31 865 Verbetering verantwoording en begroting

Nr. 195 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 september 2021

In uw brief d.d. 25 mei 2021 geeft u aan dat de Tweede Kamer heeft ingestemd met het voorstel van de commissie voor de Rijksuitgaven om het thema «bekostigingssystemen van uitvoeringsorganisaties» aan te wijzen als focusonderwerp voor de verantwoording over het jaar 2021 (Kamerstuk 31 865, nr. 187).

De kwaliteit van de uitvoering staat volop in de schijnwerpers en verdient ook in de komende jaren een prominente plek op de agenda. De uitvoering is bij uitstek de plek waar de overheid en de samenleving met elkaar in contact staan en is dus heel bepalend voor het aanzien van de overheid. Ik onderschrijf daarmee het belang en de actualiteit van dit thema, en neem dit dan ook graag op in het komende financieel jaarverslag rijk.

U wijst in uw brief in het bijzonder op de impact van de coronacrisis op de financiële wendbaarheid van uitvoeringsorganisaties. Vanwege het wegvallen van inkomsten, de noodzaak extra kosten te maken om coronaproof te werken of voor de uitvoering van noodmaatregelen. U geeft daarbij aan dit te zien als een goede aanvulling op het toekomstige werk van de Parlementaire enquête dienstverlening, handhaving en fraudebestrijding bij overheidsdiensten.

Ik interpreteer uw brief als een vraag naar de financiële weerbaarheid, wendbaarheid en slagkracht van uitvoeringsorganisaties als bouwsteen voor het bredere vraagstuk van de kwaliteit van de uitvoering. Vragen die daarbij aan bod komen zijn: in welke mate werden uitvoeringsorganisaties financieel door de corona getroffen? In hoeverre konden de betreffende uitvoeringsorganisaties dit uit eigen middelen opvangen? En, waar dit niet kon, hoe is dit dan wel opgelost?

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Naar boven