31 865 Verbetering verantwoording en begroting

Nr. 178 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 september 2020

In de derde voortgangsrapportage Operatie Inzicht in Kwaliteit (OIIK)1 heeft mijn ambtgenoot van Financien aangekondigd dat van 1 juni tot en met 31 december 2020 de pilot ter bevordering van de vindbaarheid van de met Comptabiliteitswet artikel 3.1 (CW 3.1) vereiste toelichting loopt. Op basis van dit artikel wordt in voorstellen, voornemens en toezeggingen die naar de Kamer worden gestuurd een toelichting opgenomen op nagestreefde doelstellingen, doeltreffendheid, doelmatigheid, beleidsinstrumentarium en financiële gevolgen. Bij voorstellen die tot een substantiële beleidswijziging leiden is ook een evaluatieparagraaf vereist. Mede namens de Staatssecretaris van Defensie stuur ik u in deze brief hier meer informatie over.

De rapporteurs in de Kamer over de OIIK, kamerleden Snels en Sneller, hebben naar aanleiding van een eigen onderzoek verzocht om in voorstellen aan de Kamer duidelijker te maken waar de verschillende onderdelen van CW 3.1 aan de orde komen (Kamerstuk 31 865, nr. 176). Aan de hand van genoemde pilot wordt hier invulling aan gegeven: bij alle brieven aan de Kamer met (kans op) significante financiele gevolgen voor Rijk en/of samenleving wordt een bijlage «Onderbouwing en evaluatie van het voorstel (CW 3.1)» meegezonden waarin de vereiste toelichting op de verschillende elementen van CW 3.1 is te vinden samen met uitleg over of en hoe het voorstel zal worden geëvalueerd.

In de derde voortgangsrapportage is de mogelijkheid opgenomen om de pilot te beperken tot een bijlage bij 10 Kamerbrieven, op voorwaarde dat er tot het eind van de looptijd van de pilot méér dan 10 worden verwacht. Ik zal u tijdens de pilotperiode in ieder geval de komende Kamerbrieven doen toekomen met CW 3.1-bijlage:

  • B-brief Vervanging M-fregatten

  • A-brief Future Littoral All Terrain Mobility Band Vagn (vervanging BV)

  • A-brief Vervanging FRISC

  • A-brief Vervanging C-130

  • A-brief Midlife Update OPV

  • A-brief Revitalisering Bernhardkazerne

Naast deze DMP-brieven zal in de pilotperiode ook worden bezien of er nog meer brieven in aanmerking komen voor deze pilot, om het gewenste aantal van 10 brieven te kunnen realiseren. Daarbij kan gedacht worden aan brieven met algemene beleidsvoorstellen of -voornemens, met (zicht op) financiële consequenties vanaf 20 miljoen euro die kunnen worden voorzien van een CW 3.1-bijlage. De pilot bevat een eventuele uitloop naar begin 2021. Indien noodzakelijk zal daar gebruik van worden gemaakt. Over de voortgang van de genoemde DMP-projecten zult u volgens het Defensie Materieel Proces proces worden geinformeerd.

De B-brief Vervanging M-fregatten is reeds op 24 juni 2020 aan u gestuurd2. Derhalve doe ik u hierbij de CW 3.1 bijlage van deze brief toekomen. Voor de toekomstige brieven zal de bijlage waar mogelijk gelijktijdig met de brief verzonden worden.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

BIJLAGE: ONDERBOUWING EN EVALUATIE VAN DE B-BRIEF VERVANGING M-FREGATTEN (CW 3.1)

In de derde voortgangsrapportage Operatie inzicht in Kwaliteit (Kamerstuk 31 865, nr. 168) van de Minister van Financiën is opgenomen dat er vanaf 1 juni tot en met 31 december 2020 een pilot plaatsvindt. Deze houdt in dat brieven waarin een voorstel wordt gedaan met (kans op) significante financiële gevolgen worden voorzien van een bijlage waarin het voorstel wordt toegelicht conform de onderdelen van Comptabiliteitswet artikel 3.13. Daarnaast wordt bij voorstellen die leiden tot een substantiële beleidswijziging verzocht om een evaluatieparagraaf (conform motie van de leden Van Weyenberg en Dijkgraaf, Kamerstuk 34 725, nr. 8).

Gezien de grote financiële omvang van het project vervanging M-fregatten is bij deze B-brief een bijlage opgesteld. Deze is vormgegeven conform het format zoals gepresenteerd in de derde voortgangsrapportage, bijlage 5.

Deze B-brief is een fase in het project Vervanging M-fregatten, waarop het Defensie Materieel Proces (DMP) van toepassing is. Bepaalde informatie die gevraagd wordt in het format is daardoor beschikbaar in eerdere of toekomstige fases van het DMP. Waar dit het geval is wordt dat vermeld. Een nadere toelichting op dit proces is ook te vinden in de brochure Defensie Materieel Proces bij de tijd (Kamerstuk 27 830, nr. 184).

Onderdeel

Toelichting

Nagestreefde doelen

1. Operationele capaciteit: Defensie is bezig met vervanging van de twee huidige M-fregatten, die gezien hun technische en operationele levensduur dit decennium worden vervangen.

2. Bevorderen internationale samenwerking: In het kader van de marinesamenwerking met België schaft Nederland ook twee nieuwe fregatten aan voor België, op naam en voor rekening van dat land.

3. Nationaal veiligheidsbelang: Defensie borgt de wezenlijke belangen van nationale veiligheid, zoals o.a. in de Defensie Industrie Strategie uiteen wordt gezet.

Een nadere omschrijving van de behoefte is opgenomen in de A-brief (Kamerstuk 27 830, nr. 224) van 3 mei 2018.

Ingezette beleidsinstrument(en)

Het ingezette beleidsinstrument is in deze brief de vervanging van de huidige M-fregatten. De nieuwe fregatten beschikken over escalatiedominantie, kunnen zichzelf en andere eenheden robuust beschermen en zijn wereldwijd inzetbaar, zowel zelfstandig als geïntegreerd in een taakgroep. De nieuwe fregatten zijn gespecialiseerd in onderzeebootbestrijding op afstand maar kunnen ook bijvoorbeeld piraterijbestrijding uitvoeren of noodhulp verlenen.

Financiële gevolgen voor het Rijk

Nederland, België en de industrie hebben gezamenlijk een conceptontwerp voor de nieuwe fregatten uitgewerkt. Het kostenmodel behorende bij dit conceptontwerp past in voldoende mate binnen het beschikbaar gestelde projectbudget om over te gaan naar de volgende fase in het DMP, de verwervingsvoorbereidingsfase (D-fase). Na de D-fase worden contracten gesloten met de leveranciers. Met het project «Vervanging M-fregatten» is een investering gemoeid tussen de € 1 miljard en € 2,5 miljard. De financiële gevolgen worden op hoofdlijnen toegelicht in de paragraaf Financiële aspecten van de B-brief en daarnaast in de commercieel vertrouwelijke bijlage.

Financiële gevolgen voor maatschappelijke sectoren – als van toepassing

De fregatten worden zonder concurrentiestelling aanbesteed bij de Nederlandse industrie. Ook Nederlandse kennisinstellingen zullen worden ingeschakeld.

Nagestreefde doeltreffendheid

In de subparagraaf capaciteiten als onderdeel van de paragraaf resultaten onderzoeksfase van de B-brief wordt weergegeven op welke wijze het conceptontwerp invulling geeft aan de doeltreffendheid van de fregatten:

– Het belangrijkste doel van de nieuwe schepen is de onderzeebootbestrijding op afstand. De fregatten zijn daarvoor uitgerust met verschillende sonarvoorzieningen en wapensystemen.

– Daarnaast moet het fregat zich kunnen verdedigen tegen dreigingen uit de lucht of van bovenwaterschepen. Tegen deze dreigingen wordt het fregat voorzien van ESSM Block 2 luchtdoelraketten en de vervanger van het Goalkeeper-snelvuurkanon.

In de subparagraaf groeipotentieel wordt vervolgens aangegeven hoe dit ook op termijn relevant blijft. Daarmee wordt verwoord hoe de doeltreffendheid van het instrument wordt nagestreefd, nu en in de toekomst:

– Er is ruimte voorzien voor een High Enery Laser-wapen;

– Er is ruimte voor onbemande vlieg- en vaartuigen;

– Het Above Water Warfare System biedt uitbreidingsmogelijkheden;

– Het Vertical Launch System biedt groeipotentieel waarbij dit systeem geschikt kan worden gemaakt om ook andere soorten raketten af te vuren dan nu voorzien.

Voor het borgen van de wezenlijke belangen van nationale veiligheid, waarvoor de Nederlandse maritieme industrie en de kennisinstellingen van groot belang zijn, zal Defensie de fregatten zonder concurrentiestelling aanbesteden bij de Nederlandse industrie, met toepassing van art. 346 VWEU.

Nagestreefde doelmatigheid

Bij de totstandkoming van het conceptontwerp is nadrukkelijk oog geweest voor de doelmatigheid. Dat wordt op de diverse plekken in de B-brief aangehaald:

– Bij de verwerving van de kleinere componenten voor de nieuwe schepen wordt zoveel als mogelijk aangesloten op gerelateerde projecten, bestaande systemen en bestaande contracten om familievorming te bevorderen.

– In de onderzoeksfase zijn kosten-batenanalyses uitgevoerd voor bijvoorbeeld de opties voor voortstuwing en innovatie.

– Het fregat moet uiteenlopende taken kunnen vervullen. Door niet te eisen dat alle taken in een en dezelfde missie vervuld kunnen worden kon de omvang van het schip worden verkleind en worden de kosten verlaagd, met een aanvaardbare bouwplanning.

– De keuze voor een diesel- en elektromotorconfiguratie voor de nieuwe fregatten is gunstig voor het brandstofverbruik.

– De Belgisch-Nederlandse marine-samenwerking (BENESAM) voorziet in gezamenlijke en geïntegreerde staven, opleidingen, trainingen en operaties, en taakspecialisatie in onderhoud en materieellogistiek. Dit levert voor beide landen een besparing op bij de investering en de exploitatie.

– Sinds de bouw van de Hydrografische Opnemingsvaartuigen in de periode 2002–2003 zijn Nederlandse marineschepen om financiële redenen gedeeltelijk in Roemenië gebouwd. In de D-fase project Vervanging M-fregatten worden opties verkend voor het aandeel van het productiewerk in het buitenland.

Evaluatieparagraaf (of en hoe)

Zoals aangegeven in de A-brief is er sprake van een grotendeels gelijkblijvende behoefte en is vervanging noodzakelijk door de voortschrijdende technische en operationele veroudering van de huidige M- fregatten. Bij deze vervanging is daarmee geen sprake van nieuw of substantieel gewijzigd beleid. Conform de motie-Van Weyenberg/Dijkgraaf (Kamerstuk 34 725, nr. 8) is daarom geen evaluatieparagraaf opgenomen in de brief.

Wel maakt een evaluatie deel uit van het DMP (E-fase). Deze evaluatie wordt uitgevoerd na voltooiing van het project, dus na de bouw van de schepen. De bouwperiode loopt tot en met 2030.


X Noot
1

Zie Kamerstuk 31 865, nr. 168

X Noot
2

Zie Kamerstuk 27 830, nr. 307

X Noot
3

Voorstellen, voornemens en toezeggingen bevatten een toelichting waarin wordt ingegaan op:

a. de doelstellingen, de doeltreffendheid en de doelmatigheid die worden nagestreefd;

b. de beleidsinstrumenten die worden ingezet;

c. de financiële gevolgen voor het Rijk en, waar mogelijk, de financiële gevolgen voor maatschappelijke sectoren.

Naar boven