31 855
Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met de introductie van een verwijsindex om vroegtijdige en onderling afgestemde verlening van hulp, zorg of bijsturing ten behoeve van risicojongeren die bepaalde risico’s lopen te bevorderen (verwijsindex risicojongeren)

nr. 57
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 maart 2010

Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel met betrekking tot de verwijsindex risicojongeren (31 855) op 2 juli 2009, is de motie van de leden Dijsselbloem en Van der Vlies (kst.II 2008–2009, 31 855, nr. 52) aangenomen die de regering verzoekt om «de handreiking meldcriteria te beperken en zodanig te formuleren dat melden alleen aan de orde zal zijn voor jongeren waarbij sprake is van daadwerkelijke bedreigingen van de noodzakelijke condities voor een gezonde en veilige ontwikkeling naar volwassenheid en de Kamer daarover nader te informeren». Tevens is de motie van het lid Langkamp aangenomen (kst.II.2008–2009, 31 855, nr. 35) die de regering verzoekt om «ervoor te zorgen dat alle professionals die gaan werken met de verwijsindex en de verplichte meldcode, in het signaleren, melden en bespreekbaar maken van een melding geschoold worden». Met deze brief informeer ik uw Kamer over de uitvoering van deze moties.

1. Handreiking melden aan de verwijsindex

In het licht van het debat in uw Kamer is in de handreiking helder uiteengezet dat de handreiking geen juridische status noch een verplichtend karakter heeft. De handreiking is bedoeld om ondersteuning en richting te geven aan professionals bij het maken van een afweging om een jeugdige al dan niet te melden aan de verwijsindex. Daarmee is de handreiking een hulpmiddel voor de praktijk bij het toepassen van artikel 2j van de wet. De aanscherping die tijdens het debat door uw Kamer is aangebracht is tot uitdrukking gebracht in de handreiking en heeft tevens geleid tot een inperking van het aantal situaties die per leefgebied zijn genoemd. Dit is in samenspraak met het veld gebeurd. De handreiking is digitaal beschikbaar op www.handreikingmelden.nl. Met deze brief bied ik u de aangescherpte handreiking aan.1

2. Scholing

In het kader van scholing van professionals en het bevorderen van een zorgvuldig en doordacht gebruik van de verwijsindex, heb ik naast de handreiking melden aan de verwijsindex, op 7 oktober 2009 de digitale privacywegwijzer beschikbaar gesteld aan het veld. In aanvulling hierop heb ik een aantal zogenaamde «e-learning modules» laten ontwikkelen waarin professionals met behulp van digitale beelden onder andere worden geschoold in het voeren van gesprekken met ouders en kinderen indien er een melding aan de verwijsindex is gedaan. Deze e-learning modules komen dit voorjaar beschikbaar voor professionals. Tevens zal er een brochure worden uitgebracht die professionals aan jongeren en ouders kunnen meegeven waarin uitleg wordt gegeven over het doel en de werking van de verwijsindex, maar ook over de rechten van de jeugdige. Hiermee geef ik tevens uitvoering aan de motie van de leden Voordewind en Dijsselbloem (kst.II.2008–2009, 31 855, nr. 41) die de regering verzoekt «om naast profesionals ook ouders en jongeren landelijk eenduidige informatie te verstrekken over de rechten van ouders en jongeren, privacynormen en bezwaarmogelijkheden tegen opname in de verwijsindex».

Verdere voorlichting en scholing ten behoeve van professionals is een taak van de desbetreffende instanties die met de verwijsindex gaan werken. Dit wordt door het veld ook zo opgepakt. De handreiking die GGZ Nederland voor haar leden heeft uitgebracht is daarvan een voorbeeld.

De minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven