31 865 Verbetering verantwoording en begroting

Nr. 172 BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 mei 2020

Jaarlijks doet de vaste commissie voor Financiën een voorstel aan de Kamer voor het focusonderwerp in de verantwoording.

De commissie stelt de Kamer voor het thema «de toepassing van artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016» aan te wijzen als focusonderwerp voor de verantwoording over het begrotingsjaar 2020, te behandelen vanaf Verantwoordingsdag 2021.

De toepassing van artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016

De vaste commissie voor Financiën heeft op 19 december 2019 de geactualiseerde versie van haar werkprogramma rijksuitgaven voor de periode 2018–2021 aan de Kamer verstuurd (Kamerstuk 31 597, nr. 17). De commissie formuleert hierin de ambitie de controle van de rijksuitgaven door de Kamer te versterken en wijst hiertoe enkele prioriteiten aan in haar werkzaamheden, waaronder het continueren van de aandacht voor artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016 in de Tweede Kamer. Dit artikel vormt een verplichting voor het kabinet om voorstellen, voornemens en toezeggingen aan de Kamer te voorzien van een toelichting op doelstellingen, doeltreffendheid, doelmatigheid, beleidsinstrumenten en financiële gevolgen.

In september 2019 presenteerden de rapporteurs Inzicht in Kwaliteit, de leden Sneller (D66) en Snels (GroenLinks) hun onderzoek naar de aandacht voor dit wetsartikel bij Kamer en kabinet, en constateerden dat hier ruimte is voor verbetering. Het kabinet kondigde in april dit jaar een pilot aan om de vindbaarheid van de vereiste informatie conform dit wetsartikel te verbeteren (Kamerstuk 31 865, nr. 168), die zal lopen van juni t/m december 2020. Deze ontwikkelingen hebben de commissie Financiën doen besluiten aan de Kamer voor te stellen de toepassing van artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016 als focusonderwerp aan te wijzen voor de verantwoording over het begrotingsjaar 2020.

De commissie beveelt aan om een afschrift van deze brief te sturen aan het kabinet en aan de Algemene Rekenkamer, met het verzoek om een reactie.

De voorzitter van de commissie, Anne Mulder

De griffier van de commissie, Weeber

Naar boven