheid gezocht worden door te beoordelen of het bundeling
betreft vanwege inhoudelijke samenhang van beleidsvoorstellen, waardoor voorstellen
niet los van elkaar kunnen worden gezien en ingevoerd. Het voornemen is om in die
gevallen op het totaal van de betreffende voorstellen invulling te geven aan de verplichting
van het kader beleidskeuzes uitgelegd.
Ik onderschrijf volledig het belang van een goede onderbouwing van beleidsvoorstellen.
Op dit moment is voor IenW het uitgangspunt dat in de beleidsvoorbereiding altijd
het Beleidskompas1 wordt toegepast. Langs deze weg wordt – gezien de samenhang – de toepassing van het
kader beleidskeuzes uitgelegd geborgd. Het inzichtelijker maken van de doelmatigheid
en doeltreffendheid vindt langs de volgende twee sporen plaats.
-
a. Gebruik van het Beleidskompas: Het versterken van het beleidsproces door de toepassing
van het Beleidskompas zorgt ervoor dat in beleidsbrieven nadrukkelijker dan tot nu
toe het geval was aandacht wordt besteed aan het inzichtelijk maken van de afwegingen.
Bij de uiteindelijke beleidskeuze en in te zetten beleidsinstrumenten worden complexiteit,
consistentie, doelmatigheid en doeltreffendheid nadrukkelijk afgewogen. Wanneer met
dit beleid meer dan € 20 miljoen gemoeid is, wordt conform artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet
2016 een extract van deze uitkomsten opgenomen in het kader Beleidskeuzes uitgelegd.
-
b. De koppeling tussen middelen en doelen in de begroting: Het opnemen in alle artikelen
van de begroting hoe grote uitgavenposten bijdragen aan het bereiken van de beleidsdoelen,
zoals in de begroting 2024 voor artikel 14 en 21 is gedaan.
Toepassing van het Beleidskompas versterkt een gedegen beleidsvoorbereiding en dwingt
tot een goede probleemanalyse en een integrale afweging. Het Beleidskompas helpt bij
het in kaart brengen van de verwachte doelmatigheid en doeltreffendheid van beleidsvoorstellen.
De al bestaande beleidsevaluatie-commissie binnen IenW is – na introductie van het
Beleidskompas – omgevormd tot beleidskwaliteitcommissie met als doel de kwaliteit
van de beleidsvorming te verstevigen.
Wat betreft de versterking van de koppeling tussen doelen en middelen in de begroting
geldt dat IenW hier mee aan de slag is. Over verdere aanpassingen in de begroting,
zoals al toegepast voor de begrotingsartikelen 14 en 21, zijn eerder door mij toezeggingen
gedaan aan de begrotingsrapporteur van de commissie IenW. De daarvoor gekozen opzet
wordt nu voor alle beleidsartikelen van de IenW-begroting doorgevoerd. Dit is in lijn
met de hiervoor genoemde toezegging en is recent herbevestigd in beantwoording op
schriftelijke vragen van uw Kamer samenhangend met de behandeling van de Ontwerpbegroting
2024, afgelopen januari. Deze verbeteringen komen tot uiting in de Ontwerpbegroting
2025. Hierin wordt ook, zoals door de Kamer gevraagd, in de artikelsgewijze toelichting
meer specifiek inzicht gegeven in de bijdrage van grote uitgavenposten aan het bereiken
van de beleidsdoelen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers