31 839 Jeugdzorg

Nr. 857 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2022

Mijn voorganger heeft de Gezondheidsraad om advies gevraagd over de wetenschappelijk beschikbare kennis over eetstoornissen. In de adviesvraag werden twee vragen gesteld. De eerste betrof de wetenschappelijke stand van zaken ten aanzien van vroege opsporing en behandeling van eetstoornissen. De tweede vraag betrof de beschikbare kennis over zowel de combinatie van eetstoornissen en andere psychische aandoeningen, en de passende behandeling voor jongeren die met dergelijke aandoeningen kampen.

De Gezondheidsraad heeft haar advies op 28 juni j.l. afgerond. Bij dezen deel ik dit advies met Uw Kamer. De Gezondheidsraad geeft in haar advies antwoord op de vraag wat er wetenschappelijk bekend is over tijdige herkenning van eetstoornissen en effectieve vroeg behandeling, maar geeft tegelijkertijd aan dat er ook nog kennis mist. Dit is met name het geval waar het gaat om de effectieve behandeling van jongeren die naast een eetstoornis ook nog met één of meerdere andere psychische aandoening kampen. De Gezondheidsraad adviseert daarom in te zetten op een onderzoeksagenda. Ook adviseert de Gezondheidsraad om in te zetten op het versterken van de mentale weerbaarheid van jongeren, en op een uniforme aanpak van eetstoornissen.

Ik ben de Gezondheidsraad erkentelijk voor haar advies. Ik ga dit advies nader bestuderen. De beleidsreactie op dit advies zult u, zoals gebruikelijk, binnen uiterlijk drie maanden ontvangen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen

Naar boven