31 839 Jeugdzorg

Nr. 508 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 maart 2016

In aanloop naar het Verzamel-AO jeugdhulp van 31 maart aanstaande, heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport mij verzocht een reactie te geven op de berichtgeving in BN/deStem over de verschenen Monitor Transitie Jeugd. Deze gaat hierbij. In deze brief is tevens de reactie opgenomen op de derde voortgangsrapportage van de Kinderombudsman.

De Minister van Veiligheid en Justitie en ik herkennen ons in de signalen die in beide rapporten worden aangereikt. De aanbevelingen die worden gedaan, onder andere op het gebied van deskundigheid van wijkteams, het terugdringen van wachtlijsten en de totstandkoming van verantwoorde hulp aan ouders en kinderen ondersteunen wij.

1 Berichtgeving Monitor Transitie Jeugd

Uw Kamer heeft mij gevraagd te reageren op berichtgeving in BN/deStem van 15 februari 2016 inzake de Jaarrapportage 2015 van de Monitor Transitie Jeugd1. In deze monitor worden meldingen van cliënten en professionals over de transitie jeugdhulp verzameld.

Ik hecht veel waarde aan de signalen van cliëntenorganisaties en professionals. Daarom ondersteun ik de monitor ook financieel. Ik beschouw de monitor als een van de tien vingers die ik aan de pols van de transitie wil houden.

Elk kwartaal wordt een rapportage opgeleverd en de jaarrapportage 2015 geeft een terugblik op het gehele jaar 2015. In de rapportages worden aanbevelingen gedaan aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Ministeries van Veiligheid en Justitie en Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Er zijn in 2015 in totaal 472 meldingen binnengekomen: de meldingen betreffen vooral de informatievoorziening aan cliënten door gemeenten, de deskundigheid in wijkteams, de privacy en het persoonsgebonden budget. De clusters zijn in grote lijnen over het hele jaar gelijk.

Op al deze thema’s zijn acties in gang gezet om problemen aan te pakken. Zo helpt de VNG de gemeenten om cliënten beter voor te lichten over de toegang tot en de procedures voor de jeugdhulp.

Rond de privacy is door het rijk een informatiefolder gemaakt voor de gemeenten. Ook worden voorlichtingsbijeenkomsten gehouden. Ik heb gemeenten opgeroepen om een privacyprotocol te maken zodat een ieder weet hoe met vertrouwelijke persoonsgegevens omgegaan moet worden.

Ook in 2016 zullen 3-maandelijks rapportages verschijnen van de monitor. Deze worden ook gebruikt ter ondersteuning van de voortgangsbrieven over het jeugdstelsel die u enkele keren per jaar ontvangt.

2 Derde voortgangsrapportage Kinderombudsman

De Kinderombudsman stelt in zijn derde monitor – over de laatste maanden van 2015 – dat de jeugdhulp «nog niet op orde is».2 Net als de vorige 2 metingen is de monitor gebaseerd op een enquête onder 1200 ouders en kinderen in 49 gemeenten en op diepte-interviews met professionals en cliënten in 5 gemeenten.

Het goede nieuws volgens de Kinderombudsman is dat jongeren en hun ouders nog altijd positief zijn over hun hulpverlener en tevreden zijn met de kwaliteit van de hulpverlening. Dat verdient een compliment, aldus de Kinderombudsman.

De zorgen van de Kinderombudsman over de deskundigheid van de wijkteams zijn niet verdwenen. Ook de toegang tot de hulp en de aanbodgerichte werkwijze blijven volgens hem een knelpunt. Huisartsen zijn nog onvoldoende geïnformeerd over het hulpaanbod, wat doorverwijzen lastig maakt. Daarnaast lijken er volgens de Kinderombudsman als gevolg van de decentralisatie wachtlijsten te ontstaan.

Op basis van zijn onderzoek komt de Kinderombudsman tot onderstaande aanbevelingen.3

Hij vraagt van gemeenten:

  • Te investeren in de expertise van het wijkteam.

  • Prioriteit te geven aan de samenwerking tussen wijkteams en (huis)artsen, Veilig Thuis-organisaties en jeugdhulpaanbieders.

  • Een overzicht van gecontracteerde aanbieders breed te verspreiden (bijvoorbeeld digitaal), onder ketenpartners, ouders en kinderen.

  • Te blijven communiceren over de werkwijze van de toegang richting jeugd, ouders en ketenpartners.

  • Te investeren in de kennis en expertise bij de wijkteams op het gebied van veiligheid van kinderen.

  • Te investeren in een dekkende toegang door na te gaan of er wordt voldaan aan de randvoorwaarden voor een sterke toegang en daar waar nodig verbeteringen door te voeren.

  • Proactief beleid te voeren om wachtlijsten te voorkomen en terug te dringen.

Hij vraagt van alle ketenpartners:

  • Zich in te zetten om wachtlijsten te voorkomen en te verminderen, desnoods door te verwijzen naar andere aanbieders waar kinderen wel snel geholpen kunnen worden.

  • Samenwerking op gang te helpen: neem zelf het initiatief om met elkaar in contact te treden.

Acties in uitvoeringen

De Minister van Veiligheid en Justitie en ik zijn de Kinderombudsman zeer erkentelijk dat hij de decentralisatie van de jeugdhulp op de voet volgt vanuit het perspectief van kinderen en kinderrechten. De decentralisatie is immers pas echt geslaagd als ouders en kinderen ervaren dat ze goed worden geholpen: tijdige hulp dichtbij huis, zorg op maat en zo integraal mogelijk. De risico’s die hij signaleert, herkennen wij en zijn aanbevelingen ondersteunen wij. Inmiddels hebben wij de volgende acties in uitvoering genomen met gemeenten, aanbieders van jeugdhulp en andere partners:

  • 1) Expertise Wijkteams.

    Ook uit de Monitor Transitie Jeugd van de cliëntenorganisaties blijkt dat de wijkteams extra aandacht verdienen. Aan verbetering van de deskundigheid van wijkteams wordt gewerkt door gemeenten en kennisinstituten. De VNG en het rijk hebben vijf kennisinstituten4 gevraagd een gezamenlijk kennisprogramma te ontwikkelen om het integraal werken in de wijken te ondersteunen.

    Daarnaast doen de samenwerkende inspecties in 2016 onderzoek naar het functioneren van de wijkteams, waarbij ook het vroegtijdig signaleren van onveiligheid van kinderen punt van aandacht is.

  • 2) Samenwerking met huisartsen.

    Goede samenwerking tussen gemeenten en huisartsen en informatiedeling over ingekocht aanbod is van groot belang. VNG en LHV werken samen om gemeenten en huisartsen hierbij te ondersteunen.

  • 3) Wachttijden.

    Gemeenten en aanbieders benadrukken dat kinderen die niet kunnen wachten op hulp altijd met voorrang worden geholpen. Als sprake is van een plaatsingsprobleem – bijvoorbeeld omdat een budgetplafond is bereikt – gaan gemeenten in gesprek met de aanbieder over een oplossing. Daarbij wordt ook gekeken naar alternatieven bij andere aanbieders.

  • 4) Veilig Thuis

    VNG en gemeenten hebben het functioneren van de Veilig Thuisorganisaties in relatie tot de wijkteams hoog op de agenda. Het maakt deel uit van het onlangs aangekondigde traject voor de kwaliteitsverbetering van Veilig Thuis.

  • 5) Vervolgonderzoek werking toegang.

    Dit najaar laten we een tweede verdiepend onderzoek naar het functioneren van de toegang tot jeugdhulp uitvoeren. Hierin worden de zorgpunten van de Kinderombudsman meegenomen.

  • 6) Doorlopende zorg voor jongeren die 18 worden.

    VNG en Nji organiseren zogenoemde learn and share bijeenkomsten in het land om de kansen te benutten die de decentralisatie biedt om oude knelpunten in de overgang van 18– naar 18+ op te lossen. Wij zien dat gemeenten hier al actief mee bezig zijn. Oplossingen en goede praktijken voor en door gemeenten worden dit voorjaar gebundeld in een handreiking.

  • 7) Communicatie naar de burgers.

    De communicatie is ook een terugkerend punt van aandacht in de Monitor Transitie Jeugd. In onze najaarsbrief 2015 aan alle wethouders hebben wij gemeenten extra aandacht gevraagd voor de communicatie met hun burgers (ze moeten weten met welke vragen ze waar terecht kunnen), het omgaan met budgetplafonds en wachttijden en terugdringen van administratieve lasten (onder andere door vermindering van het aantal productcodes).

Later dit voorjaar ontvangt u de voortgangsbrief gedecentraliseerd jeugdstelsel, waarin de Minister van Veiligheid en Justitie en ik ook zullen ingaan op de stand van zaken van verschillende moties en toezeggingen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

De jaarrapportage is beschikbaar op www.monitortransitiejeugd.nl. De monitor wordt vanaf 1 januari 2015 voor een periode van twee jaar uitgevoerd door de organisaties LOC, LPGGZ, Iederin, MEE, Zorgbelang en Uwouderplatform.

X Noot
2

De voortgangsrapportage is in te zien via www.kinderombudsman.nl.

X Noot
3

Zie paragraaf 5.2 van het rapport.

X Noot
4

Movisie, NCJ, NJI, Trimbos en Vilans

Naar boven