31 844
Wijziging van enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen

nr. 9
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 22 september 2009

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel XVI wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XVIa

Aan artikel 31, tweede lid, van de Wet werk en bijstand wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel u door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

v. een dwangsom als bedoeld in artikel 4:17 van de Algemene wet bestuursrecht.

Toelichting

De wijziging van artikel 31, tweede lid, van de Wet werk en bijstand voorziet erin dat een dwangsom die wordt verstrekt wegens het niet tijdig beslissen door een bestuursorgaan niet in aanmerking wordt genomen bij de middelentoets van die wet.

Het vrijlaten van een dwangsom in het kader van de Wet werk en bijstand voorkomt dat wat de gemeente met de ene hand aan een bijstandsgerechtigde geeft met de andere hand weer wordt afgenomen. Ook indien een ander bestuursorgaan wegens het niet tijdig nemen van een besluit een dwangsom aan een bijstandsgerechtigde verbeurt, wordt die dwangsom niet tot de middelen gerekend.

De prikkel voor gemeenten om tijdig te beslissen zal door het vrijlaten van de dwangsom worden versterkt. De gemeenten kunnen de betaalde dwangsom immers niet via de weg van de middelentoets terugkrijgen. Met de voorgestelde wijziging van artikel 31, tweede lid, van de Wet werk en bijstand komen bijstandsgerechtigden op het gebied van de dwangsom in dezelfde positie te verkeren als niet-bijstandsgerechtigden.

Deze nota van wijziging wordt ingediend mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma

Naar boven