De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de overheid in de aanpak kinderopvangtoeslagen veelal wordt gezien
als dader en dat derhalve gedupeerden geen vertrouwen hebben in de aanpak;
overwegende dat ook voor de uithuisplaatsingen geldt dat de partijen die voorheen
betrokken waren bij de uithuisplaatsingen nu verantwoordelijk zijn voor de oplossing
en dat het daarmee aannemelijk is dat voor veel gedupeerden de huidige aanpak uithuisplaatsingen
geen passend antwoord biedt;
constaterende dat onder andere gelijkwaardigheid en onafhankelijkheid randvoorwaarden
zijn voor succesvol herstel en dat gelijkwaardigheid wat anders is dan ouderparticipatie;
constaterende dat het huidige systeem niet functioneert, mede omdat deze basisingrediënten
ontbreken;
constaterende dat de aanpak uithuisplaatsingen van KOT-gedupeerden niet snel genoeg
verloopt en, gezien het aangedane leed, onze absolute prioriteit verdient;
overwegende dat om de problemen op te lossen overheden, waaronder gemeentes, meer
regelruimte en een gedifferentieerde aanpak nodig hebben, en zich op ongekend terrein
bevinden vanwege de enorme omvang van de door de rijksoverheid gecreëerde problemen;
constaterende dat in de gemeente Almere een aanpak bestaat waarbij het ongekend leed
van individuele burgers wel omgezet is naar een gezamenlijke, gelijkwaardige aanpak
met overheid en gedupeerden, en deze aanpak ook toegepast kan worden op de aanpak
uithuisplaatsingen;
verzoekt de regering gemeentes, in samenwerking met VNG, meer regelruimte te geven
(ook in gegevensuitwisseling), zodat geëxperimenteerd kan worden met een onafhankelijke
individuele integrale aanpak van (gedwongen of vrijwillig) uit huis geplaatste kinderen
(zowel jonger als ouder dan 18 jaar) en hun families, waarna andere gemeentes de in
Almere geleerde lessen ook in de praktijk kunnen toepassen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Raan
Sylvana Simons
Peters
Eerdmans
Van der Plas
Van der Staaij
Van Haga
Azarkan
Van Beukering-Huijbregts
Ceder
Arib
Verkuijlen