31 839 Jeugdzorg

Nr. 85 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 februari 2011

U heeft mij gevraagd om u per brief te informeren over «bezuinigingen» op de jeugdzorg in de provincie Limburg. Bij dezen voldoe ik aan dat verzoek.

Ontwikkeling SCP-verdeelmodel

Tot de inwerkingtreding van de Wet op de jeugdzorg werden de provincies gefinancierd op basis van het aanwezige zorgaanbod in die provincies. Met de Wet op de jeugdzorg is een omslag gemaakt, in de zin dat een jeugdige aanspraak heeft op zorg en deze kan krijgen via de provincie waarin de jongere woonachtig is. Vanuit dit perspectief zou elke provincie per jeugdige evenveel moeten ontvangen, ermee rekening houdend dat bepaalde groepen vaker een beroep doen op jeugdzorg.

Onder mijn ambtsvoorganger is een stap gezet om de financiering van de jeugdzorg conform dit objectief model in te richten. Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) heeft daartoe in 2008 een ramings- en verdeelmodel ontwikkeld voor het macrobudget jeugdzorg. Met het ramingsmodel wordt het macrobudget voor de jeugdzorg geraamd. Het verdeelmodel is een model op basis waarvan de budgetten over de provincies en grootstedelijke regio’s (hierna: provincies) worden verdeeld. Dit verdeelmodel is gebaseerd op het aantal jeugdigen tussen 0–17 jaar rekening houdend met een aantal kenmerken die sterk samenhangen met het doen van een beroep op jeugdzorg. Dit houdt bijvoorbeeld in dat het aantal kinderen uit één-oudergezinnen zwaarder meeweegt in het verdeelmodel. Hiermee is een objectief model gecreëerd voor de verdeling van het jeugdzorgbudget over de provincies.

Implementatie verdeelmodel 2010 en 2011

In 2009 heeft het IPO mede op basis van het SCP-verdeelmodel een voorstel gedaan voor de verdeling van het macrobudget 2010 en 2011. Mijn ambtsvoorganger is hiermee akkoord gegaan. Conform dat voorstel wordt de SCP-verdeling gefaseerd ingevoerd. In 2010 hebben alleen die provincies extra middelen gekregen die er volgens de SCP-verdeling ook op vooruit zouden gaan. In 2011 is in sterkere mate aangesloten bij de SCP-verdeling. De verdeling heeft voor 50% op basis van het SCP-verdeelmodel plaatsgevonden en voor 50% op basis van het historisch budget. Als gevolg van deze herverdeling ontving de provincie Limburg in 2011 minder budget dan in 2010. Ik heb u per brief van 20 januari 2010 (TK 2009–2010, 31 839, nr. 2) geïnformeerd over de vastgestelde bedragen per provincie voor 2010 en 2011.

De provincie Limburg heeft al jaren een relatief groot aanbod aan jeugdzorg. Als gevolg van deze historisch gegroeide situatie is het budget per jeugdige, rekening houdend met de wegingsfactoren, in Limburg veel hoger dan in andere provincies. Met de verschuiving van een aanbodgerichte naar een meer vraaggerichte c.q. objectieve financiering, conform de SCP-verdeelmodel, neemt het budget voor de provincie Limburg af.

Tabel: Ontwikkeling doeluitkering provincie Limburg voor BJZ (vrijwillig kader) en zorgaanbod (in mln €)
 

2009

2010

2011

Doeluitkering structureel

83,5

83,5

76,2

Doeluitkering incidenteel

0,3

1,1

0

Totaal

83,8

84,6

76,2

De provincie Limburg behoorde in 2010 niet tot de provincies die er volgens de SCP-verdeling op vooruit zouden gaan. De doeluitkering is daarom constant gebleven. Met de verdere invoering van de SCP-verdeelmodel is in 2011 het budget verminderd met ruim € 8 mln. De provincie Limburg heeft mij (per brief d.d. 23 augustus 2010) laten weten dat zij in 2011 de bezuiniging zal realiseren door de inzet van residentiële zorg te verminderen en de inzet op ambulante hulp en pleegzorg te versterken.

Met de volledige invoering van het SCP-verdeelmodel en een gelijkblijvend macrobudget zou de doeluitkering van de provincie Limburg ten opzichte van 2009 met ongeveer 25% dalen. Daarvan is in 2011 10% gerealiseerd, zodat de resterende daling circa 15% bedraagt.

Vervolgstappen

De overgang naar een objectieve verdeling van de jeugzorgmiddelen over de provincies is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Rijk en IPO. De noodzaak om tot een betere verdeling te komen, die meer aansluit bij de vraag naar jeugdzorg in een provincie, is al geruime tijd geleden door de betrokken partijen onderkend. Sinds 2008 is op hoofdlijnen bekend welke verschuivingen zullen optreden bij deze herverdeling en is het onderwerp regelmatig besproken in bestuurlijke overleggen. Ik acht verdere invoering van de objectieve verdeling van groot belang omdat het jeugdzorgbudget daar terecht moet komen waar het het meest nodig is. Vertraging in de herverdeling benadeelt die provincies die volgens het objectieve verdeelmodel meer zouden moeten ontvangen. Tegelijk is het van groot belang dat een provincie die nadeel ondervindt van de herverdeling samen met de zorgaanbieders tot een verantwoorde afbouw van capaciteit komt. De besluitvorming daarover moet daarom zorgvuldig verlopen.

Voor 2012 en verder is zowel het macrobudget als de verdeling nog niet bekend. Het IPO zal mij in maart een voorstel doen voor de verdeling van het jeugdzorgbudget. Daarin zal het IPO ook aangeven binnen welke periode de herverdeling zou kunnen worden afgerond.

Ik ben mij bewust van het feit dat een vermindering van het budget van een provincie alle betrokken bestuurders en jeugdzorgwerkers voor een grote opgave stelt. Dit geldt in het bijzonder voor de provincie Limburg. Ik heb grote waardering voor de wijze waarop alle betrokkenen zich hebben ingezet om de eerste fase van de herverdeling verantwoord te laten verlopen. Dit geeft mij het vertrouwen dat dit op een goede wijze kan worden afgerond.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

Naar boven