31 839 Jeugdzorg

Nr. 628 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 december 2018

Op 28 november 2018 heb ik Kamervragen beantwoord over de aanbesteding van de jeugdzorgplus in Noord-Holland Noord (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 796). Daarin heb ik aangegeven de ontwikkelingen – vanuit mijn (stelsel)verantwoordelijkheid voor de Jeugdwet – nauwgezet te volgen. Vanuit die verantwoordelijkheid informeer ik u over de stand van zaken.

Eind 2017 hebben de regio’s Alkmaar, Kop van Noord-Holland en West-Friesland besloten om een gezamenlijk inkooptraject te starten voor de jeugdzorgplus. Daarover hebben zij Parlan – met wie zij een contract hadden tot 1 januari 2019 – geïnformeerd. Op 31 mei 2018 heeft de gemeente Alkmaar de opdracht aangekondigd op www.tenderned.nl. Daarin hebben zij aangegeven dat zij de jeugdzorgplus zodanig willen inrichten dat de recidive en verlenging van machtiging afnemen, de in- en uitstroom van jeugdigen samen met de aanbieder wordt gecoördineerd en beheerst en de kosten voor jeugdzorgplus beheersbaar blijven. Hieraan ten grondslag ligt hun ambitie dat in 2030 geen enkele jongere meer jeugdzorgplus nodig heeft. De looptijd van de op basis van de opdracht te sluiten overeenkomst is 24 maanden en kan twee keer met een jaar worden verlengd (dus tot uiterlijk 31 december 2022).

Na de dialoogfase hebben de gemeenten van de drie gegadigden er twee geselecteerd waaronder Parlan. Op 13 september heeft Parlan haar inschrijving voor de opdracht ingediend. Op 10 oktober hebben de gemeenten Parlan meegedeeld dat zij voornemens waren de opdracht te gunnen aan Horizon en waarom zij de voorkeur kregen. Die keuze hebben zij op 16 oktober mondeling toegelicht aan Parlan. Op 29 oktober heeft Parlan het kort geding aangespannen, waarin op 5 december de Rechtbank Amsterdam uitspraak heeft gedaan. De rechtbank heeft de vordering van Parlan afgewezen omdat de gemeenten voldoende hebben onderzocht dat de winnende aanbieding een realistisch alternatief biedt, dat past binnen het wettelijk kader.

In de loop van oktober ontving ik zorgelijke signalen over de continuïteit van zorg voor huidige cliënten van Transferium en de beschikbaarheid van jeugdzorgplus voor toekomstige cliënten jeugdzorgplus. In mijn rol als interbestuurlijk toezichthouder heeft er vervolgens overleg met gemeenten plaatsgevonden om deze signalen te valideren (stap twee in interbestuurlijk toezicht; zie bijlage voor beschrijving vijf stappen van het interbestuurlijk toezicht)1 Dat heeft geresulteerd in de afspraak met de gemeenten dat zij mij op 26 november een plan van aanpak zouden sturen. Daarin zouden zij op drie punten duidelijkheid verschaffen. In de eerste plaats een garantie over de continuïteit van zorg voor de huidige cliënten uit de regio Noord-Holland Noord (afmaken van de behandeling met bij voorkeur dezelfde behandelaars). In de tweede plaats zekerheid over de beschikbaarheid van jeugdzorgplus voor toekomstige cliënten uit de regio Noord-Holland Noord en de andere regio’s die gebruik blijven maken van Transferium. En tot slot duidelijkheid over de continuïteit van de huidige leverende organisatie.

Op 26 november heb ik een brief ontvangen van gemeenten waarin zij weliswaar ingaan op deze drie punten, maar tegelijk melden nog niet op alle vragen antwoord te kunnen geven omdat de aanbesteding nog onder de rechter lag. Op mijn verzoek hebben zij mij op 30 november een verder uitgewerkt plan toegezonden, dat zij in samenwerking met Horizon hadden opgesteld. Daarover heeft tussen het ministerie en een wethoudersdelegatie op 3 december overleg plaatsgevonden. Dat heeft geresulteerd in de afspraak dat zij samen met Horizon en Parlan, uiterlijk volgende week, een gezamenlijk stappenplan opstellen waardoor ook duidelijkheid ontstaat over continuïteit van huidige zorg, blijvende beschikbaarheid van jeugdzorgplus in de regio en de toekomst van Transferium. Ik zal erop toezien dat dit gebeurt. Dat past in de fase van het interbestuurlijk toezicht waarin wij ons nu bevinden: stap drie, het maken van afspraken over concrete acties, gekoppeld aan termijnen.

Gemeenten zijn eerstverantwoordelijk voor het verdere vervolg. Zij hebben de beleidsvrijheid om zelf hun aanbieder te kiezen. Dat hebben zij in dit geval ook in de ogen van de rechter op een zorgvuldige wijze gedaan omdat gemeenten herhaaldelijk hebben meegedeeld dat nu bij Transferium geplaatste jongeren daar hun traject kunnen afmaken.

Ik stel vast dat er nog veel werk te verzetten is voor de regio’s Alkmaar, Kop van Noord-Holland en West-Friesland willen zij de in de rechtbank uitgesproken intenties waarmaken. De gemeenten staan voor de opgave om afspraken te maken met Parlan en Horizon alsmede met de overige betrokken regio’s uit Noord-Holland over de continuïteit van zorg voor de huidige cliënten, de beschikbaarheid van jeugdzorgplus voor toekomstige cliënten en de toekomst van Transferium. In mijn rol als interbestuurlijk toezichthouder zal ik daarop toezien en indien nodig gebruik maken van het instrumentarium dat bij deze rol hoort.

Zodra daar aanleiding voor is zal ik u over het vervolg informeren.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven