Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2020
Met deze brief geven wij antwoord op het verzoek van uw Kamer om vandaag een reactie
te geven op berichtgeving in de PZC en het persbericht van de Zeeuwse gemeenten over
de Gecertificeerde Instelling (GI) Intervence, beide van 15 december jongstleden.1
Afgelopen maandag hebben we met uw Kamer een indringend debat gevoerd over de ontwikkelingen
rond de jeugdbescherming en jeugdreclassering in Zeeland. Daarnaast hebben wij u op 11 december jl. antwoorden gestuurd
op Kamervragen van de leden Kuiken en Van den Berge/Westerveld.2
Tijdens het debat en in de beantwoording van de Kamervragen hebben we aangegeven dat
we op 11 december jl. overleg hebben gevoerd met de Zeeuwse gemeenten over de ontstane
situatie in Zeeland. Tijdens dit overleg hebben we de afspraak gemaakt dat er geen
onomkeerbare beslissingen genomen worden totdat er een positief advies is gegeven
op het transitieplan door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie
en Veiligheid (hierna: de Inspecties) en de Jeugdautoriteit (JA). Dit betekent dat
de GI Intervence voorlopig verantwoordelijk blijft voor haar cliënten en ook nieuwe
cliënten bij Intervence kunnen instromen.
Op basis van berichten in de media naar aanleiding van de besluitvorming in de Zeeuwse
colleges op 15 december jl. is het beeld ontstaan dat de beslissing om definitief
te stoppen met Intervence al genomen is en dat er geen weg meer terug is. Dit heeft
tot onnodige onrust geleid bij alle betrokkenen. Wij begrijpen dat, omdat het niet
strookt met de afspraken die zijn gemaakt en hetgeen wij daarover aan uw Kamer hebben
mede gedeeld. We hebben daarom direct met de verantwoordelijke wethouder contact gezocht.
De wethouder betreurt de ontstane beeldvorming en heeft aangegeven dat:
-
– de gemaakte afspraken om geen onomkeerbare stappen te zetten tot de Inspecties en
de Jeugdautoriteit groen licht hebben gegeven onverkort gelden;
-
– als de Inspecties en de Jeugdautoriteit niet tot een positief oordeel komen over het
transitieplan, alle scenario’s voor de toekomstige organisatie van de jeugdbescherming
en -reclassering in Zeeland weer in de afweging worden meegenomen;
-
– een persbericht is uitgebracht om de ontstane onduidelijkheid weg te nemen.
Wij hopen dat met onze toelichting en het persbericht vanuit de gemeenten de mogelijk
ontstane onduidelijkheid bij uw Kamer naar aanleiding van de mediaberichten is weggenomen.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis