Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 maart 2023
De vaste Tweede Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft op 17 februari
2023, naar aanleiding van een ontvangen brief van een jeugdzorgprofessional, om mijn
reactie gevraagd. Bij deze ontvangt u mijn reactie.
In haar brief geeft de jeugdprofessional aan dat professionals die werken met hoogbegaafde
jeugdigen zich niet zouden kunnen registreren in het Kwaliteitsregister Jeugd. De
briefschrijfster is oprichter van Klavertje Vijf. Dit is een organisatie die zich
richt op de begeleiding van hoogbegaafde jeugdigen en is een gecontracteerde zorgaanbieder
bij tien gemeenten in de regio zuidoost Brabant.
De Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) beheert het Kwaliteitsregister Jeugd en
is per wet aangemerkt als enig kwaliteitsregister voor jeugdprofessionals (hoofdstuk 5
Besluit Jeugdwet). Professionals die in dit register staan geregistreerd, dienen zich
elke vijf jaar te herregistreren. Het register bevat drie subcategorieën, met per
subcategorie eigen herregistratie-eisen. Om in aanmerking te komen voor herregistratie
dienen jeugd- en gezinsprofessionals aan drie eisen te voldoen:
-
1. Over een periode van vijf jaar tenminste 60 uur aan geaccrediteerde deskundigheidsbevordering
afleggen;
-
2. Over een periode van vijf jaar tenminste 60 uur aan reflectie besteden;
-
3. Over een periode van vijf jaar tenminste 3.368 uur aan werkervaring, gemiddeld 16 uur
per week in het sociaal domein waarvan gemiddeld 8 uur per week met jeugd.
Voor herregistratie dient een professional diens werkervaring bij de SKJ in. De SKJ
registratiecommissie toets de indiening. SKJ maakt bij deze toetsing gebruik van bovengenoemde
criteria en geeft daarbij geen inhoudelijk oordeel over specialismen binnen de jeugdhulp,
zoals hoogbegaafdheid. Dit betekent dat, wanneer een professional kan aantonen dat
diens werkervaring voldoet aan bovengenoemde criteria, herregistratie kan plaats vinden.
Dit staat, kortom, los van een eventueel specialisme van de professional en betreft
dus het zelfstandige oordeel van de SKJ.
Ik vertrouw er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen