Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 november 2016
Hierbij bied ik u, mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, het
rapport Perspectief en Participatie 2015–2017 aan1. De samenwerkende inspecties hebben het afgelopen jaar onderzoek gedaan naar hoe
jongeren, die een open of gesloten residentiële instelling of een justitiële jeugdinrichting
verlaten, worden geholpen op weg naar participatie en zelfstandigheid. Jongeren die na verblijf in een residentiële instelling,
terugkeren in de maatschappij, kampen vaak met (een combinatie van) problemen op meerdere
leefgebieden. Daarbij krijgen ze vaak te maken met de overgang van jeugdzorg naar
hulp en ondersteuning vanuit andere wet- en regelgeving.
Het onderzoek heeft plaatsgevonden in de gemeenten Den Haag, ’s-Hertogenbosch en Smallingerland.
In de onderzochte gemeenten hebben de inspecties goede voorbeelden gezien, maar ook
zorgpunten geconstateerd die jongeren bij hun participatie kunnen belemmeren. Een
overallanalyse van bovengenoemde gemeenten heeft geleid tot het benoemen van vier
thema’s waar de inspecties specifiek aandacht voor vragen van de lokale, regionale
en landelijke partijen;
-
– Jongeren in beeld: tijdige ondersteuning en goede afspraken zijn van belang.
-
– Professionele samenwerking is nodig.
-
– Samenhang en continuïteit in zorg en ondersteuning (ook na het 18e jaar)
-
– Regie is vereist: de regierol is niet duidelijk belegd bij de overgang van 18– naar
18+.
Het onderzoek wordt in 2017 vervolgd en de inspecties bekijken dan in hoeverre verbeteringen
zijn gerealiseerd in de gemeenten die betrokken zijn.
Jongeren met complexe problematiek die vertrekken uit een residentiële instelling
voor jeugdhulp of een justitiële jeugdinrichting hebben vaak integrale zorg en ondersteuning
nodig bij hun groei naar zelfstandigheid. Door de decentralisaties hebben gemeenten
meer mogelijkheden gekregen om integraal beleid te voeren in het sociaal domein. Zij
kunnen door gezamenlijk en integraal te werken een sluitende aanpak realiseren voor
deze en andere kwetsbare jongeren van 16–27 jaar.
In de praktijk is de uitvoering van een gezamenlijke en integrale aanpak voor deze
jongeren nog best lastig. In het overleg tussen gemeenten en rijk is daarom een gezamenlijke
werkagenda opgesteld om kwetsbare jongeren beter te begeleiden naar volwassenheid
(18–/18+) De uitkomsten van dit onderzoek zullen worden gebruikt bij de uitvoering
van deze werkagenda.
Tevens worden de uitkomsten van het onderzoek meegenomen in het traject Verkenning
Invulling Vrijheidsbeneming Justitiële Jeugd (VIV JJ) waarover mijn collega, de Staatssecretaris
van Veiligheid en Justitie, u recent schriftelijk heeft geïnformeerd (Kamerstuk 28 741, nr. 29).
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M.J. van Rijn