Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juli 2014
Zoals toegezegd in het Algemeen Overleg met de vaste commissie VWS dat ik woensdag
25 juni jl. had, sturen we u hierbij de Regeling vergoeding bijzondere transitiekosten
Jeugdwet1. Op korte termijn zal deze regeling in werking treden door publicatie in de Staatscourant.
Deze regeling is bedoeld om het mogelijk te maken een vergoeding te verstrekken aan
een instelling als de Transitieautoriteit Jeugd (TAJ) ons adviseert dit te doen. De
criteria die door de TAJ dienen te worden gehanteerd bij hun advisering over het toekennen
van een vergoeding, zijn in deze regeling opgenomen.
Voor de uitvoering van deze regeling is tot 1 januari 2018 € 200 mln beschikbaar,
dit is inclusief de € 40 mln die onlangs bij het begrotingsakkoord Zorg beschikbaar
is gekomen. Vergoedingen zullen alleen worden toegekend zolang dit budget niet is
uitgeput. Met dit budget moet het mogelijk zijn om de noodzakelijke transitie te ondersteunen.
Bij de toekenning stellen we zeker dat er in de tijd consistent en sober met deze
middelen wordt omgegaan en de uitgekeerde middelen doelmatig worden ingezet.
Iedere stelselherziening heeft zijn eigen kenmerken en knelpunten waar verschillende
oplossingen op van toepassing zijn. Deze regeling is tot stand gekomen als oplossing
voor de specifieke situatie bij de stelselherziening zoals die in de Jeugdwet per
1/1/2015 vorm krijgt. Aan gemeenten wordt een nieuwe taak toebedeeld, afkomstig uit
vijf verschillende sectoren met verschillende bekostigingsregels. Dit vergt enige
maanden inregeltijd waarin onduidelijkheid voor de instellingen onvermijdelijk is.
De meeste instellingen hebben kleine reserves en kunnen dus niet lang bestaan met
onduidelijkheid. Bovendien zullen sommige instellingen grotere aanpassingen in hun
bedrijfsvoering moeten doorvoeren om de continuïteit van de zorg te kunnen garanderen,
dan zij zelf uit hun reserves kunnen financieren.
Gegeven de transitiefase, de tijdelijkheid van de ondersteuning en het duidelijke
publieke belang (continuïteit van zorg op korte en langere termijn) dat met deze regeling
wordt gediend achten wij deze regeling vanuit het oogpunt van mededingingsrecht en
staatssteun verdedigbaar. In de afzonderlijke besluiten zullen we waar nodig goed
motiveren welke afweging heeft plaatsgevonden.
Ten slotte zal de TAJ zelf haar werkwijze publiceren. Daaruit zal blijken dat de werkzaamheden
van de TAJ meer omvatten dan het adviseren, conform de nu aangeboden regeling, over
een uit te keren tegemoetkoming voor frictiekosten. Dat past bij de ook door de Kamer
gewenste, meer proactieve rol van de TAJ.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven