31 840
Samenvoeging van de gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen, en van de gemeenten Abcoude en De Ronde Venen

nr. 7
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 november 2009

1. Inleiding

Op 14 mei 2009 heeft uw Kamer het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Abcoude, Breukelen, De Ronde Venen en Loenen tot de gemeente Vecht en Venen aangehouden (Kamerstukken 31 840) (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2008–2009, nr. 84, blz. 6559–6590). Tijdens de mondelinge behandeling heb ik toegezegd met de gemeenten die in het herindelingsvoorstel betrokken zijn (Abcoude, Breukelen, De Ronde Venen en Loenen) en met de gemeente Maarssen in overleg te treden om te onderzoeken of er alternatieven zijn voor het voorstel tot instelling van een gemeente Vecht en Venen. Doel van dit onderzoek was te verkennen of er een variant bestaat voor versterking van de bestuurskracht van Abcoude, Breukelen en Loenen waarvoor meer bestuurlijk draagvlak bestaat dan voor het voorliggend herindelingsvoorstel.

In mijn brief van 5 oktober 2009 (Kamerstuk 28 750, nr. 12) over de beoogde datum van indiening van de diverse wetsvoorstellen tot gemeentelijke herindeling, heb ik u tussentijds geïnformeerd over de voortgang van dit «Variantenonderzoek Vecht en Venen». Gezien het belang van een zorgvuldige procesgang heb ik aangegeven dat ik verwachtte dat ik u niet eerder dan in de tweede helft van november over de uitkomsten van het variantenonderzoek zou kunnen informeren. In deze brief geef ik daar uitvoering aan.

Op basis van het onderzoek ben ik tot de conclusie gekomen dat het de voorkeur verdient het voorliggende wetsvoorstel te wijzigen en te komen tot twee herindelingen: één herindeling bestaande uit de samenvoeging van de gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen en één herindeling bestaande uit de samenvoeging van de gemeenten Abcoude en De Ronde Venen. Een daartoe strekkende nota van wijziging is bijgevoegd bij deze brief (Kamerstuk 31 840, nr. 6).

2. Onderzoek herindelingsvarianten Vecht en Venen

Afspraken met Tweede Kamer

De regering heeft het voorstel voor samenvoeging van de gemeenten Abcoude, Breukelen, De Ronde Venen en Loenen tot de gemeente Vecht en Venen als urgent en noodzakelijk bestempeld, vanwege de maatschappelijke opgaven in het gebied en de bestuurskrachtproblematiek bij een aantal van de gemeenten. Uw Kamer onderschrijft dit, maar heeft bij de hoorzitting in het gebied geconstateerd dat het draagvlak voor dit voorstel was verminderd. Tijdens de behandeling van dit wetsvoorstel heb ik toegezegd dat ik een onderzoek zou uitvoeren om te bezien of er alternatieven zijn voor de herindeling Vecht en Venen die op meer bestuurlijk draagvlak kunnen rekenen dan het huidige voorstel. Daarbij is van de zijde van de Kamer met name gewezen op de herindeling van enerzijds de gemeenten Abcoude en De Ronde Venen en anderzijds de herindeling van de gemeenten Breukelen en Loenen, gecombineerd met een vorm van samenwerking of herindeling met de gemeente Maarssen. De Kamer heeft een klemmend beroep gedaan op de bij het variantenonderzoek betrokken gemeenten om via dit onderzoek te komen tot een voorstel dat op voldoende bestuurlijk draagvlak kan rekenen.

Randvoorwaarden bij het onderzoek

Op basis van het debat van 14 mei 2009 met uw Kamer heb ik een aantal randvoorwaarden benoemd waaraan het onderzoek moet voldoen.

• Oplossing «BAL-problematiek»

De bestuurskrachtproblematiek van de gemeenten Breukelen, Abcoude en Loenen (BAL) vormde de aanleiding voor het herindelingsvoorstel Vecht en Venen. De te onderzoeken herindelingsvarianten dienen daarom in ieder geval een oplossing te bieden voor deze zogenaamde «BAL-problematiek». Restproblematiek moet dan ook worden vermeden.

• Referentievoorstel

Het thans aangehouden wetsvoorstel tot vorming van de nieuwe gemeente Vecht en Venen wordt beschouwd als het referentievoorstel, waarvan het draagvlak bekend is. Het onderzoek naar de varianten gebeurt tegen de achtergrond dat bij het ontbreken van een goede alternatieve variant, de regering de Tweede Kamer zal vragen de behandeling van het referentievoorstel voort te zetten.

• Arhi-procedure, beleidskader en coalitieakkoord

Het onderzoek vindt plaats binnen de lopende Arhi-procedure. De alternatieve herindelingsvariant dient te voldoen aan de criteria van het Beleidskader gemeentelijke herindeling alsmede het coalitieakkoord.

• Besluitvorming

De Kamer heeft aangegeven dat de betrokken gemeenteraden zich moeten uitspreken over mogelijke varianten voor het huidige wetvoorstel tot instelling van een gemeente Vecht en Venen. Bij het onderzoek ben ik uitgegaan van de formele standpunten van de gemeenteraden. Op verzoek van de Kamer is het onderzoek uitgevoerd met betrokkenheid van de provincie Utrecht. Concreet betekent dit dat de provincie inbreng heeft geleverd tijdens het onderzoek en een zienswijze heeft gegeven op de resultaten daarvan.

• Afronding onderzoek

De Kamer heeft aangegeven de resultaten van het variantenonderzoek graag eind september te willen ontvangen. In mijn brief over de voortgang van de herindelingsdossiers heb ik de Kamer laten weten dat deze planning onrealistisch was gebleken. De redenen hiervoor waren dat er enerzijds behoefte bleek aan aanvullende onderzoeken en anderzijds gemeenten meer tijd nodig hadden om tot een afweging te komen. Zorgvuldigheid is voor mij een belangrijk uitgangspunt, daarom heb ik aan deze behoeften ruimte geboden.

Inrichting van het proces

De betrokken gemeenten, Abcoude, Breukelen, De Ronde Venen, Loenen en Maarssen zijn in de gelegenheid gesteld alternatieve varianten aan te dragen. De opzet van dit onderzoek is bij de start van het variantenonderzoek beschreven in de notitie «Onderzoek naar de herindelingsvarianten Vecht en Venen». De door de gemeenten aangedragen varianten zijn financieel doorgelicht en getoetst aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling en de randvoorwaarden van het onderzoek (bijlage 1)1. De gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen hebben de mogelijkheden tot samenwerking en herindeling nader onderzocht. De resultaten van al deze onderzoeken zijn voorgelegd aan de betrokken gemeenten. De gemeenten is gevraagd in raadsbesluiten aan te geven:

• tot welke inhoudelijke beoordeling de gemeenteraad komt over de voorgelegde variant(en); en

• voor welke variant(en) een raadsmeerderheid aanwezig is.

Op basis van de raadsbesluiten is een concept-voorstel opgesteld dat ik voor een zienswijze voorgelegd heb aan gedeputeerde staten van de provincie Utrecht. Daarnaast heb ik dat concept-voorstel persoonlijk toegelicht in een overleg met alle betrokken burgemeesters. Vervolgens heb ik mijn definitieve voorstel aan uw Kamer afgerond.

3. Het onderzoeksproces in beeld

Overleg gemeente Maarssen

Als eerste heb ik de burgemeester van de gemeente Maarssen op de hoogte gesteld van het verzoek van de Tweede Kamer en de gemeente uitgenodigd mee te doen in het onderzoek. De burgemeester heeft aangegeven dat de gemeente wilde participeren in het onderzoek.

Startbijeenkomst

Voor de startbijeenkomst van 17 juni 2009 heb ik een delegatie uit de betrokken gemeenten en de provincie Utrecht uitgenodigd. De gemeentelijke delegaties bestonden uit de burgemeester, een wethouder en twee raadsleden. Vanuit de provincie was de verantwoordelijke gedeputeerde aanwezig. Tijdens de startbijeenkomst zijn de onderzoeksopzet en de randvoorwaarden besproken en waar nodig aangepast. Tevens zijn in de startbijeenkomst vijf (herindelings)varianten geïnventariseerd die relevant werden geacht voor het onderzoek (zie de tabel op pagina 5). Naar aanleiding van de startbijeenkomst is uitvoering gegeven aan de volgende afspraken.

• De gemeente Wijdemeren is geïnformeerd over het onderzoek.

• Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft samen met de provincie Utrecht een financieel variantenonderzoek uitgevoerd naar de vijf varianten.

• Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft deze varianten samen met de provincie Utrecht getoetst aan het Beleidskader gemeentelijk herindeling en de randvoorwaarden die waren gesteld aan het onderzoek.

• De gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen hebben een eigen onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden van samenwerking en herindeling.

Vervolgbijeenkomst

Op 2 september 2009 heeft een bestuurlijk vervolgoverleg plaatsgevonden. Tijdens deze bijeenkomst zijn de resultaten van de drie onderzoeken toegelicht.

Daarnaast is, op grond van een extern onderzoek, duidelijk geworden dat er knelpunten waren in de bestuurskracht en de financiële positie van de gemeente Maarssen. Verwacht mocht worden dat op termijn de gemeente Maarssen zelfstandig voldoende bestuurkracht zou kunnen ontwikkelen. In het eigen onderzoek van Breukelen, Loenen en Maarssen concluderen de onderzoekers dat de bestuurskracht van de gemeente Maarssen sneller op orde kan komen langs de weg van herindeling. De gemeente Maarssen had in een eerder stadium van de Arhi-procedure enerzijds aangegeven een herindeling van de gemeente niet noodzakelijk te vinden, maar anderzijds dat samengaan met de gemeente Breukelen een toegevoegde waarde zou kunnen hebben.

Voor wat betreft de resultaten van het eigen onderzoek van de gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen werd duidelijk dat de drie gemeenten behoefte hadden aan een aanvullend onderzoek naar de voorgestelde samenwerkingsmogelijkheden. De colleges van burgemeester en wethouders van deze drie gemeenten hadden inmiddels opdracht gegeven tot het doen van een dergelijk aanvullend onderzoek. De drie gemeenten bleken voornemens om op 29 september 2009 te besluiten over de resultaten van het aanvullende onderzoek en het daaruit voortvloeiende raadsvoorstel over samenwerking en herindeling. Afgesproken is dat alle bij het variantenonderzoek betrokken deelnemers direct daarna over de resultaten van het aanvullende onderzoek en de inhoud van de raadsvoorstellen zouden worden geïnformeerd.

Het «financieel onderzoek herindelingsvarianten» geeft een financiële schets van de vijf herindelingsvarianten. In het rapport wordt geconstateerd dat het vooral van de politieke keuzes en het beleid van de nieuw te vormen gemeenten afhangt of een gezonde financiële positie kan worden gecontinueerd of dat een relatief minder gezonde financiële positie kan worden verbeterd. Kiezen voor een bepaalde herindelingsvariant wordt daarom vooral gekwalificeerd als een bestuurlijke keuze, waarbij tevens de financiële positie een rol speelt.

Op basis van de toets aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling en de randvoorwaarden, is duidelijk geworden dat sommige van de geïnventariseerde herindelingsvarianten uitsluitend in combinatie met een andere herindelingsvariant voldoen aan de randvoorwaarden van het onderzoek in het bijzonder de randvoorwaarde «het oplossen van de BAL-problematiek». Dat betreft de volgende combinaties.

CombinatieGeïnventariseerde variantenBetrokken gemeenten
Referentievoorstel Vecht en VenenVariant 1:Abcoude–Breukelen–De Ronde Venen–Loenen
Combinatie 1Variant 2:Breukelen-Loenen zonder en in samenwerking met Maarssen
Variant 4:Abcoude–De Ronde Venen 
Combinatie 2Variant 3:Breukelen–Loenen–Maarssen
Variant 4:Abcoude–De Ronde Venen  
Combinatie 3Variant 5:Abcoude–Breukelen–Loenen

Tijdens de vervolgbijeenkomst op 2 september werd duidelijk dat er geen enkele alternatieve combinatie was waarvoor meer bestuurlijk draagvlak bestond dan voor het referentievoorstel. Daarnaast heb ik geconstateerd dat er in de opstelling van de gemeenten weinig ruimte en beweging zat. Op basis van de resultaten van het financiële onderzoek en de toets aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling heb ik daarom suggesties gedaan aan de gemeenten die een positieve ontwikkeling in het draagvlak op gang zouden kunnen brengen. Ook heb ik aangegeven dat ik verwacht dat de betrokken gemeentebesturen hun inwoners betrekken bij de besluitvorming. De vorm van die raadpleging hebben de gemeentebesturen uiteraard zelf kunnen bepalen. Tot slot heb ik de gemeenten verzocht in een raadsbesluit op de volgende vragen een antwoord te geven:

1. een besluit naar welke herindelingsvariant c.q. combinatie de voorkeur uitgaat;

2. een besluit over een alternatieve herindelingsvariant c.q. combinatie waar een meerderheid van de raad zich in kan vinden;

3. inzicht in de activiteiten die ondernomen zijn vanuit de gemeente om de «BAL-problematiek» gezamenlijk op te lossen evenals op welke wijze de combinaties onder 1 en 2 daaraan bijdragen.

Ik heb aangegeven er vanuit te gaan dat de gemeenten deze besluiten zonder voorbehoud nemen, dus zonder hieraan bestuurlijke en financiële voorwaarden te verbinden. Afgesproken is dat ik de raadsbesluiten uiterlijk op 23 oktober 2009 zou ontvangen.

Informatieavond raads-en collegeleden

Op verzoek van de vijf gemeenten hebben ambtenaren van mijn ministerie op 8 september 2009 een informatieavond georganiseerd waarin de uitkomsten van het financiële variantenonderzoek en van de toets van de varianten aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling en de vervolgstappen zijn toegelicht. De opkomst vanuit alle vijf de gemeenten was aanzienlijk, er waren ruim 80 aanwezigen. Tijdens de avond is nog eens benadrukt dat het zwaartepunt in dit proces ligt bij de betrokken gemeenten en gemeenteraden, omdat bij de gemeenten zelf de sleutel ligt naar vinden van een kwalitatief voldoende variant met meer bestuurlijk draagvlak.

4. Resultaten raadsbesluiten

Van alle vijf de gemeenten heb ik, conform afspraak, de raadsbesluiten tijdig ontvangen (bijlage 2)1.

Gemeente Abcoude

De raad van de gemeente Abcoude heeft besloten:

1. als eerste voorkeur te persisteren bij het eerder unaniem genomen besluit om te kiezen voor de herindelingsvariant Vecht en Venen;

2. als alternatieve herindelingsvariant te kiezen voor de combinatie Vecht en Venen plus Maarssen omdat alleen dit alternatief voldoet aan de eis van optimale bestuurskracht, duurzaamheid en robuustheid en de mogelijkheid tot het voeren van een integraal Groene Hartbeleid.

Gemeente Breukelen

De raad van de gemeente Breukelen heeft besloten:

1. een eerste voorkeur uit te spreken voor een herindeling van de gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen gekoppeld aan een herindeling van De Ronde Venen en Abcoude;

2. als tweede optie te kiezen voor een gemeentelijke herindeling tussen de gemeenten Breukelen en Loenen met intensieve niet-vrijblijvende samenwerking met Maarssen, gekoppeld aan een herindeling van De Ronde Venen en Abcoude.

Gemeente Loenen

De raad van de gemeente Loenen heeft besloten:

1. een eerste voorkeur uit te spreken voor een fusie van de gemeenten Loenen en Breukelen;

2. als tweede variant te kiezen voor een Vechtstreekgemeente bestaande uit Loenen, Breukelen en Maarssen samen met een herindeling van De Ronde Venen met Abcoude.

Gemeente Maarssen

De raad van de gemeente Maarssen heeft besloten:

1. een eerste voorkeur uit te spreken voor een samenvoeging (fusie) van de gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen tot een Vechtgemeente;

2. als tweede optie te kiezen voor het voortbestaan van een zelfstandige gemeente Maarssen;

3. het al dan niet participeren van de fusiegemeente Breukelen–Loenen–Maarssen in het Bestuur Regio Utrecht (BRU) over te laten aan de nieuwe gemeente;

4. ofschoon het in de besluitvorming ligt van de gemeenten De Ronde Venen en Abcoude op te merken dat een herindeling tussen de gemeenten De Ronde Venen en Abcoude, gezien de bestaande samenwerking, voor de hand ligt.

Gemeente De Ronde Venen.

De raad van de gemeente De Ronde Venen heeft besloten:

1. een eerste voorkeur uit te spreken voor het zelfstandig laten voortbestaan van de gemeente De Ronde Venen;

2. als tweede variant zich uit te spreken voor een herindeling met de gemeente Abcoude, mede gelet op de al bestaande samenwerking en met inachtneming van de eigen bestuurlijke verantwoordelijkheid om welwillend medewerking te verlenen aan een structurele oplossing van de als zodanig aangeduide «BAL-problematiek», dan wel restproblematiek in het gebied te voorkomen. Hierdoor zal een bestuurskrachtige nieuwe gemeente ontstaan.

Het volgende overzicht vat de verschillende raadsbesluiten samen:

GemeenteEerste VoorkeurTweede voorkeur
AbcoudeVecht en VenenVecht en Venen plus Maarssen
BreukelenHerindeling Breukelen, Loenen en Maarssen in combinatie met een herindeling van Abcoude en De Ronde VenenHerindeling van Breukelen en Loenen met niet vrijblijvende samenwerking met Maarssen in combinatie met een herindeling van Abcoude en De Ronde Venen
LoenenHerindeling Breukelen en LoenenHerindeling Breukelen, Loenen en Maarssen in combinatie met een herindeling van Abcoude en De Ronde Venen
MaarssenHerindeling Breukelen, Loenen en Maarssen in combinatie met een herindeling van Abcoude en De Ronde VenenZelfstandig blijven
De Ronde VenenZelfstandig blijvenHerindeling De Ronde Venen en Abcoude

Gevraagd was welke activiteiten zijn ondernomen vanuit de gemeente om de «BAL-problematiek» gezamenlijk op te lossen. Dit is niet in alle raadsbesluiten expliciet aangegeven. De gemeente De Ronde Venen heeft haar verantwoordelijkheid zeker genomen. Deze gemeente heeft als tweede variant gekozen voor een herindeling met Abcoude en daarmee haar bovenlokale verantwoordelijkheid voor de «BAL-problematiek» genomen. Ik heb hiervoor veel waardering. Ook de gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen hebben hun verantwoordelijkheid genomen door een gezamenlijk onderzoek te doen naar de mogelijkheden van samenwerking en/of herindeling. De gemeente Abcoude geeft in het raadsvoorstel aan aansluiting te hebben gezocht bij de gesprekken tussen de gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen, maar dat heeft niet tot andere inzichten geleid. Daarmee is invulling gegeven aan mijn verzoek om inzicht te geven in de activiteiten die ondernomen zijn om de «BAL-problematiek» op te lossen.

Conform mijn verzoek hebben de gemeenten de inwoners geraadpleegd en/of bij hun besluitvorming betrokken. Hoewel de vorm verschillend is, zijn in alle gemeenten de inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven benaderd. Zo is in alle gemeenten specifieke informatie verstrekt veelal aangevuld met informatieavonden. De gemeenten hebben, in mijn ogen, adequaat hun inwoners en maatschappelijke organisaties bij het proces betrokken.

De gemeente Maarssen geeft in haar raadsbesluit aan dat zij de beslissing over het al dan niet participeren in het BRU wil overlaten aan de nieuwe gemeente. Ik onderschrijf deze denkrichting.

5. Overwegingen

De navolgende overwegingen hebben een belangrijke rol gespeeld bij het voorstel dat ik u in deze brief doe ten aanzien van het aangehouden wetsvoorstel Vecht en Venen.

Faciliterende rol

In het licht van het Beleidskader gemeentelijke herindeling, is mijn onderzoek naar mogelijke alternatieven voor het wetsvoorstel tot instelling van een gemeente Vecht en Venen die op meer bestuurlijk draagvlak kunnen rekenen dan het huidige wetsvoorstel, niet voor de hand liggend. Immers, het Beleidskader gemeentelijke herindeling geeft aan dat het Rijk primair een procesmatige toets uitvoert. Echter bij de behandeling van het wetsvoorstel, heeft de Kamer geconstateerd dat het draagvlak voor dit wetsvoorstel tanende was. Daarmee ontstond wat mij betreft een nieuwe situatie die om een oplossing vroeg. Met inachtneming van het beleidskader heb ik ervoor gekozen geen sturende rol op mij te nemen maar te kiezen voor een procesgerichte, faciliterende rol. De besluitvorming heb ik primair bij de betrokken gemeenteraden neergelegd, zodat het uitgangspunt «van onderop» toch overeind zou blijven.

Intensief proces

Het onderzoek naar mogelijke alternatieven voor het voorliggende wetsvoorstel is een intensief proces geweest. Zowel van de gemeenten als van mijn kant was de inzet groot en constructief en zijn veel inspanningen geleverd: twee bestuurlijke bijeenkomsten, een voorlichtingsavond voor raadsleden en drie onderzoeken.

Eerste en tweede voorkeur

Voor de betrokken gemeenten, de provincie Utrecht, de regering en de Kamer is duidelijk dat er in dit gebied sprake is van een urgente problematiek die om een oplossing vraagt. Het proces om tot deze oplossing te komen loopt al ruim 10 jaar. Tijdens de tweede bestuurlijke bijeenkomst tekende zich af dat er wederom voor geen enkele variant (of combinatie van varianten) uitzicht was op een breed draagvlak. De primaire focus van de gemeenten was gericht op uitsluitend de eigen keus, terwijl er onvoldoende oog was voor bijvoorbeeld de problematiek in het gebied die opgelost moet worden of de haalbaarheid van de eigen voorkeur in relatie tot het draagvlakcriterium. Om dat te doorbreken heb ik aangegeven dat ik verwachtte dat alle gemeenten in hun raadsbesluiten ook een tweede voorkeursvariant zouden vaststellen. De tweede keuze moet hierbij beschouwd worden als een eveneens wenselijke geachte oplossing voor de bestaande problematiek. De gemeenteraden hebben hun verantwoordelijkheid nu genomen. Hoewel alle gemeenteraden bij hun eerste keuze hebben gekeken naar de beste variant voor hun eigen gemeente, hebben zij bij de tweede optie ook andere overwegingen betrokken, zoals het regionale perspectief. Met de verantwoordelijkheid die de gemeenteraden door deze besluiten hebben genomen, waarbij de raden zich bewust waren van het feit dat beide keuzen een rol zouden spelen bij de beoordeling van het draagvlak, hebben zij de richting gewezen waarin naar hun oordeel de oplossing is gelegen.

6. Conclusies

Op basis van bovenstaande overwegingen kom ik tot de volgende conclusies:

Draagvlak wetsvoorstel Vecht en Venen

Het draagvlak voor het wetsvoorstel tot instelling van een gemeente Vecht en Venen is sinds de besluitvorming in de betrokken gemeenteraden in het voorjaar van 2008 sterk afgenomen. In 2008 waren er nog twee van de vier betrokken gemeenten voor dit wetsvoorstel. Momenteel is alleen de gemeente Abcoude nog voorstander.

Twee herindelingen

Op basis van de raadsbesluiten concludeer ik dat voor een combinatie van twee herindelingen, enerzijds een samenvoeging van de gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen en anderzijds een samenvoeging van de gemeenten Abcoude en De Ronde Venen, bij vier van de vijf betrokken gemeenten draagvlak bestaat. Voor de herindeling van de gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen is ruim voldoende draagvlak. Voor de herindeling Abcoude, de Ronde Venen is beperkt draagvlak. Voor de gemeente De Ronde Venen is dit de tweede voorkeur, de gemeente Abcoude kiest niet voor deze variant. Dit hangt samen met de visie op het gebied van deze gemeente, namelijk dat er een samenhangend Groene Hartbeleid (Vecht en Venen) moet worden ontwikkeld en uitgevoerd. Ik begrijp daarom de eerste keuze van de gemeente Abcoude. Voor wat betreft de tweede keuze van de gemeente Abcoude constateer ik dat die niet kan rekenen op enig draagvlak bij de gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen. Al ruim 10 jaar wordt er gesproken over de oplossing van de problematiek in dit gebied. Ik ben van oordeel dat deze problematiek nu daadwerkelijk moet worden opgelost. Ik doe dan ook een dringend beroep op de gemeente Abcoude om zich constructief op te stellen in de samenvoeging met De Ronde Venen.

Toets Beleidskader gemeentelijke herindeling

In bijlage 1 staan de resultaten beschreven van de toets van de verschillende varianten aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling en aan de randvoorwaarden. Op basis van deze toets concludeer ik dat deze combinatie van herindelingen, waarbij enerzijds een Vechtgemeente ontstaat bestaande uit de gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen en anderzijds een Venengemeente bestaande uit de gemeenten Abcoude en De Ronde Venen, voldoet aan de uitgangspunten van het Beleidskader gemeentelijke herindeling.

Wat betreft de bestuurskracht ontstaat bij herindeling van de gemeenten Abcoude en De Ronde Venen een bestuurskrachtige gemeente met een bovengemiddelde financiële positie. De bestuurskracht in de andere nieuw te vormen gemeente is op basis van de bestuurskracht in de huidige gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen een aandachtspunt. Echter de drie gemeenten zijn zich hiervan ten volle bewust. Daarom heb ik er alle vertrouwen in dat er een bestuurskrachtige gemeente zal ontstaan. Financieel is de vertrekpositie van deze nieuwe gemeente als beneden gemiddeld ten opzichte van de andere in de provincie Utrecht gelegen gemeenten beoordeeld. Op basis van de resultaten van het financieel variantenonderzoek concludeer ik dat deze positie zeker zodanig is, dat ze voldoende versterkt kan worden, indien de nieuwe gemeente daarop goed stuurt. De interne samenhang van de nieuwe Venengemeente (Abcoude en De Ronde Venen) is goed. Wat de andere gemeente betreft moet geconstateerd worden dat Maarssen een meer stedelijke gemeente is dan Breukelen en Loenen met een overwegende ligging aan de Vecht maar ook met uitlopers in het Veenweidegebied, wat de interne samenhang van de nieuwe Vechtgemeente beperkt. Samenbindend voor deze drie gemeenten is de ligging aan de Vecht. Dit is voor de gemeenten zelf zwaarwegender dan het gemengde karakter van de nieuw te vormen gemeente. De duurzaamheid van de nieuw te vormen gemeenten is voldoende.

Alles overwegende ben ik van oordeel dat na dit variantenonderzoek deze twee herindelingen de beste oplossing zijn voor de geconstateerde problematiek en voldoen aan het beleidskader gemeentelijke herindeling.

7. Zienswijze provincie Utrecht

De provincie Utrecht geeft in haar zienswijze aan dat versterking van de bestuurskracht in het gebied noodzakelijk en urgent is (bijlage 3)1. Zij concludeert dat gelet op het gewijzigde draagvlak voor het oorspronkelijke voorstel bij de gemeenten het een goed alternatief is om te komen tot de twee genoemde herindelingen. De provincie geeft aan dat deze twee herindelingen voldoen aan de criteria van het Beleidskader gemeentelijke herindeling. Tot slot spreekt de provincie haar waardering uit voor de daadkrachtige en zorgvuldige uitvoering van dit onderzoek.

8. Voorstel

Alles afwegende stel ik uw Kamer voor het huidige wetsvoorstel tot de instelling van een nieuwe gemeente Vecht en Venen te wijzigen in een voorstel tot twee herindelingen: één herindeling bestaande uit de samenvoeging van de gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen en één herindeling bestaande uit de samenvoeging van de gemeenten Abcoude en De Ronde Venen. Een daartoe strekkende nota van wijziging is bijgevoegd bij deze brief. Ik verzoek u de behandeling van het wetsvoorstel op basis daarvan voort te zetten.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven