31 839 Jeugdzorg

Nr. 328 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE EN VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 november 2013

1. Inleiding

Op 14 november 2013 berichtte de Telegraaf dat de vijftien Bureaus Jeugdzorg dreigen met de aanvraag van collectief ontslag voor alle medewerkers. U heeft gevraagd om een brief naar aanleiding van dit krantenartikel (Handelingen II, 2013/14, nr. 24, Regeling van Werkzaamheden).

In het artikel van de Telegraaf wordt aangegeven dat de Bureaus Jeugdzorg (BJZ’s) begin 2014 collectieve ontslagen en faillissement gaan aanvragen, in verband met de onzekerheid die zij momenteel hebben over de inzet van de verschillende functies van deze organisaties en het behoud van personeel in het nieuwe stelsel.

Het bericht dat collectief ontslag dreigt voor alle medewerkers van de BJZ’s brengt onnodige onrust met zich. Wij hebben met de bestuurlijke partners op 18 november jl. afgesproken om zo snel mogelijk tot de benodigde duidelijkheid voor de medewerkers en de organisaties van de BJZ’s over welke functies behouden blijven, te komen.

De signalen van BJZ’s waarin zij aangeven op korte termijn meer duidelijkheid nodig te hebben over behoud van personeel en de functies van de BJZ’s, nemen wij zeer serieus. In lijn met het advies van de Transitiecommissie Jeugd (TSJ) pakken wij vanuit het Rijk hierin de regie. Wij hebben u dat laten weten in onze reactie op het rapport van de TJS van 13 november jl. Wij dragen er zorg voor dat partijen gezamenlijk tot concrete afspraken komen over de wijze waarop de huidige functies van de BJZ’s in het nieuwe stelsel worden geborgd en wat hiervan de consequenties zijn voor de huidige BJZ’s en het personeel dat hier werkzaam is. In deze brief wordt toegelicht welke acties de komende periode worden ondernomen om tot duidelijkheid te komen.

2. Achtergrond

In het kader van de regionale transitiearrangementen (RTA’s) zijn de 41 regio’s met de BJZ’s in gesprek gegaan om tot afspraken te komen, zodat in 2015 continuïteit van jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering kan worden geboden, de hiervoor benodigde infrastructuur is gerealiseerd en frictiekosten kunnen worden beperkt. Uit het rapport van de TSJ blijkt dat er concretere afspraken nodig zijn over de huidige functies van de BJZ’s, dan tot op heden in de RTA’s zijn gemaakt. De huidige BJZ’s hebben meer duidelijkheid nodig over de organisatorische consequenties, schaal en bedrijfsmatige aspecten van de transitie, om zich verantwoord te kunnen voorbereiden op de nieuwe situatie vanaf 1 januari 2015. Met de stelselwijziging zullen sommige functies die de BJZ’s nu vervullen, door andere organisaties kunnen worden uitgevoerd, zoals de toegang tot de hulpverlening. Andere functies zoals de uitvoering van de jeugdbescherming en jeugdreclassering kunnen in het kader van de continuïteit van zorg in 2015 veelal wel uitgevoerd worden door de huidige BJZ’s. Deze organisaties moeten zich dan wel certificeren om deze taken vanaf 2015 ook te kunnen uitvoeren voor nieuwe cliënten.

Dit geldt ook voor de functies jeugdbescherming en jeugdreclassering van de Landelijk Werkende Instellingen (LWI’s). Ook zij hebben tijdig duidelijkheid nodig over de uitvoering van hun taken in 2015 en wat dit betekent voor de organisatie en het personeel.

3. Acties

We hebben op 18 november jl. bestuurlijke afspraken met de VNG en het IPO gemaakt om op korte termijn te komen tot concretere afspraken per BJZ en LWI. Gezien de noodzaak om snel duidelijkheid aan de medewerkers en de BJZ’s en de LWI’s over de te behouden functies te bieden, hebben wij recent een brief gestuurd naar de 41 regionale samenwerkingsverbanden van gemeenten en alle BJZ’s en LWI’s. Hierin wordt aan hen gevraagd om, voor zover er nog geen duidelijkheid is, snel met elkaar in gesprek te treden om te bezien in hoeverre tot concretere afspraken gekomen kan worden. Bij deze gesprekken staat niet de continuïteit van de huidige organisaties voorop, maar wel de continuïteit van zorg. Daarmee is het doel een verantwoorde overgang van de huidige functies van de BJZ’s en helderheid voor de medewerkers ter voorbereiding op het nieuwe jeugdstelsel.

Het doel is om per BJZ en LWI inzichtelijk te krijgen over welke functies per regio afspraken zijn gemaakt, over welke taken en onderdelen nog onduidelijkheid bestaat en welke onderdelen naar verwachting niet worden gecontinueerd bij de huidige BJZ’s en LWI’s. Dit geeft de BJZ’s en de LWI’s de benodigde duidelijkheid om te kunnen toewerken naar een verantwoorde overgang naar de nieuwe situatie vanaf 2015.

De gesprekken in de regio’s worden vanuit het Rijk gefaciliteerd en begeleid. De regio’s en de BJZ’s en de LWI’s worden gevraagd om uiterlijk 16 december 2013 tot nadere afspraken te komen. Vervolgens kan per BJZ en LWI worden bezien wat de consequenties zijn en een transitieplan worden opgesteld om zich in 2014 verantwoord te kunnen voorbereiden op het nieuwe stelsel. Alle bestuurspartners hebben zich aan deze afspraken gecommitteerd. De komende weken zal hier ook met Jeugdzorg Nederland en de bestuurders van de BJZ’s en de LWI’s over worden gesproken.

Het feit dat gemeenten binnenkort meer duidelijkheid krijgen over de budgetten voor 2015 zal helpen om concretere afspraken te maken over behoud van medewerkers en de taken van de BJZ’s en de LWI’s. Betere informatie over de manier van berekenen van het macrobudget en de verdeling over gemeenten zal ertoe bijdragen dat de berekeningen van zorgaanbieders, waaronder de BJZ’s en LWI’s, meer in lijn gebracht kunnen worden met de budgetten die gemeenten krijgen voor hun taken op basis van de Jeugdwet.

Tevens vinden er de komende maanden ook «werkateliers» over jeugdbescherming en jeugdreclassering plaats, die door het Transitiebureau Jeugd worden georganiseerd voor gemeenten en instellingen. Daarnaast worden er bijeenkomsten georganiseerd voor ambtenaren en bestuurders om kennis uit te wisselen. Daarbij zullen ook de positie en taken van de BJZ’s en LWI’s aan bod komen. Op deze manier wordt het belang van de functies en taken van de BJZ’s en LWI’s bij gemeenten nogmaals onder de aandacht gebracht. Dit zal de mate van concreetheid van de gesprekken ten goede komen, aangezien per functie (toegang, crisis, AMK, jeugdbescherming, jeugdreclassering en kennis/opleiding) nadere afspraken moeten worden gemaakt.

4. Tot slot

Wij zijn ons er van bewust dat een goede overgang van de BJZ’s en de LWI’s naar het nieuwe stelsel een grote inspanning van alle partijen vraagt: het Rijk, de VNG, het IPO, de provincies, de regionale samenwerkingsverbanden van gemeenten, de BJZ’s en de LWI’s. Het is uiteraard aan de regio’s en BJZ’s en LWI’s om samen te komen tot nadere afspraken die leiden tot een verantwoorde overgang met behoud van het benodigde personeel en functies van de BJZ’s en de LWI’s. Met de bovenstaande acties zorgen wij dat er snel helderheid komt over de invulling van de functies en dat organisaties snel duidelijkheid krijgen om in 2014 verder te werken aan een verantwoorde overgang en een zachte landing in het nieuwe stelsel.

We moeten niet uit het oog verliezen dat het doel van de stelselwijziging is ervoor te zorgen dat het systeem straks beter functioneert en dat burgers beter en sneller worden geholpen. Hierbij kan niet gegarandeerd worden dat alle medewerkers die nu bij de BJZ’s en de LWI’s werkzaam zijn ook baanzekerheid krijgen. Wel zullen partijen zich maximaal moeten inzetten om geen noodzakelijke kennis in de sector verloren te laten gaan. Deze is immers in het nieuwe stelsel nodig om de kwaliteit in de uitvoering te kunnen garanderen.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven