Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 31865 nr. 164 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 31865 nr. 164 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 december 2019
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Sneller (D66) en Snels (GroenLinks) over de rapportage «Inventarisatie en appreciatie onderzoeksbeleid Ministerie van Buitenlandse zaken» in relatie tot de operatie Inzicht in Kwaliteit. Deze vragen werden ingezonden op 31 oktober 2019. U ontvangt separaat een schrijven van de Minister van Financiën over de vragen die betrekking hebben op de stelselverantwoordelijkheid van het Ministerie van Financiën (Kamerstuk 31 865, nr. 163). Deze brief is een aanvulling op die brief en heeft betrekking op die vragen die direct betrekking hebben op het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Vraag 3
Met betrekking tot onafhankelijkheid en beleidsrelevantie wordt in de rapportage aanbevolen om richtlijnen voor onderzoeksmanagement op te stellen en naleving hiervan te stimuleren middels een training. Hoe is aan deze aanbeveling opvolging gegeven?
Antwoord
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) heeft besloten om – in plaats van nieuwe richtlijnen te ontwikkelen – in te zetten op het bekend stellen van de gedragscode integriteit rijk, waar ook uitgebreid stilgestaan wordt (sectie 4.1.7) bij de betrokkenheid bij onafhankelijk van onderzoek en (wetenschappelijke) integriteit. Deze richtlijnen zijn de basis geweest voor een (jaarlijkse) eendaagse training onderzoeksmanagement die het Ministerie ontwikkeld heeft. Bij de eerste training zijn 15 onderzoekscoördinatoren getraind op dit vlak op basis van rollenspelen.
Vraag 5
In het rapport wordt aangegeven dat 25 van de 58 geïnventariseerde onderzoeksrapporten waarvan verwacht had mogen worden dat ze gepubliceerd zouden worden, nooit zijn gepubliceerd (zie ook nadere invulling van de informatie in figuur 6, pagina 13). Wat is de reden daarvan?
Antwoord
De redenen voor het niet publiceren van de onderzoeksresultaten bleken velerlei. Enerzijds had het te maken met onbekendheid met de «openbaar, tenzij» regeling en de technische opties om rapporten openbaar te maken. Anderzijds had het ook te maken met een cultuurverandering die nodig bleek. Omdat het niet altijd gebruikelijk was om open te zijn over onderzoeken en adviezen die daar uit voortvloeiden kost het enige tijd om deze nieuwe manier van werken gemeengoed te maken binnen het departement. We zien overigens een sterke toename van het aantal onderzoeksrapporten dat BZ op de www.rijksoverheid.nl plaatst. Dit is gestegen van 1 van begin 2017 tot medio 2018, tot ruim 25 rapporten in 2019 tot op heden.
Vraag 6
De genoemde 58 onderzoeken omvatten geen onderzoeken die worden uitgevoerd door het ministerie zelf. Wordt over deze categorie onderzoeken op een andere manier gerapporteerd, in lijn met deze rapportage?
Antwoord
Alle beleidsdoorlichtingen en het grootste deel van de beleidsevaluaties worden door de Directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) uitgevoerd, de inhoudelijk onafhankelijke evaluatiedienst van het Ministerie van BZ. Deze worden altijd aan de Tweede Kamer toegezonden en automatisch openbaar gemaakt, onder meer via de eigen website van IOB, conform het besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken (besluit MinBuZa.2019.3926-31)1. Andere typen beleidsonderzoek worden zelden door het Ministerie zelf uitgevoerd, maar uitbesteed. De Inventarisatie richtte zich uitsluitend op dit type onderzoek. Eventuele additionele, intern uitgevoerde onderzoeken worden inderdaad niet openbaar gemaakt.
Vraag 7
Uit de rapportage komt naar voren dat het op het Ministerie van Buitenlandse Zaken per directie verschilt in hoeverre er een overzicht is opgesteld van onderzoeksactiviteiten. Tevens is het onderscheid tussen onderzoeksactiviteiten en overige projecten veelal niet automatisch helder. Hoe is gevolg gegeven aan de hieruit volgende aanbeveling ten aanzien van het opstellen van een onderzoeksagenda per directie, inclusief een (half)jaarlijkse check daarop?
Antwoord
Als gevolg van de aanbevelingen van de hogergenoemde inventarisatie en appreciatie van het BZ-onderzoeksbeleid is er een wijziging doorgevoerd in hoe de centrale eenheden (IOB, FEZ en de Eenheid Strategisch Advies) het jaargesprek over evaluaties met beleidsdirecties aangaan. Terwijl in het verleden alleen gekeken werd naar beleidsdoorlichtingen, ex-post evaluaties en effectenonderzoek ten behoeve van de evaluatieprogrammering, gaan de jaargesprekken nu ook over ex-ante en ander type onderzoek, om juist niet alleen terug te kijken, maar ook proactief onderzoek te stimuleren en te kunnen inventariseren.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31865-164.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.